Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

De media zijn veel te gericht op de blanke navel en het Brits/Amerikaanse buitenland

  •  
02-08-2021
  •  
leestijd 6 minuten
  •  
66 keer bekeken
  •  
4720781631_66a61320ec_w

© cc-foto: Nerissa

Geen enkel regulier Nederlands medium realiseert zich voldoende dat steeds meer leden van de doelgroep deel uitmaken van families met vertakkingen naar andere landen: Marokko, Tunesië, de Dominicaanse Republiek, Colombia, Brazilië, Ghana.
Afgelopen weekend maakte René Romer zich op deze site kwaad over het feit dat de Nederlandse media nog geen aandacht hebben besteed aan het overlijden van Jacob Desvarieux , grondlegger van de Zouk. Hij ziet voor de zoveelste keer bewezen hoe weinig inclusief ze zijn. Romer heeft niet alleen groot gelijk, het is met de media ook nog eens een stuk erger dan hij denkt, FunX overigens niet te na gesproken. En ook niet de VPRO die met het radioprogramma Bureau Buitenland en een eigenzinnige onderwerpkeuze nog steeds weerstand biedt aan de conformeringsdwang vanuit de bureaus der netmanagers.
Sinds de eeuwwisseling zijn hier te lande kranten, radio, televisie en vrijwel alle nieuwssites steeds eenkenniger geworden. Navelstaren is de norm. Het zijn bijna altijd blanke navels want aan nieuws uit gemeenschappen met een andere dan de oorspronkelijk Nederlandse cultuur besteden redacties nauwelijks aandacht behalve als het om moord, doodslag, drugs of terrorisme gaat. Hun opiniemakers vinden in grote meerderheid dat minderheden zich “aan moeten passen” en “mee moeten doen”. Het ontbreekt de meeste redacties aan (talen)kennis om over zulke gemeenschappen te berichten zoals ze dat over de etnische Nederlanders wel doen: het verenigingsleven volgen bijvoorbeeld, interne politieke en religieuze tegenstellingen verslaan, concerten en theatervoorstellingen recenseren.
Jacob Desvarieux is tot nog toe door de media niet alleen genegeerd omdat hij een Caribisch muziekfenomeen is maar ook omdat hij afkomstig is van de Franse Antillen. Behoorde hij tot de grondleggers van de reggae, was hij een Jimmy Cliff geweest, dan hadden de Nederlandse media anders gereageerd. Gewoon omdat hij dan geen Franstalig maar een Engelstalig popidool was geweest. Buitenland betekent voor de Nederlandse media over het algemeen Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. De rest van de wereld is bijzaak. Als er zogenaamde duiders aan de talkshowtafels verschijnen, gaat het vrijwel steeds over Engelse en Amerikaanse kwesties. Een heel enkel keertje mag iemand iets over Frankrijk komen vertellen. Duitsland is helemaal terra incognita. Laat staan dat er serieuze belangstelling bestaat voor de ontwikkelingen in Portugal, Spanje en Italië. Dan beperkt men zich veelal tot het bevestigen van vooroordelen over naar olijfolie en knoflook riekende potverteerders.
Moest het over oorlogen in het Midden-Oosten of Afghanistan gaan, dan nodigen talkshowredacties gewoonlijk iemand uit die geschoold is in de machtspolitiek van westerse mogendheden en de NAVO, haast nooit iemand die doorkneed is in de geschiedenis en de ontwikkeling van Syrië, Irak of Midden-Azië. Vaak ook raadpleegt men Kamerleden, die evenmin van hun gezond niet afweten maar wel het beleid van de eigen partij willen verdedigen.
Anders vindt de redactie in de rolodex onder de T en de V altijd wel iemand die zich afficheert als terrorismedeskundige of veiligheidsexpert. Zulke gasten leggen dan met veel aplomb de situatie uit in landen waarvan zij talen noch culturen kennen.  Voor het overige liggen Latijns-Amerika, Azië en Afrika ver achter de horizon. Geen medium volgt bijvoorbeeld consequent het nieuws uit India, waar de populistische en intolerante premier Modi al jaren Trump in de schaduw stelt en een groot gevaar vormt voor de interne en externe stabiliteit. Evenmin is er veel aandacht voor Indonesië, Vietnam of Thailand. Behalve als het om rampen gaat of vreemde types zoals de Thaise koning.
Wie de Nederlandse media volgt, weet dat president Xi Jinping een alleenheerser is die elke tegenspraak de kop indrukt. En dat er zoiets is als de zijderoute en dat China ergens wel een dreiging is. Over achtergronden, over ándere Chinese politici, over de interne ontwikkelingen in dat enorme land vernemen we weinig tot niets met een kleine uitzondering voor de heisa in Hongkong. We hebben natuurlijk de reisreportages gehad van Ruben Terlou maar zonder dit uitzonderlijke talent was er nooit ruimte voor gemaakt op de NPO.
