Joop

De stervende

  •    •  
06-10-2019
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
zee

© Cc-foto: Dimitris Vetsikas

Hoe bereid je iemand voor op de dood? En moet je dat wel willen? Ik geloof niet dat er een handleiding voor is, en dat is maar goed ook.
Als ik op zijn kamer kom, bazelt hij maar wat voor zich uit. Ik kijk de verpleegkundige aan, kan zij er wat van maken? Nee, zegt de blik op haar gezicht, hij raaskalt, hij serveert ons een vreemde woordensoep. Ze loopt de kamer uit om koffie voor hem te halen, want dat had zijn zoon opgemerkt: zodra hij koffie proeft, klaart hij op.
Ondertussen leg ik hem opnieuw uit waar hij is, en waarom. Hij heeft kanker. Een kwaadaardig gezwel sluit de luchtweg af, zijn rechterlong doet niet meer mee. Hij grijpt zich vast aan de boei van mijn woorden. Door het koord voorzichtig naar binnen te halen, red ik hem uit de zee van onzin waarop hij ronddobbert.
Hij droogt zich af en komt naast me op het voordek staan. Slurpend aan zijn koffie wijst hij in de verte.
Ik knik. ‘Daar houdt de wereld op,’ antwoord ik op de vraag die hij niet stelt, ‘daar eindigt het bestaan.’
‘Ik weet het,’ zegt hij. ‘Ik voel het in mijn borst en buik. Mijn hele lichaam schreeuwt het uit. De zwaarte drukt op me, ik voel de beklemming, en adem luchtledigheid. Het komt dichterbij hè, met de dag, het uur… We varen er met een rotvaart op af.’
Hij kijkt me aan, haastig ademend. De rimpels liggen dieper in zijn gezicht dan gisteren en zijn ogen zijn kleiner geworden, als uitgebrande kooltjes. ‘Jij bent de kapitein, je kunt me niet laten gaan.’
‘Nee,’ zeg ik, ‘het is jouw schip. Ik ben hoogstens een stuurman op wal.’
‘Je hebt al veel schepen die kant opgestuurd.’
‘Het waren onbestuurbare schepen,’ werp ik tegen, ‘net als die van jou. Vaak zinken ze al voordat ze de afgrond bereiken. Want dat onderscheidt ons van de Goden, schreef een Duitse dichter: dat vele golven voor hen al vervloeiden, een eeuwige stroom: ons heft de golf op, de golf verslindt ons, en wij gaan onder.’
‘Ik niet,’ zegt hij met zijn laatste restje trots. ‘De zwaarte klotst tegen mijn lichaam, ik voel dat de zee mijn gedachten probeert mee te trekken de diepte in, maar ik geef me niet gewonnen. Ik wil niet zinken, ik wil de boel besturen, tot de laatste mijl.
‘Het kan de ziekte zijn,’ leg ik hem uit, ‘maar ook de medicatie. Ze brengen je in de war, maar dat maakt niet uit. Het belangrijkste is dat je vrouw en kinderen aan je zijde weet.’
Het is onvoorstelbaar dat hij tot voor kort nog kon doen alsof er niets aan de hand was. Een heel eind in de zeventig maar trotse eigenaar van een bedrijf in de scheepsbouw. Daar heeft zijn zoon me uitgebreid over verteld. Het laatste schip waar hij aan werkte, vaart binnenkort uit naar de Noordpool. Tussen neus en lippen kon ik hem achteraf vertellen over de trots van zijn kinderen, alsof hij daar zelf geen weet van had. Van het ene op het andere moment was hij ziek geworden. Twee weken geleden kreeg hij de diagnose te horen, en nu ligt hij al op sterven.
‘Ik heb een sterke wil. Een onhoudbare levensdrang. Maar natuurlijk, ik begrijp het best. De medicijnen slaan niet aan. Dat ligt niet aan de medicijnen natuurlijk, maar aan de ziekte, die ze niet voor niets kanker noemen.’ Hij sluit zijn ogen en vouwt zijn handen samen onder zijn achterhoofd. ‘Ik vind het moeilijk om het op te geven,’ zegt hij dan, ‘ik wil nog zo graag.’
Ik zeg niets. Hoe bereid je iemand voor op de dood? En moet je dat wel willen? Ik geloof niet dat er een handleiding voor is, en dat is maar goed ook. Iedereen heeft zijn eigen behoeften. De een verkiest de dood met open vizier, de ander overlijdt liever in zijn slaap.
Als een patiënt op sterven ligt, gaat het over de grote vragen. Ze houden me bezig, ik neem ze mee, de vragen die door de dood van God hun antwoorden verloren. Telkens loop ik vast in mijn gedachten, terwijl je aanvoelt dat het antwoord zo voor de hand moet liggen. Het is een strikvraag, besluit ik dan. De dood is een non-existentie, dus kun je er ook nooit iets zinnigs over zeggen. We moeten het dus niet over de dood hebben, maar over het leven. En misschien is het met het leven wel net zoals met de wereld: een horizon die zich steeds maar verplaatst, een ronding die onwaarneembaar is, maar er voor zorgt dat er nooit een eind aan komt.
Ik geloof niet dat de levensdrang van mijn stervende patiënt kwaad kan, denk ik als ik zijn kamer verlaat. Levensdrang is iets anders dan angst om te sterven. Gezien de snelheid waarmee de ziekte hem overvalt, is het bovendien ook niet verwonderlijk dat hij er nog niet klaar voor is. En wie zegt dát je ooit klaar moet zijn voor de dood? Berusting is toch iets heel anders? Misschien zijn we wel nooit klaar om te sterven, en is dat een zegen.
Het is niet zo dat we het leven alleen leiden. Steeds meer kom ik tot de overtuiging dat wat we het leven noemen, de geest, minder persoonsgebonden is dan we wel eens aannemen. Onze geest is de verhouding met de anderen, familie en vrienden, mensen met wie je een band aangaat. Het leven hangt dus als het ware tussen ons in. We beleven elkaar. Want kun je wel van leven spreken als je niet samenleeft? Leven is het zien en het horen, leven is het gesprek en ons verhaal. En, zoals Laura Broekhuysen naar haar dochter fluistert: ‘een verhaal kan toch niet dood?’

