De politie voert een anti-sextingcampagne - met averechtse resultaten

Op 4 september kondigde de politie aan jongeren te adviseren te stoppen met sexting vanwege de mogelijke negatieve consequenties. Dit stuitte op heftige kritiek. Het negatieve beleid van de politie tegenover sexting is extreem problematisch. Onder andere kenniscentrum seksualiteit Rutgers en wetenschappers uitten hun zorgen dat deze positie stigmatiserend werkt, en het probleem van misbruik alleen verergert. Jongeren die slachtoffer zijn van misbruik zullen namelijk nóg minder snel aangifte doen, nu de schuld bij hen wordt neergelegd. De politie moet inzien dat sexting geen crimineel gedrag is. Pak in plaats daarvan het ongewenst verspreiden van foto’s aan.

Criminalisering van sexting lost misbruik niet op. Sterker nog, het hindert jongeren aangifte te doen. Een gezonde adolescente ontwikkeling mag nooit aangezien worden voor criminaliteit. Het misdrijf dat de politie wil voorkomen gebeurt niet wanneer jongeren foto’s maken: het misdrijf vindt plaats als die foto’s zonder toestemming verspreid worden.

De betiteling ‘Shitzooi’ van het voorlichtingsprogramma draagt dan ook niet bij aan een positieve houding tegenover seksualiteit. Het artikel in de Volkskrant van 11 oktober verwijst naar onderzoek van Rutgers, waarin staat dat een op de vijf jongeren wel eens een pikante foto verstuurt.

Aanvullend onderzoek wijst echter ook uit dat slechts 1-3% negatieve ervaringen heeft met het delen van pikante beelden. Daarnaast geeft Rutgers ook aan dat sexting gezond seksueel gedrag is; het ongevraagd delen van pikante foto’s niet. Door dit beleid te voeren wordt de drempel om aangifte te doen bij ongewenst delen van sexts onhaalbaar hoog, en blijft het doorsturen van andermans seksueel getinte foto’s juist onbestraft.

Bovendien is het problematisch dat de campagne via het klaslokaal wordt gevoerd. Leraren worden op deze manier namelijk ook betrokken bij het criminaliseren van sexten. Zo stappen slachtoffers van misbruik niet alleen minder snel naar de politie, maar ook minder snel naar hun eigen leraar. Dit bemoeilijkt de bespreekbaarheid, versterkt een taboe over sexting en geeft jongeren nog minder opties voor hulp als hun beelden wel gedeeld worden.

Daarnaast is het essentieel om te benadrukken dat dit advies van beleidsmakers komt, zonder dat jongeren daarbij betrokken zijn. Beleidsmakers, onder andere bij de politie, zouden er goed aan doen om eerst in gesprek te gaan met de jongeren voor wie sexting een realiteit is. Het voorlichtingsprogramma zou verder niet door de politie, maar door deskundigen gegeven moeten worden. Door in compleet uniform het klaslokaal binnen te lopen wordt op scholieren een indruk achtergelaten die sexting onlosmakelijk verbindt met criminaliteit.

Educatieve programma’s over sexting moeten gegeven worden in een open en veilige context, waarbij vragen en meningen van de jongeren vrij gedeeld kunnen worden. Laat dat over aan experts, niet aan de politie.

Ons advies: stap af van deze afschrikcampagne. Geef jongeren positieve, constructieve informatie over seksualiteit, onder andere over wanneer sexting oké is en waarom foto’s verspreiden niet oké is. Sexting is niet crimineel of ongewenst: het misbruiken en doorsturen van naaktfoto’s wel.