Joop

De smartphone is de nieuwe boerka

  •  
02-12-2012
  •  
leestijd 5 minuten
  •  
BNNVARA fallback image
Ga eens naar de buurtsuper en ontdek hoe schokkend normaal het is geworden dat de boodschappen worden betaald met de oordoppen van de telefoon in
Toen ik vorige maand een lange wandeling maakte door de Belgische Ardennen, passeerde ik op een goed moment een Hollands echtpaar. Beleefd groetten we elkaar. Vijftien meter achter ze aan hobbelden twee jonge meisjes, diep weggedoken in hun pings en whatsapps. Toen ze mij passeerden keken ze niet op, hoorden mij niet, liepen door alsof ik een geest was. Ik keek hen na tot ver achter de heuvels, tot ze uit m’n blikveld verdwenen. Niet eenmaal week hun gezicht af van de machine, laat staan dat ze hun ogen de kost gaven, terwijl de natuur zich geweldig uitsloofde; coniferen en vliegenzwammen waartussen de nevel als een bruidsjurk hing, achter de horizon een goudoranje gloed; al dit moois ontging hen schielijk. Wat hebben ze bij thuiskomst te vertellen? Welke herinneringen bewaren ze aan de Ardennen?
Het hoge woord moet er uit: de blik dreigt uit te sterven. Het genoegen van het alledaagse aanschouwen, de waarneming, het oogcontact, is rap aan het uitdoven. Vanaf Adam en Eva was dit een goede gewoonte die met plezier werd uitgeoefend. Maar sinds de uitvinding van de Samsung Galaxy en de iPhone is het voor iemand die hecht aan de vriendelijke groet, de knipoog, de hoofdknik, of zelfs maar de sluikse oogopslag, niet langer aangenaam door stad en land te wandelen. De oneindige reeks ‘ontmoetingen’ met op schermpjes starende schimmen creëert in het straatbeeld een mist die even unheimische gevoelens oproept als de confrontatie met boerka’s. Was ook daar niet de grootste ergernis de onzichtbare blik?
Natuurlijk, de zegeningen van de technologie zijn evident, maar moeten we daarom de ogen sluiten voor de boosaardige kanten ervan? Ik geloof niet dat men tot dusver voldoende heeft nagedacht over de revolutionaire betekenis van dit apparaat. Merkwaardig, want binnen tien jaar zal de aanblik van onze binnensteden een radicale omwenteling laten zien: geen voorbijganger die de ander nog een blik waardig gunt. Stedelingen, jong en oud, zullen niet meer over straat lopen anders dan in hun hermetisch afgesloten cocon van bits en bytes. Zelfs zoiets triviaals als de weg vragen is weldra lachwekkend; wie is nog zonder het ingebouwde navigatiesysteem – nu ook voor voetgangers – dat ons overal heenleidt; pompstation, pinautomaat, bank. Zo is aan het stadsbeeld het laatste ontnomen wat nog aan onze vroegere animale staat herinnerde: de verwonderende wandelaar. 
Los van alle reële verkeersonveilige noties – hoe signaleer je met schermgefixeerde ogen en verstopte trommelvliezen een scheurende auto? – vergaat met de blik nog iets anders: het lege moment. Waar in de muziekleer het rustteken kleur en diepte geeft aan de symfonie, is in de alledaagse straatdrukte het onbezette ‘ogen-blik’ eerder aanleiding tot onrust en neurose dan dat het ruimte biedt aan overpeinzing en kalme waarneming. Wie heeft nog oog voor die elegante haarstrik, de kraai in het raamkozijn, die sigaren rokende betonvlechter, kortom, al die zaken die Couperus zo mooi ‘de mystiek der zichtbare dingen’ noemde? 
Als in een reflex wordt nu elke ontstane leemte of pauzemoment onmiddellijk opgevuld met getik op een plastic scherm. Ga maar na: je staat met zijn zessen te wachten bij de tramhalte, maar je had er evengoed alleen kunnen staan – zo ook op het stationsperron, de lift, het stoplicht, de rij voor de bioscoop. Je wandelt over een zonnig plein, maar je treft niet één paar ogen met wie je de zonnigheid kunt uitwisselen. Je stapt een café binnen en in plaats van nieuwsgierige, droevige, flirterige blikken tref je rondom de tafels een autarkische dampkring aan. Of dit: je loopt over het strand maar die prachtige vrouw in de verte beent jou ongezien voorbij – waarmee in een adem ook de romantiek van het gelijktijdige omkijken is vervlogen. 
Al deze ontgoochelingen bij elkaar creëren een eigenaardige soort verlatenheid, een vacuüm. Een verschijnsel dat nog sterker opgeld doet op plekken waar men tot elkaar veroordeeld is, zoals in het openbaar vervoer.
Neem de trein, ooit het heiligdom voor de nieuwsgierige reiziger die leeft van ontmoetingen. Tegenwoordig bij uitstek een hok voor kippen die kakelen tegen kippen die je niet ziet. Voor de gekwelde mens bedacht de NS een oplossing: de stiltecoupe. Een schijnoplossing. Weliswaar minder gekakel, maar hier openbaart zich een andersoortig vacuüm: de oordop – het auditieve pendant van het touchscreen. De oordopper zegt doodleuk: ik verwerp jou, jij bestaat niet. Een stilzwijgend decreet. En wie dit decreet dorst te tarten door met een (gezellige) opmerking het ijs te breken, ziet (als hij al wordt gehoord) hoe een hand omhoog gaat en geïrriteerd de dop eruit plugt: ‘Huh? Zei je wat?’ Nog een paar van zulke verheffende conversaties en je kijkt voortaan wel uit; liever staar je naar buiten. Maar wat is nog het plezier van een treinreis als blikken niet meer kruisen en het gesprek is verstomd? Wat betekent überhaupt nog ‘mede-reiziger’? 
Het ritueel afsnijden van de twee meest elementaire zintuigen, het oog en het oor, betekent niets anders dan een a priori afwimpelen van iedere eventuele verstandhouding en sociale belangstelling. Dit raakt aan een diepe tragedie: de naaste mens van vlees en bloed wordt ontkend in zijn bestaansrecht. 
Ga eens naar de buurtsuper en ontdek hoe schokkend normaal het is geworden dat de boodschappen worden betaald met de oordoppen van de telefoon in. De dame zit achter de kassa, ze neemt het geld aan, ze geeft de bon – maar aan wie eigenlijk? Door de moedwillig opgetrokken membraan tussen klant en kassier is iedere natuurlijke wisselwerking de kop ingedrukt. Hetzelfde zie je wanneer oordopbellers een tram instappen en achteloos de chauffeur passeren – alsof hij er niet zit, alsof hij niet een ambacht uitoefent dat bestaat bij de gratie van u en mij. Waarmee van de weeromstuit de ironie van alle sociale media aan het licht komt: asocialer kan bijna niet. 
De wonderolie van de smartphone mag talloze remmen losmaken, op het touchscreen wordt volop getweet en geliked, maar als de ‘touch’ met de omringende concrete wereld langzaam wegzinkt, is er iets buitengemeens gaande. 
Denkt u eens in, straks is de wereld (hopelijk) bedekt onder een dikke laag sneeuw; de witte pracht bekleedt takken en daken. Een jochie kegelt met een sneeuwbal een hoed omver, een fietser glijdt uit over een hondje, in de gracht kwakt een bejaarde schaatser tegen een oude trekschuit – maar welke wandelaar of tramreiziger ziet of hoort de kluchtigheid? Wie verhaalt de volgende generatie over de winter van 2013? 
Waar de boerkadraagster haar toevlucht neemt tot een andere tijd, vlucht de smartphoner in een andere ruimte – met dit extra verschil: smartphoners zijn blind, doofstom en in onnoemlijk grotere getale. 
Mohammed Benzakour is socioloog en schrijver. Dit artikel verscheen op zaterdag 1 december in het NRC Handelsblad