Vladimir Poetin en Rusland idem dito. Zelfs de berichtgeving over de MH17, een zaak die Nederland rechtstreeks raakt, is lapidair. Laat staan dat de binnenlandse ontwikkelingen systematisch worden gevolgd. Als Poetin iets spectaculairs doet zoals het vergiftigen of vermoorden van een al te opvallende tegenstander, heb je kans dat Derk Sauer even in beeld komt, daar blijft het bij.
Natuurlijk hebben veel media nog wel een aantal correspondenten in het buitenland, maar op die categorie specialisten is de afgelopen decennia sterk bezuinigd. Ze moeten zich tegenwoordig meestal in leven houden met freelance contractjes. Zeker buiten Europa krijgen zij enorme gebieden toegewezen, bijvoorbeeld heel Latijns-Amerika en het Caribisch gebied. Hun reportages worden in Nederland beoordeeld door redactionele poortwachters, die onveranderlijk aan de Engelse ziekte lijden.
Ook de redacties cultuur en entertainment hebben zich zo goed als volledig aan Engeland en Amerika uitgeleverd. Daarom lees je haast nooit iets over Duitse of Franse sterren uit literatuur en film. Als het over antiracisme  gaat, is de blik vrijwel totaal op de Verenigde Staten gericht en nooit op Parijs of Berlijn. Laat staan dat Zuid-Europa of Latijns-Amerika in beeld komen.
Geen enkel regulier Nederlands medium realiseert zich voldoende dat steeds meer leden van de doelgroep deel uitmaken van families met vertakkingen naar andere landen: Marokko, Tunesië, de Dominicaanse Republiek, Colombia, Brazilië, Ghana. Die landen krijgen dan ook geen bijzondere aandacht ondanks het feit dat er voor nieuws over politieke, economische en culturele ontwikkelingen voldoende belangstellenden zijn. Een beetje gezeiklijster over de lange arm van Erdogan en zo, daar blijft het over het algemeen wel bij.
Dit alles komt omdat redacties hun nieuws uit Engelstalige bronnen halen. Ze nemen de nieuwskeuzes en de prioriteiten over uit Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. Dat doen redacties omdat Engels er de enige vreemde taal is waarmee men overweg kan. In heel Nederland is de actieve kennis van Frans en Duits grotendeels weggeëbd. Men kán Le Monde, Le Figaro of de Nouvel Obs niet eens meer lezen ook al zou men het willen. Laat staan dat men een abonnement heeft op de sites van El Espectador, Ja Jornada, o Estado de São Paulo,  Cumhüriyet of  Kompas.
Nu kun je zeggen: de wereld is groot en de kranten zijn klein. Hoe moet die informatievloed uit de hele wereld in hemelsnaam worden ingebed? Nou bij de New York Times kunnen ze het wel. En bij de Neue Zürcher Zeitung ook. Laatstgenoemde krant richt zich tot de Zwitserse zakenelite, voor wie het belangrijk is betrouwbaar te worden voorgelicht over wat er op de hele wereld gebeurt, ook in Kazakhstan of Bangladesh en dat het niet uitsluitend om coups of incidenten gaat maar om trends en interne politieke, sociale en culturele ontwikkelingen.
Nu kan men tegenwerpen dat alle mensen  met een internetaansluiting sites uit de hele wereld kunnen afgrazen om hun hoogst particuliere belangstelling te bevredigen. Dat is zeker het geval maar er is kennis van zaken voor nodig om het kaf van het koren te scheiden: om nepnieuws te ontmaskeren, om betrouwbare bronnen te vinden en je niet op sleeptouw te laten nemen door ideologen en propagandisten. Er zullen zeker genoeg lezers van dit stuk zelfvoldaan constateren dat de MSM voor hen hebben afgedaan en dat zij zelf hun weg wel vinden. Naar GeenStijl bijvoorbeeld. Of Fox News. Of GB News. Ook zulke zogenaamd onafhankelijke geesten bezoeken sites waarvan de inhoud door poortwachters met een eigen agenda is gefilterd.
Dat doet er  in dit verband echter niet zoveel toe. Het gaat om de vraag waarom geen medium berichtte over de dood van Jacob Desvarieux. Dat komt inderdaad door het gebrek aan inclusiviteit bij de media. Maar dat ligt ook nog eens ingebed in een eenzijdige gerichtheid op blanke navels en het Angelsaksische buitenland. Het een versterkt het ander. Ook dat nog.
Aanvulling: maandag plaatste de NOS dit bericht naar aanleiding van het overlijden van Jacob Desvarieux. Het gespecialiseerde Caribe Magazine heeft wel berichten geplaatst rond zijn ziekte en overlijden, dit en dit. Opmerkelijk, de Straits Times uit Singapore vond het overlijden van Desvarieux een bericht waard.
Voor het overige ben ik van mening dat het toeslagenschandaal niet uit de publieke aandacht mag verdwijnen en de affaire rond het Groninger aardgas evenmin.
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.