Meer over:

kanker, opinie, #zorg
Delen:

Praat mee

Heb je een vraag, suggestie of wil je gewoon iets kwijt? Dat kan hier. Lees onze spelregels.

avatar

Reacties (13)

Bert de Vries
Bert de Vries7 okt. 2019 - 17:35

Mij is ooit gevraagd, bij een ziekenhuisopname, of ik in geval van 'nood' wilde worden gereanimeerd. Ik had al lang een euthanasieverklaring getekend, Ja, en mijn partner en ik hadden de mogelijkheid voor beiden uitvoerig besproken. Toch!! Praten over levensbeeindiging is één ding. Het is in taal bezig zijn met taal. Kiezen voor levensbeeindiging is werkelijkheid. Het is onmiddellijk fundamentele keuzes maken. Voor een afscheid. Van wie, van wat. Op het moment van kiezen is die werkelijkheid welhaast per definitie niet te overzien.

2 Reacties
Minoes&tuin
Minoes&tuin8 okt. 2019 - 5:06

Vert de Vries Je hebt gelijk denk ik. Je weet niet als het erop aankomt hoe sommige mensen krampachtig aan het leven vasthouden. Ze waren nog niet klaar voor zoiets heftigs, het was immers nog ver weg. Op het moment dat je nog niets mankeert ben je nog volop bezig met het leven. Als je dan van de een op de ander dag met je eindigheid op korte of iets langere termijn geconfronteerd wordt ben je er niet echt klaar voor.

