© cc-foto: Roel Wijnants
Dag Daan, Tja, we hebben nu eenmaal afgesproken dat in een parlementaire democratie de meerderheid zijn zin krijgt. Natuurlijk is het goed dat die meerderheid rekening houdt met de belangen van minderheden, maar dat gebeurt gelukkig ook continu in Nederland. Maar dat wil nog niet zeggen dat het logisch zou zijn dat de minderheid bepaalt wat er gebeurt. Er gaat inderdaad heel veel goed in ons land, fijn dat je dat inziet, maar jammer genoeg ook best veel verkeerd, zeker als beslissingen complex worden. Wat je bijvoorbeeld ziet in de gezondheidszorg is dat op individueel niveau artsen en verpleegkundigen prima functioneren. Tussen afdelingen loopt het vaak al moeizamer. En tussen organisaties soms erg slecht. En patiënten hebben vaak met een heel keten te maken - bijvoorbeeld afstemming verpleeghuis en thuiszorg- en vallen, zelfs in Nederland, soms tussen wal en schip. Zeker als ze de taal niet spreken of de weg niet weten.
Het is natuurlijk niet zo dat "de" meerderheid zijn zin krijgt in de eeuwigheid. Eerder dat stemmen van verschillende groepen op verschillende lagen in verschillende fora op verschillende tijden vaak opgeroepen worden om een beslissing te maken. Hoe of hoe niet die lagen en beslissingen in elkaar overgaan en de stemmen vertegenwoorigen variert van systeem tot systeem.
Best een interessant stuk, maar met enkele zaken ben ik het niet eens en ik vraag me af of de schrijver het echte probleem rond de toeslagen te pakken heeft. Gowricharn stelt: 'De oppositie kan wel moties indienen, maar zonder steun van de regeringspartijen halen die voorstellen het niet.' Dat is natuurlijk volkomen juist. Daar lijkt me in een democratie ook niks mis mee: de meerderheid bepaalt. Later stelt hij: 'Het parlement heeft dan weer het nakijken.' Euh, ook de regeringspartijen zitten in het parlement, ze vormen zelfs meestal de meerderheid, dus van nakijken is geen sprake. Maar vormt het parlement wel een gebrekkige tegenmacht. Dat zou best kunnen, maar aan de hand van de toeslagenaffaire kun je dat, vind ik, niet concluderen. Je zou best kunnen verdedigen dat de Kamer diffuse signalen afgeeft. Enerzijds een fijnmazig en redelijk ruimhartig systeem van toeslagen die snel worden uitgekeerd en anderzijds scherpe controle om fraude tegen te gaan. De uitvoering van een beleid met dergelijke zwaarwegende uitgangspunten blijkt vrijwel onmogelijk. Het parlement is daar - zodra ze lucht krijgen van fouten - zeker kritisch op, maar binnen de top van de (veel te complexe) ambtelijke organisaties heeft men de indruk en stelt men dat er verbeterslagen gemaakt worden - daar zijn ze ook continu mee bezig - waardoor je met elkaar op een bewegend doel aan het schieten bent. Heeft dat te maken met te weinig tegenmacht? Nee, veel meer met gebrek aan organisatievermogen. je kunt dan kiezen: het organisatievermogen verbeteren, maar ik vermoed dat daar een grens aan zit. Of je kiest voor uitgangspunten die wel werkzaam zijn: minder controle op misbruik, grofmazige regels, geen toeslagen meer maar een soort basisinkomen, noem maar op. Al die ideeën van de auteur om de tegenmacht sterker te maken (een 'apparaat' geven, dus de bureaucratie verder vergroten, criteria opstellen - een soort spreadsheetmanagement) lossen het probleem niet op, maar laten de symptomen harder bloeden. Wie wordt daar beter van?
