Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen.

De liberale afdwaling

08-11-2025
leestijd 2 minuten
1854 keer bekeken
ANP-541310975

In 2013 onthulde Mark Rutte op het strand van Den Haag een straatnaambordje met de naam van de eerste liberale minister-president: Pieter Wilhelm Adrianus Cort van der Linden, premier van 1913 tot 1918. Rutte sprak vol trots over zijn illustere voorganger en stelde zich politiek verwant aan hem te voelen. Maar de vraag is of die bewondering wederzijds zou zijn geweest. Waarschijnlijk niet.

In hun boek Waarom vuilnismannen meer verdienen dan bankiers stellen Frederik Jesse en Rutger Bregman dat Van der Linden zich in zijn graf zou omdraaien als hij zou zien hoe Rutte het liberalisme in zijn politieke carrière in Nederland gestalte gaf.

Cort van der Linden baseerde zijn ideeën op het gedachtegoed van Adam Smith, de grondlegger van het klassieke liberalisme. Maar Smith was eerder een moraalfilosoof dan een econoom. Zijn denken draaide niet alleen om marktwerking, maar vooral om ethiek: hoe moeten mensen zich gedragen? Wat is rechtvaardig? En wat heeft werkelijk waarde?

Een van Smiths bekendste ideeën is de ‘diamant-waterparadox’. Water is van levensbelang, maar heeft nauwelijks ruilwaarde. Diamanten hebben vrijwel geen gebruikswaarde, maar zijn extreem duur. Smith maakte zo een onderscheid tussen gebruikswaarde en ruilwaarde. Een onderscheid dat fundamenteel is in het denken over economie en ongelijkheid.

Dat onderscheid trok hij ook door naar arbeid. Productieve arbeid, vond Smith, is werk dat bijdraagt aan het welzijn en de rijkdom van een samenleving. Een boer, een verpleegkundige of een vuilnisman voegt waarde toe. Onproductieve arbeid daarentegen levert geen maatschappelijke meerwaarde op: denk aan koningen, topsporters of bankiers. Ze bieden vermaak of status, maar dragen niets wezenlijks bij aan het algemeen belang. Toch zijn juist zij vaak schatrijk. Smith noemde dit soort mensen ‘parasieten’. En hij had een duidelijke oplossing: belast ze stevig.

Adam Smith pleitte voor hoge progressieve belastingen op vermogen en erfenis. Cort van der Linden probeerde die lijn te volgen. Hij vond het erfrecht een “hinderpaal op den weg naar maatschappelijke ontwikkeling” en streefde naar publieke controle over essentiële voorzieningen, zoals via een Rijkspostspaarbank. Hij geloofde in marktwerking, maar onder regie van een sterke, rechtvaardige overheid.

Mark Rutte deed het tegenovergestelde. Hij haatte de erfbelasting, die hij “sterftaks” noemde, en zag de inkomstenbelasting als een vorm van “jaloeziebelasting”. Zelfs de Belastingdienst typeerde hij als “het blauwe gevaar”. Terwijl Van der Linden pleitte voor herverdeling, publieke voorzieningen en progressieve belastingheffing, stond Rutte voor privatisering, belastingverlaging voor de rijken en een uitgeklede overheid. De huidige leidster van de VVD zet de door hem ingeslagen weg enthousiast voort. Ze is een overtuigd neoliberaal.

Cort van der Linden was een progressieve liberaal. Rutte een conservatieve liberaal, een neoliberaal. Wat ooit een filosofie van morele verantwoordelijkheid en publieke gerechtigheid was, is onder Rutte verworden tot marktverering en belastingafkeer. Als Cort van der Linden vandaag uit zijn graf zou opstaan, zou hij zich waarschijnlijk afvragen hoe het liberalisme zo ver kon afdwalen...

Delen:

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.

Al 100 jaar voor