Joop

De onzin van macht en tegenmacht

  •  
20-05-2021
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
291 keer bekeken
  •  
10235535585_5010aeae2e_c

© cc-foto: Roel Wijnants

Het enige wat het parlement kan doen wanneer de macht al te arrogant wordt is boos worden, zeuren, trammelant maken, en doorzetten. Meer niet
Sinds de toeslagenaffaire zijn macht en tegenmacht gevleugelde woorden geworden. Haast alles wat misgaat in de verhouding tussen regering en parlement wordt geduid als een verstoring van de balans tussen macht en tegenmacht. Die verstoring komt vaak tot uiting in het achterhouden van informatie aan het parlement, maar ook in de loyaliteit van parlementsleden aan hun regerende partijen. Deze dubbelzinnigheid wordt met dualisme aangeduid. Dit dualisme vooronderstelt echter een evenwicht in de opstelling van het parlement dat voor elke partij anders kan komen te liggen. Het herbergt een enorme potentie aan ruzies tussen partijen onderling.
De Tweede Kamer, de wetgevende macht en controlerende instantie, is weerloos tegenover een regering, de uitvoerende macht, waarvan zelfs haar uitvoerende diensten zoals de Belastingdienst zelf bepalen welke informatie zij prijsgeven. De Tweede Kamer is daardoor altijd de vragende partij – het is de regering die wikt en beslist. Daardoor is het onduidelijk wie nu formeel de macht heeft en wie de tegenmacht uitoefent. In elk geval hebben diverse schandalen in de afgelopen decennia genoegzaam aangetoond dat het laatste woord niet bij het parlement rust, maar bij de regering. Een sterke VVD, met Mark Rutte als boegbeeld, heeft deze waarneming vaker onderstreept.
Maar de disbalans tussen regering en parlement zal blijven bestaan. Afgezien van de onduidelijkheid over wat een precieze balans is tussen macht en tegenmacht, is de disbalans een onverbiddelijk uitvloeisel van een weeffout in de parlementaire democratie. In dit stelsel worden parlementsleden gekozen via politieke partijen die ‘zonder last of ruggespraak’ het volk moeten vertegenwoordigen en dienen. Anderzijds opereren parlementsleden namens de politieke partij en moeten zij ‘hun’ coalities in het zadel houden. Elk parlementslid opereert zodoende in een spanningsveld tussen ondersteunende partijloyaliteit en parlementaire onafhankelijkheid. Deze verstrengeling is onverenigbaar met het concept van de scheiding van de machten in de trias politica. Alleen politieke partijen in de oppositie zijn niet verbonden met de regering en kunnen van alles roepen. Hier is Geert Wilders een goed voorbeeld van.
Nog een reden waarom de regering het laatste woord heeft is de beschikking over kennis. Ambtenaren zijn de uitvoerders van de uitvoerende macht en vallen dus onder ministers en niet parlementsleden. Zo kan het gebeuren dat ministers en ambtenaren bepalen wat het parlement mag weten en wat niet. Wanneer zij liegen of de draak steken met de wensen van het parlement, zijn er geen sancties tegen ministers of ambtenaren. De oppositie kan wel moties indienen, maar zonder steun van de regeringspartijen halen die voorstellen het niet. Het enige wat het parlement kan doen wanneer de macht al te arrogant wordt is boos worden, zeuren, trammelant maken, en doorzetten. Meer niet. De minister kan soms naar huis worden gestuurd, maar wordt opgevolgd door een partijgenoot. Het parlement heeft dan weer het nakijken.
Het parlement speelt dus altijd de tweede viool. Dat heeft niets te maken met een verstoorde verhouding tussen macht en tegenmacht of een ongewenste bestuurscultuur. Het heeft zijdelings te maken met de openbaarheid van informatie zoals informateur Tjeenk Willink meent. De problemen ontstaan doordat zowel wetgevende als regerende macht via de politieke partij tot eenzelfde subcultuur behoren, vergelijkbaar met stammen die leden hebben in zowel het parlement als de regering. Van een scheiding der machten kan dus geen sprake zijn en ook de diagnose van macht en tegenmacht is om deze reden een merkwaardig  gedachtespinsel.
Deze weeffout is fundamenteel en een herstel ervan is niet eenvoudig. De eerste stap zal moeten zijn om de wetgevende en uitvoerende macht van elkaar te scheiden. Dat kan alleen wanneer ministers en parlementsleden tot verschillende volksstammen behoren en beide worden gekozen. Dat wordt een nieuw democratisch experiment en moet dus stap voor stap worden uitgeprobeerd. Ten tweede zou het parlement over eigen bureaus moeten beschikken om niet afhankelijk te zijn van wat een minister vertelt of kwijt wil. Tegenmacht kan je alleen uitoefenen als je over een eigen apparaat beschikt. Tenslotte is het raadzaam stevige sancties te formuleren om ministers maar vooral ambtenaren weg te sturen bij het verstrekken van onjuiste of onvolledige informatie. We zien vaker dat ambtenaren willens en wetens de informatieverstrekking manipuleren, zelfs misbruik maken van hun macht (zoals in de toeslagenaffaire), maar toch ermee wegkomen. Alleen onder deze drie voorwaarden kan het parlement uit zijn rol kruipen van een klagende tijger. Macht en tegenmacht organiseren? Het hele politieke systeem moet op de schop!
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar

Reacties (18)

Markzelluf
Markzelluf21 mei 2021 - 20:53

Dag Daan, Tja, we hebben nu eenmaal afgesproken dat in een parlementaire democratie de meerderheid zijn zin krijgt. Natuurlijk is het goed dat die meerderheid rekening houdt met de belangen van minderheden, maar dat gebeurt gelukkig ook continu in Nederland. Maar dat wil nog niet zeggen dat het logisch zou zijn dat de minderheid bepaalt wat er gebeurt. Er gaat inderdaad heel veel goed in ons land, fijn dat je dat inziet, maar jammer genoeg ook best veel verkeerd, zeker als beslissingen complex worden. Wat je bijvoorbeeld ziet in de gezondheidszorg is dat op individueel niveau artsen en verpleegkundigen prima functioneren. Tussen afdelingen loopt het vaak al moeizamer. En tussen organisaties soms erg slecht. En patiënten hebben vaak met een heel keten te maken - bijvoorbeeld afstemming verpleeghuis en thuiszorg- en vallen, zelfs in Nederland, soms tussen wal en schip. Zeker als ze de taal niet spreken of de weg niet weten.

1 Reactie
Paul Spijkers
Paul Spijkers25 mei 2021 - 2:34

Het is natuurlijk niet zo dat "de" meerderheid zijn zin krijgt in de eeuwigheid. Eerder dat stemmen van verschillende groepen op verschillende lagen in verschillende fora op verschillende tijden vaak opgeroepen worden om een beslissing te maken. Hoe of hoe niet die lagen en beslissingen in elkaar overgaan en de stemmen vertegenwoorigen variert van systeem tot systeem.

Markzelluf
Markzelluf21 mei 2021 - 9:47

Best een interessant stuk, maar met enkele zaken ben ik het niet eens en ik vraag me af of de schrijver het echte probleem rond de toeslagen te pakken heeft. Gowricharn stelt: 'De oppositie kan wel moties indienen, maar zonder steun van de regeringspartijen halen die voorstellen het niet.' Dat is natuurlijk volkomen juist. Daar lijkt me in een democratie ook niks mis mee: de meerderheid bepaalt. Later stelt hij: 'Het parlement heeft dan weer het nakijken.' Euh, ook de regeringspartijen zitten in het parlement, ze vormen zelfs meestal de meerderheid, dus van nakijken is geen sprake. Maar vormt het parlement wel een gebrekkige tegenmacht. Dat zou best kunnen, maar aan de hand van de toeslagenaffaire kun je dat, vind ik, niet concluderen. Je zou best kunnen verdedigen dat de Kamer diffuse signalen afgeeft. Enerzijds een fijnmazig en redelijk ruimhartig systeem van toeslagen die snel worden uitgekeerd en anderzijds scherpe controle om fraude tegen te gaan. De uitvoering van een beleid met dergelijke zwaarwegende uitgangspunten blijkt vrijwel onmogelijk. Het parlement is daar - zodra ze lucht krijgen van fouten - zeker kritisch op, maar binnen de top van de (veel te complexe) ambtelijke organisaties heeft men de indruk en stelt men dat er verbeterslagen gemaakt worden - daar zijn ze ook continu mee bezig - waardoor je met elkaar op een bewegend doel aan het schieten bent. Heeft dat te maken met te weinig tegenmacht? Nee, veel meer met gebrek aan organisatievermogen. je kunt dan kiezen: het organisatievermogen verbeteren, maar ik vermoed dat daar een grens aan zit. Of je kiest voor uitgangspunten die wel werkzaam zijn: minder controle op misbruik, grofmazige regels, geen toeslagen meer maar een soort basisinkomen, noem maar op. Al die ideeën van de auteur om de tegenmacht sterker te maken (een 'apparaat' geven, dus de bureaucratie verder vergroten, criteria opstellen - een soort spreadsheetmanagement) lossen het probleem niet op, maar laten de symptomen harder bloeden. Wie wordt daar beter van?