@ Markzelluf Mooi dat je het een interessant stuk vindt. Dat is het ook vind ik. Er zijn inderdaad kanttekeningen bij te maken. Maar jij neemt wel een hele verkeerde afslag in de betoog. Dat doe je hier: Daar lijkt me in een democratie ook niks mis mee: de meerderheid bepaalt. Voor jou is een democratie dat wat de meerderheid bepaalt. Maar dat is geen democratie. Dat is de dictatuur van de meerderheid. Democratie is dat rekening wordt gehouden met de wensen en behoeftes van de hele bevolking. Niet alleen met die van de meerderheid. Als je vanuit jouw perspectief naar de problemen met de toeslagen kijkt is er niets aan de hand. Een kleine minderheid, veelal niet autochtoon, financieel minder draagkrachtig. Dan snap ik waarom men in jouw democratie weinig problemen had met het optreden van de belastingdienst. De ruime meerderheid wil niet te veel betalen dus richten wij het systeem zo in dat voor de minderheid weinig te halen valt. Dan is ook logisch dat het meeste verzet kwam uit de SP hoek en principieel Christelijk CDA. Iets doen voor de armen en kwetsbaren is het bestaansrecht van dat gedachtegoed. Maar persoonlijk geloof ik niet dat jouw opvattingen over de democratie tot een goed functionerende samenleving leiden. Je kritiek op de wijze van organiseren ook niet. Er zijn in het bedrijfsleven talloze dienstverleners die complexe diensten verleningen leveren aan grote groepen mensen, vaak gaat dat prima. Een ziekenhuis is qua organisatie vermoedelijk een van de meest complexe systemen die er is. Zeker de grotere. En daar gaat heel veel goed. Dus zijn er ook redenen om te kijken wat er nou mis gaat bij de overheid voordat de conclusie wordt getrokken dat de overheid alleen domme diensten kan leveren. Misschien komt het wel gewoon door Rutte? Als het bestrijden van fraude meer belangrijk wordt dan mensen die steun van de overheid nodig hebben die steun efficiënt te bieden. Dat zou best de belangrijkste oorzaak kunnen zijn. Dan is het probleem Mark zelf.
Er zijn wetten die er voor zorgen dat de verantwoordelijken niet in de nor worden gegooid, en er zijn niet genoeg wetten die er voor zorgen dat de slachtoffers recht kunnen halen. Dus het gaat niet direct om het proces van hoe de kamer werkt. Hoewel het wel apart is dat niemand roept dat die wetgeving op de schop moet. In die zin blijft het maar een praat circus van mensen die zeggen dat ze verantwoordelijkheid nemen maar dat dus nooit doen.
Dit stuk stelt te hoog opgenomen woorden tegenover de praktische processen en principes. Het is helemaal niet onduidelijk wie macht en tegenmacht uitoefent. Dat doen de nummers. Een meerderheid van de tweede kamer doet dat, via het regerende comité. Als de regering op een meerderheid kan rekenen, dan is het ja. Als niet dan is het nee, tot naar huis sturen van die regering toe. De controle zit 'm in die stemmen. De vragen en debatten zijn daar een ondersteunend proces van. En gelukkig gezien de manier waarom partijen gekozen worden, gaan de debatten en stemmen tussen veel partijen die dus op veel manieren de pluriforme interessen van delen van het volk vertegenwoordigen. Want ander blijft is het maar een patstelling. Dat onduidelijke moet je dus koesteren, want daar komt betere redenering en bewijsvoering van. Veranderende formaties en verhoudingen zijn nu net het process van democratie in actie. Je moet geen stomme simpele tegenstand willen. Het idee dat dat allemaal op de schop moet zal toch eerst een alternatief moeten kunnen voorstellen. Een twee partijen stelsel waar het wel duidelijk is maar het dus veel erger en veel minder beter is? Geen echte redenering, alleen maar partij eenheid = macht? Een een partij systeem waar het allemaal ja knikkers zijn?
Verder zijn er limieten en controles op de regering via de grondwet, en de machten die daarin worden toegekent, aan in het speciaal rechters, eerste kamer, provincies, gemeentes en burgers.