Meer over:

opinie, leven
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar

Reacties (19)

Backtobasics
Backtobasics2 dec. 2012 - 18:58

Mooi artikel en helemaal mee eens.(hoewel ik een boerka trouwens ook zeer onheimisch vind). Als niet bijzonder geïnteresseerd in het fenomeen smartfoon, kijk ik vaak met verbazing hoe men geobsedeerd is door deze apparaatjes. Waar je vroeger bijvoorbeeld in Amsterdam bij de tramhalte of op straat nog wel eens leuk oogcontact of flirt had met het andere geslacht, is men tegenwoordig bijna neurotisch verdiept in dit plastic apparaatje. Een vreemde uitwas van deze moderne tijd die volgens mij juist meer eenzaamheid en afstomping in de hand werkt. Als plattelands bewoner heb ik dan ook steeds meer begrip en waardering voor dingen die ik vroeger mischien wat "tuttig" vond zoals elkaar begroeten op straat en wat oog voor elkaar hebben.

Maartenvkooij
Maartenvkooij2 dec. 2012 - 18:58

Ik weet wel wat die twee kinderen in het Ardense bos aan het doen waren: dit eindeloze stuk gezeur lezen online.... Ze keken waarschijnlijk niet op of om omdat ze totaal niet begrepen wat die laatste zin nou betekende. Wat heeft een boerka te maken met het gebruik van een smartphone...? Totale waanzin Mo....

lebansje
lebansje2 dec. 2012 - 18:58

Beetje een zuur en pretentieus stukje. Toen ik 14 was liep ik ook vaak met een walkman op en had ik geen oog voor de omgeving. En ik had geen iPhone. Nu wel, en die terloopse flirt of kauw in het kozijn maak ik nog steeds mee.

adriek
adriek2 dec. 2012 - 18:58

Ach. Sign of the times. Het gaat wel weer over.

johanw2
johanw22 dec. 2012 - 18:58

Ach, zelfs de oude Grieken zeurden al over "de jeugd van tegenwoordig". Knorrigheid hoort bij sommige mensen bij het oud(er) worden.