2 Reacties
DaanOuwens
DaanOuwens21 mei 2021 - 17:07

@ Markzelluf Mooi dat je het een interessant stuk vindt. Dat is het ook vind ik. Er zijn inderdaad kanttekeningen bij te maken. Maar jij neemt wel een hele verkeerde afslag in de betoog. Dat doe je hier: Daar lijkt me in een democratie ook niks mis mee: de meerderheid bepaalt. Voor jou is een democratie dat wat de meerderheid bepaalt. Maar dat is geen democratie. Dat is de dictatuur van de meerderheid. Democratie is dat rekening wordt gehouden met de wensen en behoeftes van de hele bevolking. Niet alleen met die van de meerderheid. Als je vanuit jouw perspectief naar de problemen met de toeslagen kijkt is er niets aan de hand. Een kleine minderheid, veelal niet autochtoon, financieel minder draagkrachtig. Dan snap ik waarom men in jouw democratie weinig problemen had met het optreden van de belastingdienst. De ruime meerderheid wil niet te veel betalen dus richten wij het systeem zo in dat voor de minderheid weinig te halen valt. Dan is ook logisch dat het meeste verzet kwam uit de SP hoek en principieel Christelijk CDA. Iets doen voor de armen en kwetsbaren is het bestaansrecht van dat gedachtegoed. Maar persoonlijk geloof ik niet dat jouw opvattingen over de democratie tot een goed functionerende samenleving leiden. Je kritiek op de wijze van organiseren ook niet. Er zijn in het bedrijfsleven talloze dienstverleners die complexe diensten verleningen leveren aan grote groepen mensen, vaak gaat dat prima. Een ziekenhuis is qua organisatie vermoedelijk een van de meest complexe systemen die er is. Zeker de grotere. En daar gaat heel veel goed. Dus zijn er ook redenen om te kijken wat er nou mis gaat bij de overheid voordat de conclusie wordt getrokken dat de overheid alleen domme diensten kan leveren. Misschien komt het wel gewoon door Rutte? Als het bestrijden van fraude meer belangrijk wordt dan mensen die steun van de overheid nodig hebben die steun efficiënt te bieden. Dat zou best de belangrijkste oorzaak kunnen zijn. Dan is het probleem Mark zelf.

Paul Spijkers
Paul Spijkers21 mei 2021 - 23:18

Er zijn wetten die er voor zorgen dat de verantwoordelijken niet in de nor worden gegooid, en er zijn niet genoeg wetten die er voor zorgen dat de slachtoffers recht kunnen halen. Dus het gaat niet direct om het proces van hoe de kamer werkt. Hoewel het wel apart is dat niemand roept dat die wetgeving op de schop moet. In die zin blijft het maar een praat circus van mensen die zeggen dat ze verantwoordelijkheid nemen maar dat dus nooit doen.

Paul Spijkers
Paul Spijkers20 mei 2021 - 21:34

Dit stuk stelt te hoog opgenomen woorden tegenover de praktische processen en principes. Het is helemaal niet onduidelijk wie macht en tegenmacht uitoefent. Dat doen de nummers. Een meerderheid van de tweede kamer doet dat, via het regerende comité. Als de regering op een meerderheid kan rekenen, dan is het ja. Als niet dan is het nee, tot naar huis sturen van die regering toe. De controle zit 'm in die stemmen. De vragen en debatten zijn daar een ondersteunend proces van. En gelukkig gezien de manier waarom partijen gekozen worden, gaan de debatten en stemmen tussen veel partijen die dus op veel manieren de pluriforme interessen van delen van het volk vertegenwoordigen. Want ander blijft is het maar een patstelling. Dat onduidelijke moet je dus koesteren, want daar komt betere redenering en bewijsvoering van. Veranderende formaties en verhoudingen zijn nu net het process van democratie in actie. Je moet geen stomme simpele tegenstand willen. Het idee dat dat allemaal op de schop moet zal toch eerst een alternatief moeten kunnen voorstellen. Een twee partijen stelsel waar het wel duidelijk is maar het dus veel erger en veel minder beter is? Geen echte redenering, alleen maar partij eenheid = macht? Een een partij systeem waar het allemaal ja knikkers zijn?

