Pinto blijkt onbekend op de Israëlische universiteit waar hij aangesteld zou zijn
Pinto ‘professor’? Welnee, misbruik van titulatuur is het. David Pinto is niet meer dan voormalig buitengewoon hoogleraar, van 1998 tot 2005, aan de Universiteit van Amsterdam, faculteit politieke en sociaal-culturele wetenschappen.
Die leerstoel buitengewoon hoogleraar werd betaald door ‘Stichting Leerstoel Interculturele Communicatie’, ‘toevallig’ bijna dezelfde naam als die van het door Pinto zelf opgerichte ‘Intercultureel Instituut’. Daarover hieronder meer. Pinto heeft zichzelf laten aanstellen. IJdelheid? Berekening? Beide?
Na 2005 heeft Pinto nergens in NL een vaste onderwijsaanstelling gehad, en dus geen universitaire leerstoel, geen onderwijs- of onderzoeksopdracht, geen promovendi, behalve die ene in 2003 volgens eigen zeggen althans, geen wetenschappelijk gereviewde publicaties, helemaal niets. ‘Prutsprofessor’ noemde Hajo Meyer hem in 2009 in een openbaar debat in ‘De Flint’ in Amersfoort en hoewel zo niet bedoeld, klinkt het achteraf beschouwd nog bijna als een compliment. Toch nog een soort van ‘professor’.
Prutsprofessor in Nederland, maar misschien een echte professor buiten Nederland? Jazeker, volgens eigen zeggen tenminste. Ik citeer van zijn website onder ‘Studie en werk’ het volgende Pintoproza:
Professor in twee landen” “[…] En kort hierna [na de UvA-benoeming in 1998] volgde ook de benoeming in Israël (aan de Bar-Ilan Universiteit, Vestiging Ashkelon) eveneens als hoogleraar ICC. In beide gevallen gevraagd. Uitgebreid verslag van de benoeming en de opdracht in Israel, is vanuit Ashkelon verslagen [op zijn Engelstalige pagina schrijft hij: ‘defeated’, sic! ] door Milco Aarts en Frank van Vliet in de Telegraaf van zaterdag 18 november 2000, onder de kop “Professor Pinto als vredesstichter”. Per 1 februari 2012 werd de universiteit van Twente (UT) aan dit lijstje bijgekomen […]. Toegegeven. Aan zo’n benoeming in Israël (waar de selectie veel zwaarder is) kleeft grotere trots dan aan die in Nederland en zeker aan die van UvA, waar veelal eerder wordt gekeken naar partijlidmaatschap dan naar wetenschappelijke kwaliteiten en prestaties.
Hier diskwalificeert Pinto de universiteit waaraan hij dan tenminste nog als buitengewoon hoogleraar verbonden is geweest en daarmee zijn eigen benoeming. Niet zo slim voor een ‘professor’. Ook niet slim: doen of je hoogleraar bent in Israël.
Laat me me zijn ‘benoeming aan de Bar-Ilan Universiteit, Vestiging Ashkelon’ analyseren. Ik heb de lijst van docenten daar in 2013 laten checken door een mij bekende, aan die universiteit verbonden lector. Zijn conclusie: Pinto komt op geen enkele docentenlijst voor, bij geen enkele faculteit, en is er in geen geval hoogleraar, zoals hij beweert; ‘vestiging Ashkelon’ is verder helemaal geen onderdeel of dependance van de Bar Ilan universiteit, maar een opleidingsinstituut (vooropleiding, slechts bachelor/HBO) dat onder auspiciën van Bar Ilan diploma’s verstrekt, voor sommige opleidingen.
Ik vermoed dat Pinto geen rekening gehouden heeft met de mogelijkheid dat zijn ‘benoeming aan de Bar-Ilan Universiteit, Vestiging Ashkelon’ nagetrokken zou kunnen worden.
Analyseer verder zijn contact met de Universiteit Twente, in zijn eigen woorden:
“Per 1 februari 2012 werd de universiteit van Twente (UT) aan dit lijstje bijgekomen […].”
In Twente heb ik zelf navraag gedaan: het ging om een losse onderzoeksopdracht met een doorlooptijd van enkele maanden; er was op geen enkele wijze voorzien in enige aanstelling, in welke hoedanigheid dan ook, tijdelijk laat staan vast.
Ook hier wekt Pinto de indruk iets te zijn dat hij niet is, (‘hoogleraar in Twente’) maar hij doet dat op een manier waardoor hij het net niet met zoveel woorden zegt. Hij heeft goed nagedacht over de vraag hoe ver hij kan gaan met zaken te suggereren, zonder harde leugen. De universiteit van Twente (UT) [werd] aan dit lijstje bijgekomen. Zo is het maar net, ‘bijgekomen aan het lijstje’ dat Pinto voor zichzelf bijhoudt.
Gaan we tenslotte over naar Pinto’s ‘Intercultureel Instituut’, Ici. Dit ‘Ici’ is een commercieel eenmanszaakje in Amsterdam Zuid, door hem in de publiciteit geüpgraded, als een universitair instituut met een wetenschappelijke ‘hoogleraar-directeur’, waarmee Pinto natuurlijk weer zichzelf bedoelt. Het Ici moet zorgen voor brood op de plank in huize P. De website van het ‘instituut’ barst uit zijn voegen van de ‘name-dropping’; onder ‘prominente ontmoetingen’ meldt de professor dat hij heel veel geleerd heeft van prinses Irene.
Ronduit komisch is de vermelding: “17-04-1989. Half twaalf: 1e ontmoeting met Prinses Irène thuis in Soest”. De professor heeft voor zijn CV ijverig zijn agenda van 26 jaar geleden overgeschreven.
Op persoonlijk vlak waren de ontmoetingen met Gorbatsjov en de Dalai Lama onvergetelijk. Een grote eer om zulke reuzen te mogen ontmoeten, die de geschiedenis mede hebben bepaald”.
Zoals bij anderen de schoorsteenmantel getooid is met familiefoto’s, zo toont Pinto’s website een fotogalerij van genoemde ‘prominente ontmoetingen’. Professor in de poseerkunde en de ‘Gewichtigtünerei’ , dat is Pinto. Iemand die, getuige die foto’s, meent dat het handen schudden van anderen, met wie hij ooit op de plaat mocht, liefst met zijn arm om hun schouder, hem belangrijk maakt. Als ik psycholoog was zou ik menen dat we hier te maken hebben met een door chronische minderwaardigheidsgevoelens geteisterde narcist. Maar ik ben geen psycholoog, dus vergeet die typering. Vergeet zijn agressiviteit als hij kritiek ervaart. Vergeet ook zijn rancuneuze natuur, die door al zijn schrijfsels sijpelt. Vergeet tenslotte zijn grenze- en principeloze opportunisme dat hem in de loop van de tijd met elke Nederlandse politieke partij heeft doen flirten waar hij beter van dacht te worden.
Pinto is een professor zonder professie of universiteit, volgens zijn CV een stand-up comedian, maar één die nooit verder gekomen is dan een rol als komediant, een David zonder kroon. Als geboren Marokkaan zal Pinto het Frans machtig zijn; ik nodig hem daarom uit een passende vertaling te verzinnen voor het woord ‘charlatan’, want verzinnen doet hij behendig, en graag.
Pinto professor? Zelfs een garnaal begrijpt dat hij zich beter niet kan uitgeven voor een walvis, ook al zwemmen ze samen op.