U krijgt slechts eenmaal in de vier jaren de gelegenheid om aan te schuiven in
het restaurant van de Nederlandse politiek. Het is dus zaak om ieder gerecht grondig te
inspecteren alvorens uw keuze te maken.
De kiezer heeft altijd gelijk. Deze stelling klinkt op het eerste zicht als een vanzelfsprekendheid. Het is echter zeer de vraag of de kiezer ook zijn gelijk daadwerkelijk krijgt.
Daar zit u dan. In het restaurant van de Nederlandse politiek. Aan een mooi tafeltje aan het raam, ondertussen de glanzende menukaart zorgvuldig bestuderend. Die zorgvuldigheid is terecht: in de regel krijgt u slechts eenmaal in de vier jaren de gelegenheid om aan te schuiven in dit restaurant. Het is dus zaak om ieder gerecht aan een grondige inspectie te onderwerpen alvorens uw keuze te maken.
Dat laatste blijkt nog een hele klus. Niet alleen belooft ieder gerecht u de beste smaakervaring. Onder uw ogen blijken de ingredienten terwijl u leest van samenstelling te veranderen. Blijkbaar staan er meerdere koks in de keuken. Waarvan een niet onaanzienlijk aantal de samenstelling van hun gerecht nu eenmaal graag tussentijds wijzigen. Dat maakt uw keuze er niet bepaald eenvoudiger.
Ook het feit dat een of meerdere koks, soms zelfs tegelijkertijd, aan uw tafel verschijnen om hun gerecht als de enige juiste keuze aan te prijzen draagt niet direct bij aan het maken van uw keuze. Verdiept in de menukaart staan ze ook nog eens meermaals aan uw tafel. Om u mede te delen dat ze ingredient van overige koks bij nader inzien ook hebben opgenomen. Of juist weer verwijderd.
In aanvang amuseert u zich wel met deze kakafonie van af en aanstormende koks. Na de zoveelste keer is de lol er echter voor u behoorlijk af. Sommigen onder u zijn dit theater moe en sommeren de koks in de keuken te blijven. Velen laten zich het zoveelste bezoek aanleunen. Alsof deze wederkerende bezoeken de gerechten ook daadwerkelijk beter zouden laten smaken. U weet diep in uw hart dat dit niet zo is; de enige maatstaf is immers de smaak van datgene wat straks op uw bord verschijnt. Maar in de tussentijd bent u enigzins verslaafd geraakt aan het theater der koks. Ook al lijkt de laatste voorstelling steeds meer op de daaraan voorafgaande.
Desalniettemin heeft u uiteindelijk uw keuze gemaakt. Op het lijstje naast uw bord vult u het hokje behorende bij het menu van uw keuze keurig rood met het daartoe bestemde potlood. In afwachting van – laat ons zeggen – de overheerlijke spaghetti Bolognaise. U, de kiezer heeft gekozen.
In de keuken speelt er zich buiten uw zicht echter een bijzonder tafereel af. Een aantal koks buigen zich over uw bestelling en gaan uitvoerig in gesprek. Soms op amicale en vaak op onvriendelijke wijze. Druk wordt er onderhandeld over het weglaten van ingredient zus, het uitruilen tegen ingredient zo, het toevoegen van een nieuw ingedrient als compromis. Uiteindelijk komen de chefs morrend en wel tot een vergelijk.
Groot is uw verbazing en verbijstering zodra uw bestelling met enige zwier wordt geserveerd. In de hutspot die dampend voor u staat vind u met enige moeite inderdaad onmiskenbaar ingredienten van de door u zorgvuldig gekozen spaghetti Bolognese terug. Tussen de aardappels, tuinbonen, varkenspootjes en wat dies niet meer zij.
Een herinnering aan uw vorige bezoek aan het restaurant van de Nederlandse politiek doemt plotseling voor u op: “dit heb ik eerder meegemaakt” vloekt u binnensmonds. Een ware conclusie. Helaas: u zult het met dit bord moeten doen. Terug zenden naar de keuken behoort niet tot de mogelijkheden in dit etablisement.
De kiezer heeft altijd gelijk. Het zijn echter de koks die bekokstoven. En uiteindelijk de maaltijd bepalen. Die maaltijd valt nogal eens zwaar op de maag, zoveel concludeert u na de zoveelste hap van de hutspot.
Terwijl u afrekent neemt u zich heilig voor om het Genootschap van Nederlandse Politieke Koks (GNPK) te bewegen tot de dwingende maatregel om minder koks toe te laten in de keuken van de Nederlandse politiek. Al uw vrienden, kennissen en buren zult u mobiliseren. “Die koksdrempel moet naar minimaal 5 procent, liever nog naar een procent of tien”.
Ook uw vriendenkring en collega’s kunnen zich vinden in uw idee. Op de gebruikelijke dwarsliggers na. “Maar die zul je altijd houden” houd u zichzelf voor.
De brandende vraag is: zit u over een jaar of vier wederom aan de hutspot? Of heeft u daad bij woord gevoegd en en masse de GNPK tot andere gedachten gedwongen? De tijd zal het leren…