1 Reactie
Paul Spijkers
Paul Spijkers21 mei 2021 - 1:54

Verder zijn er limieten en controles op de regering via de grondwet, en de machten die daarin worden toegekent, aan in het speciaal rechters, eerste kamer, provincies, gemeentes en burgers.

ton14024
ton1402420 mei 2021 - 21:10

De reactie op de foto van Omtzigt, functie elders, niet de feitelijke notitie, laat zien wat de tegenmacht is. In de eerste plaats door het parlement vertegenwoordigt, is dat het volk. Die 150 zitten daar om het netjes te houden. De regenten moeten vooral die Omtzigt nog wat jennen jonge, dan krijgen ze hun trekken thuis.

marcelhermus
marcelhermus20 mei 2021 - 18:28

Heeft de auteur het nu toevallig over iets wat al bestaat, namelijk de 1e kamer.

MartinvanderLinde
MartinvanderLinde20 mei 2021 - 13:38

Eens met de schrijver dat het probleem van macht en tegenmacht in de haarvaten van ons politieke systeem zit. Terecht stelt de schrijver dat er alleen tegenmacht is vanuit de oppositie. Wat logisch is want de coalitiegenoten hebben een ander belang: het beschermen van het ingezette beleid. Die belangentegenstelling is het gevolg van het bestaan van politieke partijen en hun aanwezigheid in de kamer. Hun grootte is het resultaat van evenredige vertegenwoordiging. Hoe meer stemmen hoe groter de macht, hoe minder stemmen hoe kleiner de tegenmacht. Maak de invloed van partijen kleiner of schaf ze helemaal af en het probleem is getackeld. De vraag is of de problemen die dan opduiken niet veel groter zijn. Los van de vraag hoe je dit wilt organiseren. Een tussenoplossing zou zijn om uitsluitend met minderheidskabinetten te werken. Het zal het gevoel van inspraak vergroten, de vraag is hoe consequent het beleid dan is en of al die compromissen wel iets werkbaars opleveren. Wat betreft de rol van de ambtelijke macht en de kennisachterstand van de kamer, dat is volgens mij een andere discussie die deze echter wel raakt. Het Kamerlidmaatschap is bijna altijd het gevolg van het resultaat van een goed doorlopen carrière in een politieke partij. Niet van kennis over zaken die in de kamer aan de orde komen. Het duurt vele jaren voordat je goed in je dossier zit. Maar je kennis is altijd minder dan die van ambtenaren die veel beter weten wat er speelt. Bovendien geeft de partijleiding aan binnen welke kaders je mag opereren. Kijk naar de verhuurdersheffing, iedereen en vooral ambtenaren wisten dat het een tegenovergesteld effect zou hebben. De politiek wilde een gebaar maken naar de achterban en nu zitten we met de gebakken peren. Hetzelfde geldt voor de nationale politie, politieke dwang tegenover ambtelijke kennis. In dat rijtje kun je ons migratiebeleid zetten, de Europese begroting inzake noodhulp, het landbouwbeleid, de toeslagenaffaire etc. Van dat laatste zijn we met de gevolgen geconfronteerd, al die andere zaken wil de politiek aan ons oog onttrekken vanwege electorale, lees: eigen, belangen. De tegenstelling macht/tegenmacht is daarom ook een tegenstelling tussen wat goed is en wat we zouden willen. De invloed van wat de kiezer wil en wat technisch uitvoerbaar is. Je ziet dat terug in de invloed van onafhankelijke instituties als SER, de Raad van State, de Nationale Ombudsman en de Rekenkamer. Hun rapporten worden door de Kamer grotendeels genegeerd. De reden is dat politieke partijen willen om in het gevlij van kiezers te blijven vaak haaks staat op wat goed is voor de samenleving in het algemeen. Politieke partijen versterken de waan van de dag omdat dat stemmen oplevert. En daarmee ben ik weer waar ik mee begon, het is inherent aan het bestaan van politieke partijen en hun vertegenwoordigers in het kabinet dat er een tegenstelling is tussen wat we willen en wat we kunnen. Want niet altijd lopen die twee zaken in elkaars verlengde. De toeslagenaffaire was er omdat de politieke partijen in de kamer iets goeds wilde doen voor de kiezer maar geen idee had hoe ze dat moest aanpakken. Toen het ondanks vele, vele waarschuwingen van ambtenaren mis ging, waren diezelfde ambtenaren de gebeten hond. De werkelijke oorzaak van dit hele schijnprobleem van macht en tegenmacht ligt besloten in het bestaan van de politiek zelf. Het is er inherent aan.