De reactie op de foto van Omtzigt, functie elders, niet de feitelijke notitie, laat zien wat de tegenmacht is. In de eerste plaats door het parlement vertegenwoordigt, is dat het volk. Die 150 zitten daar om het netjes te houden. De regenten moeten vooral die Omtzigt nog wat jennen jonge, dan krijgen ze hun trekken thuis.
Heeft de auteur het nu toevallig over iets wat al bestaat, namelijk de 1e kamer.
Eens met de schrijver dat het probleem van macht en tegenmacht in de haarvaten van ons politieke systeem zit. Terecht stelt de schrijver dat er alleen tegenmacht is vanuit de oppositie. Wat logisch is want de coalitiegenoten hebben een ander belang: het beschermen van het ingezette beleid. Die belangentegenstelling is het gevolg van het bestaan van politieke partijen en hun aanwezigheid in de kamer. Hun grootte is het resultaat van evenredige vertegenwoordiging. Hoe meer stemmen hoe groter de macht, hoe minder stemmen hoe kleiner de tegenmacht. Maak de invloed van partijen kleiner of schaf ze helemaal af en het probleem is getackeld. De vraag is of de problemen die dan opduiken niet veel groter zijn. Los van de vraag hoe je dit wilt organiseren. Een tussenoplossing zou zijn om uitsluitend met minderheidskabinetten te werken. Het zal het gevoel van inspraak vergroten, de vraag is hoe consequent het beleid dan is en of al die compromissen wel iets werkbaars opleveren. Wat betreft de rol van de ambtelijke macht en de kennisachterstand van de kamer, dat is volgens mij een andere discussie die deze echter wel raakt. Het Kamerlidmaatschap is bijna altijd het gevolg van het resultaat van een goed doorlopen carrière in een politieke partij. Niet van kennis over zaken die in de kamer aan de orde komen. Het duurt vele jaren voordat je goed in je dossier zit. Maar je kennis is altijd minder dan die van ambtenaren die veel beter weten wat er speelt. Bovendien geeft de partijleiding aan binnen welke kaders je mag opereren. Kijk naar de verhuurdersheffing, iedereen en vooral ambtenaren wisten dat het een tegenovergesteld effect zou hebben. De politiek wilde een gebaar maken naar de achterban en nu zitten we met de gebakken peren. Hetzelfde geldt voor de nationale politie, politieke dwang tegenover ambtelijke kennis. In dat rijtje kun je ons migratiebeleid zetten, de Europese begroting inzake noodhulp, het landbouwbeleid, de toeslagenaffaire etc. Van dat laatste zijn we met de gevolgen geconfronteerd, al die andere zaken wil de politiek aan ons oog onttrekken vanwege electorale, lees: eigen, belangen. De tegenstelling macht/tegenmacht is daarom ook een tegenstelling tussen wat goed is en wat we zouden willen. De invloed van wat de kiezer wil en wat technisch uitvoerbaar is. Je ziet dat terug in de invloed van onafhankelijke instituties als SER, de Raad van State, de Nationale Ombudsman en de Rekenkamer. Hun rapporten worden door de Kamer grotendeels genegeerd. De reden is dat politieke partijen willen om in het gevlij van kiezers te blijven vaak haaks staat op wat goed is voor de samenleving in het algemeen. Politieke partijen versterken de waan van de dag omdat dat stemmen oplevert. En daarmee ben ik weer waar ik mee begon, het is inherent aan het bestaan van politieke partijen en hun vertegenwoordigers in het kabinet dat er een tegenstelling is tussen wat we willen en wat we kunnen. Want niet altijd lopen die twee zaken in elkaars verlengde. De toeslagenaffaire was er omdat de politieke partijen in de kamer iets goeds wilde doen voor de kiezer maar geen idee had hoe ze dat moest aanpakken. Toen het ondanks vele, vele waarschuwingen van ambtenaren mis ging, waren diezelfde ambtenaren de gebeten hond. De werkelijke oorzaak van dit hele schijnprobleem van macht en tegenmacht ligt besloten in het bestaan van de politiek zelf. Het is er inherent aan.