Molly Veenstra
Molly Veenstra2 dec. 2012 - 18:58

Helaas heeft Jelle Brandt Corstius geen reportage gemaakt van een reis met de trein in India. Hij vond de trein te vies. Mijn dierbaarste herinneringen aan mijn reis door India van dertig jaar geleden zijn die van de drieduizend kilometer lange treinreis van Varanasi naar Calcutta. De trein in India is niet bijzonder snel, en duurde dan ook vele dagen en nachten. Ik had er eindeloze gesprekken met lange, diepzinnige stiltes. Helaas begint zo'n gesprek meestal met het aanbieden van een cigaret, en ben ik daarna vele jaren verslaaft geweest aan het roken. Ik prijs mijzelf gelukkig dat ik niet in het bezit was van zo'n apparaat met oordopjes.

BasVV
BasVV2 dec. 2012 - 18:58

"Of dit: je loopt over het strand maar die prachtige vrouw in de verte beent jou ongezien voorbij - waarmee in een adem ook de romantiek van het gelijktijdige omkijken is vervlogen." Is het misschien de leeftijd?

Reinaert de Vos
Reinaert de Vos2 dec. 2012 - 18:58

Mwah, pubers doen dat altijd en overal. Deed ik ook. Wandelen is best leuk maar een beetje muziek maakt het nog leuker. Maar van dat groeten dat vind ik wel jammer. Weinig mensen groeten elkaar nog op straat. In de stad al helemaal niet. Terwijl dat zo prettig is.

ErnsTT2
ErnsTT22 dec. 2012 - 18:58

Yep de grote geconditieoneerde zwijgende meerderheid is met stomheid geslagen

rbakels
rbakels2 dec. 2012 - 18:58

Het (bijna dode?) wetsontwerp voor een boekaverbod verbood heel algemeen "gezichtsbedekking". Juristen hebben al vastgesteld dat iemand die een hand voor zijn gezicht houdt ook door Oom Agent kan worden opgepakt, onder die wetgeving. Dat telefoneren een soortgelijke strafbaarheid met zich mee zou brengen lijkt me vreemd - maar ik verwelkom iedere conclusie die het boerkaverbod belachelijk maakt.

roher
roher2 dec. 2012 - 18:58

Leuke invalshoek, maar ik mis wel dat je de smartpfoon uit kan doen bij het aangaan van contact, maar een boerka hou je aan.

KoningPruts
KoningPruts2 dec. 2012 - 18:58

Grappig als je het artikel combineerd met dit bericht uit india:" http://india.blogs.nytimes.com/2012/12/04/bihar-village-bans-women-and-girls-from-using-mobile-phones/ Het lijkt inderdaad allebei wel een beetje op vrouwenonderdrukking vanuit het islamitisch geloof. Of bedoelde je het niet zo?

feyza2
feyza22 dec. 2012 - 18:58

Amen. "No one cared who I was until I put on the mask." Ja, dus, de "I-dragers" verplicht een boerka laten dragen. Das pas geniaal. "..it must be sunny at night and snowy at August. Great things end, small things endure. Society must become united again instead of so disjointed. Just look at nature and you'll see that life is simple. We must go back to where we were to the point where you took the wrong turn. We must go back to the main foundations of life without dirtying the water." "37 seconds, well used, is a lifetime", dus, allen, kijk meer films. Luister. Of lees. Hoor wat ze zeggen; hoor wat men zegt. Wees meer mens. Ja, meer "mens". Menselijker? ook goed. Mens Benzakour. Amen. Een waar stuk. Doet deugd :)

[verwijderd]
[verwijderd]2 dec. 2012 - 18:58

Hiep hoi, ik heb geen iPhone. Wat doet me dat een deugd... toch ben ik benieuwd hoe het leven is met 2000 apps in mijn broekzak.

1 Reactie
Herculaan
Herculaan2 dec. 2012 - 18:58

Dat is best prima. Laatst was de pin automaat bij de Surinamer kapot. Kon ik gelukkig met de iPhone ING app het verontschuldigde bedrag overmaken naar zijn rekening.

Gelijkhebber
Gelijkhebber2 dec. 2012 - 18:58

Als ik de stukjes van Benzakour lees dan denk ik, wanneer komt het, wanneer haalt hij de Islam erbij of een gebruik direct gelinkt er aan. In dit verhaal duurt het tot de laatste zin.

1 Reactie
SocialDarwinistisch
SocialDarwinistisch2 dec. 2012 - 18:58

Bij coïtus kom je toch ook niet eerst klaar, en begint dan pas met het voorspel?!

[verwijderd]
[verwijderd]2 dec. 2012 - 18:58

En toch vraag ik me af wat ik storender vind? Iemand die in gedachte is verzonken in zijn smartphone of iemand die vanwege een sprookjesfiguur totaal onherkenbaar over straat gaat. Met de een is contact te leggen zodra de batterij op is, met de ander? Tsja....

1 Reactie
dino_radja
dino_radja2 dec. 2012 - 18:58

met de ander staat niets contact in de weg. Dat is inderdaad een groot verschil.