1 Reactie
DaanOuwens
DaanOuwens20 mei 2021 - 16:57

@ MartinvanderLinde Mooi stukje van je. Ben het op onderdelen niet met je eens, maar je hebt een samenhangend betoog. Met name deze constatering van je deel ik nadrukkelijk: Je ziet dat terug in de invloed van onafhankelijke instituties als SER, de Raad van State, de Nationale Ombudsman en de Rekenkamer. Hun rapporten worden door de Kamer grotendeels genegeerd. Bizar is dat. Het balletje ligt op de stip. Het kan zo stijf in de kruising, de keeper is een biertje drinken en de kamerleden gaan vragen stellen. Terwijl alle informatie die ze moeten hebben al beschikbaar is.

frankie48
frankie4820 mei 2021 - 12:14

"Het enige wat het parlement kan doen wanneer de macht al te arrogant wordt is boos worden, zeuren, trammelant maken, en doorzetten. Meer niet." Het beïnvloeden van de publieke opinie bij arrogant gedrag van de macht is toch een belangrijke taak, vooral als er door dat arrogante gedrag van de macht door informatieonthouding slachtoffers zijn gevallen. Maar laat de tegenmacht nou als eerste ervoor gaan zorgen dat het toetsingsrecht in ons land wordt ingevoerd, want dat alleen zou er al voor kunnen zorgen dat door blinde partijloyaliteit wet-of regelgeving ingevoerd gaat worden die strijdig is met bepalingen opgenomen in onze grondwet of afgesloten verdragen.

DaanOuwens
DaanOuwens20 mei 2021 - 11:58

Ik vind de analyse aardig, maar de oplossingen niet. Wat mij opvalt is dat ook deze schrijver in de macht/tegen macht vorm blijft. Gelukkig ziet hij wel dat de ene tegen macht de andere niet is en dat Wilders dus andere tegenmacht is als Klaver. Maar naar mijn idee blijft deze vorm een beetje behelpen. Ik zie het meer als een testament van Omtzigt deze discussie. Ik zou liever denk aan het raad van toezicht model. Dat in de not for profit sector heel gebruikelijk is. Het bestuur, de eindbaas, is het kabinet. De raad van toezicht is het parlement. Het parlement beoordeelt of het kabinet alles doet om de organisatie gezond te houden, de boel onder controle houdt, kwalitatief goed werk levert, een goed werkgever is maar beoordeelt niet de hoe het bestuur dit aanpakt. Dat is aan het bestuur zelf. Dus het kabinet zelf. Daardoor zijn de toezichthouders veel meer bezig met de strategie en de lange termijn en niet met de waan van de dag. De raad van toezicht vergadert vaak maar 4 maal per jaar. Een per 2 maanden soms. Maar de aandacht gaat maximaal uit maar het jaarplan voor het volgende jaar en de jaarrekening en het jaarverslag van het afgelopen jaar. En dan moet het bestuur met de billen bloot. Volgens mij een positie die veel effectiever is als de positie van de tegenmacht. De RvT kan uiteraard ook de bestuurder naar huis sturen. Dus wat mij betreft wordt de macht/tegen macht vorm op de schroothoop gezet en wordt eens nagedacht over het RvT model. Levert volgens mij beter bestuur op.

Grietje Genot
Grietje Genot20 mei 2021 - 11:48

Dat is dus duidelijk: het parlement moet een eigen leger krijgen.

4 Reacties
Uw Psychiator
Uw Psychiator20 mei 2021 - 15:27

@ Grietje Genot (13:48u) - ik moest hier onbedaarlijk om lachen. Een grap die enerzijds totaal onverwacht uit de lucht komt vallen, en aan de andere kant zó eenvoudig en raak is: dat is er een waarvan ik denk: ik ware er trots op geweest als ik hem zelf ingediend had... ...groter compliment ken ik niet. ...

Minoes&tuin
Minoes&tuin21 mei 2021 - 9:33

Zelfs zo goed, dat ik er niet eens meer om kon lachen. Ik had het niet gezien omdat ik al besloten had dat ik op bovenstaand stuk niet eens meer wilde reageren. Chapeau!

Grietje Genot
Grietje Genot21 mei 2021 - 9:40

Dat compliment steek ik in mijn tas Clive ,eh, mijn psychiator.

Minoes&tuin
Minoes&tuin21 mei 2021 - 11:01

Mijn 'emotie' zat nog teveel bij de Palestijnen! Niet geschoten is altijd mis.