Minoes&tuin
Minoes&tuin8 okt. 2019 - 5:16

Bert de Vries

Tom Meijer
Tom Meijer7 okt. 2019 - 9:38

Mijn moeder stierf 's-nachts, alleen. Daar heb ik heel veel last van gehad. Mijn vader stierf terwijl wij met elkaar praatten, binnen een seconde was het gedaan. Onaangekondigd, een vreemde gewaarwording maar daar heb ik veel minder last van gehad.

1 Reactie
Minoes&tuin
Minoes&tuin7 okt. 2019 - 13:26

Tom Meijer Met mijn zus meegemaakt, ik vond het verschrikkelijk. Toen ik heel jong was was ze een soort moeder voor mij, later gewoon een zus, maar hadden wel een speciale band. Haar man bleek opdracht gegeven te hebben dat ze niemand mochten bellen. Zelf was hij er als een dief in de nacht 's middags vandoor gegaan. Dit terwijl hij gewaarschuwd was en slaapspullen bij zich had. Ik weet dat zij dit niet gewild heeft. Zij had geen kinderen (graag gewild) en we waren heel erg close. Heb haar de laatste jaren veel geholpen, zij was even close met mijn kinderen, ze waren een soort vervangende oma en opa voor hen. Hebben hen daarom altijd overal bij betrokken. Dat contact met mijn zwager is er niet meer, kende hem al vanaf mijn 9e jaar, voelde als een broer voor mij. Tot en met de eerste week na de begrafenis alles voor hen/hem gedaan. En toen was het stil. Wil er het liefst maar niet meer aan denken. Zij moest eens weten!

Minoes&tuin
Minoes&tuin7 okt. 2019 - 5:12

2 weken is erg kort om alleen al aan het idee te wennen! Dat kan ik goed begrijpen. Ik denk niet dat iemand anders dan de persoon zelf dat kan 'sturen', zo je het al sturen kunt noemen, noem het beleven en daar mee omgaan. Je kunt enkel meebewegen op de golven!

Qizilbash2
Qizilbash26 okt. 2019 - 19:28

Je moet niet meer over het verleden of over de toekomst nadenken als een mens maar als een dier in het moment leven. Genieten van waar je op dat moment nog van kunt genieten en het lijden ondergaan wat op je pad komt.

ton14024
ton140246 okt. 2019 - 19:09

Het leven is als de oneindige horizon van de Aarde. Zoiets. Leven is bestaan omdat het kan. Samen.

Frits Jansen
Frits Jansen6 okt. 2019 - 16:06

De avond voordat mijn vader overleed keken mijn ouders in het ziekenhuis samen naar een soap. De Grote Vragen waren veel te groot. Enkele uren later werden we gebeld dat we snel moesten komen. vader was al niet meer aanspreekbaar. Dokter zei dat Ik bij het niet

4 Reacties
Frits Jansen
Frits Jansen6 okt. 2019 - 16:08

.... ter geruststelling dat hij het al niet meer meemaakte, in een diep coma verkeerde.

Minoes&tuin
Minoes&tuin7 okt. 2019 - 13:45

Frtis Jansen Mijn vader is plotseling aan een hartinfarct gestorven tijdens zijn dagelijkse wandelingetje. Ik was 24 jaar oud. Voor mijn moeder was dat best moeilijk omdat ze het niet zag aankomen, Voor hem zelf was het een zachte dood. Je bent als kind van dan meer bezig met je moeder, alhoewel zij zich best kranig hield, misschien juist wel daarom.Ze zagen uit naar hun 50-jarig huwelijksfeest dat aanstaande was en waar ze zich op verheugden.

ton14024
ton140247 okt. 2019 - 16:21

Bravo. ´´Ik was 24 jaar oud. Ze zagen uit naar hun 50-jarig huwelijksfeest dat aanstaande was´´

Minoes&tuin
Minoes&tuin8 okt. 2019 - 5:15

Ton14024 Wat bedoel je met Bravo?