@ MartinvanderLinde Mooi stukje van je. Ben het op onderdelen niet met je eens, maar je hebt een samenhangend betoog. Met name deze constatering van je deel ik nadrukkelijk: Je ziet dat terug in de invloed van onafhankelijke instituties als SER, de Raad van State, de Nationale Ombudsman en de Rekenkamer. Hun rapporten worden door de Kamer grotendeels genegeerd. Bizar is dat. Het balletje ligt op de stip. Het kan zo stijf in de kruising, de keeper is een biertje drinken en de kamerleden gaan vragen stellen. Terwijl alle informatie die ze moeten hebben al beschikbaar is.
"Het enige wat het parlement kan doen wanneer de macht al te arrogant wordt is boos worden, zeuren, trammelant maken, en doorzetten. Meer niet." Het beïnvloeden van de publieke opinie bij arrogant gedrag van de macht is toch een belangrijke taak, vooral als er door dat arrogante gedrag van de macht door informatieonthouding slachtoffers zijn gevallen. Maar laat de tegenmacht nou als eerste ervoor gaan zorgen dat het toetsingsrecht in ons land wordt ingevoerd, want dat alleen zou er al voor kunnen zorgen dat door blinde partijloyaliteit wet-of regelgeving ingevoerd gaat worden die strijdig is met bepalingen opgenomen in onze grondwet of afgesloten verdragen.
Ik vind de analyse aardig, maar de oplossingen niet. Wat mij opvalt is dat ook deze schrijver in de macht/tegen macht vorm blijft. Gelukkig ziet hij wel dat de ene tegen macht de andere niet is en dat Wilders dus andere tegenmacht is als Klaver. Maar naar mijn idee blijft deze vorm een beetje behelpen. Ik zie het meer als een testament van Omtzigt deze discussie. Ik zou liever denk aan het raad van toezicht model. Dat in de not for profit sector heel gebruikelijk is. Het bestuur, de eindbaas, is het kabinet. De raad van toezicht is het parlement. Het parlement beoordeelt of het kabinet alles doet om de organisatie gezond te houden, de boel onder controle houdt, kwalitatief goed werk levert, een goed werkgever is maar beoordeelt niet de hoe het bestuur dit aanpakt. Dat is aan het bestuur zelf. Dus het kabinet zelf. Daardoor zijn de toezichthouders veel meer bezig met de strategie en de lange termijn en niet met de waan van de dag. De raad van toezicht vergadert vaak maar 4 maal per jaar. Een per 2 maanden soms. Maar de aandacht gaat maximaal uit maar het jaarplan voor het volgende jaar en de jaarrekening en het jaarverslag van het afgelopen jaar. En dan moet het bestuur met de billen bloot. Volgens mij een positie die veel effectiever is als de positie van de tegenmacht. De RvT kan uiteraard ook de bestuurder naar huis sturen. Dus wat mij betreft wordt de macht/tegen macht vorm op de schroothoop gezet en wordt eens nagedacht over het RvT model. Levert volgens mij beter bestuur op.
Dat is dus duidelijk: het parlement moet een eigen leger krijgen.
@ Grietje Genot (13:48u) - ik moest hier onbedaarlijk om lachen. Een grap die enerzijds totaal onverwacht uit de lucht komt vallen, en aan de andere kant zó eenvoudig en raak is: dat is er een waarvan ik denk: ik ware er trots op geweest als ik hem zelf ingediend had... ...groter compliment ken ik niet. ...
Zelfs zo goed, dat ik er niet eens meer om kon lachen. Ik had het niet gezien omdat ik al besloten had dat ik op bovenstaand stuk niet eens meer wilde reageren. Chapeau!
Mijn 'emotie' zat nog teveel bij de Palestijnen! Niet geschoten is altijd mis.