De afgelopen week was er bij Pauw een item over de val van de Berlijnse Muur. Een aantal andere muren kwam eveneens aan bod, waaronder de Israëlische Muur. Zoals gebruikelijk werd die muur verklaard met verwijzing naar het veiligheidsargument. De problemen voor de Palestijnse bevolking komen dan in de categorie van betreurenswaardige neveneffecten. Op zich kwam een van die effecten wel goed en schrijnend in beeld met het tonen van het huis van Claire Anastas, dat aan drie kanten omgeven is door de Muur rond het Graf van Rachel.
Maar er is iets aan de hand met dat veiligheidsargument. Toen ik de bouw van de Muur meemaakte in 2003-5 denk ik dat veel mensen, ook hier in Bethlehem, geloofden in het argument dat de Muur in ieder geval mede was bedoeld om aanslagen tegen te houden. Daar geloof ik langzamerhand steeds minder in. Wanneer iemand vanuit de West Bank explosieven naar Jeruzalem zou willen vervoeren, kan deze dat zonder problemen doen. De auto’s die Jeruzalem binnenkomen worden niet echt goed gecontroleerd, alleen de achterbak wordt geopend. Eens vertelde iemand me dat “iedereen zijn eigen auto het beste kent, en wanneer je explosieven zou willen binnensmokkelen, kan je dat.”
Een van de redenen dat de checkpoints naar Jeruzalem te “infiltreren” zijn is het feit dat op die wegen ook veel Israëlische kolonisten rijden die geen zin hebben in de controles die Palestijnen ten deel vallen maar wel door naar Jeruzalem willen. Naar schatting zijn er in feite vele duizenden arbeiders uit de West Bank die zonder vergunning in Israel werken en dus de Muur passeren.
De Muur is poreus en dat is precies de bedoeling. Door middel van permits kunnen binnenkomende Palestijnen uit de West Bank worden ‘gecontroleerd’, ‘gereguleerd’ en vooral: afhankelijk gemaakt en onderworpen. De Muur met haar regulerende poorten zijn in feite een manier om de bezetting te continueren.
Ga maar na, de vele controle-effecten. Sommige Palestijnen krijgen gemakkelijker een vergunning dan andere. Als Palestijn ga je denken en twijfelen: waar ligt dat aan, moet ik een vergunning krijgen via een wasta (iemand die je helpt, bijvoorbeeld in het leger)? De Israëlische veiligheidsdienst zet mensen onder druk te collaboreren door hen en familie een vergunning en andere ‘hulp’ in het vooruitzicht te stellen.
Jongeren denken bij zichzelf: Ik ga liever geen oppositie voeren tegen de bezetting, ook niet geweldloos, wanneer dat betekent dat jijzelf (en familieleden wellicht) straks geen vergunning meer kunnen krijgen. Er zijn veel mensen op de West Bank die nooit een vergunning krijgen, omdat ze politiek actief zijn of waren. Wanneer het je als arbeider lukt ‘illegaal’ door de Muur te gaan, houd je je natuurlijk verder wel gedeisd.
Er zijn meer dan 100 typen vergunningen, Men wordt in categorieën geplaatst en tegen elkaar opgezet. De onzekerheid rond de vergunningen houdt veel mensen dagelijks in spanning. Palestijnse winkels en bedrijven zijn vaak geheel afhankelijk van een vergunning. Allerlei instellingen in de West Bank zoals kerken moeten contacten met het leger onderhouden vanwege de vergunningen. Dat vergroot de controle.
Vervolgens: Op de checkpoint word je als minderwaardig behandeld en vernederd. De checkpoints in de Muur maken duidelijk wie de baas is, net als de intimiderende hoogte van de Muur (8-9 meter in Bethlehem), en de corridors voor de checkpoints waarbij het net lijkt alsof je als vee door de poort gaat.
En niet op de laatste plaats: de vergunningen zijn bedoeld om de Palestijnen duidelijk te maken dat Oost-Jeruzalem niet van hen is. Want waarom zou je een vergunning nodig hebben om je eigen land en hoofdstad te bezoeken?
Met andere woorden: de Muur is vooral een bezettings- en uitsluitingsinstrument. Nog even afgezien van het feit dat grote stukken West Bank land worden meegepikt, in strijd met het internationaal recht – reden waarom de Muur door het Internationaal Gerechtshof in Den Haag in 2004 illegaal werd verklaard.
Op dit moment krijgen Palestijnse christenen uit Bethlehem vanwege het ‘christelijke feest’ (Kerstmis) een vergunning van… drie maanden. Vanuit een veiligheidsoogpunt niet zo logisch zou je denken, want juist nu zijn er dagelijks confrontaties op allerlei plaatsen in Oost-Jeruzalem. Jeruzalem is misschien het toneel van een nieuwe Intifada, rond problemen van discriminatie in dienstverlening, het verwoesten van woningen, de kolonisten die zich vestigen in Arabische woonwijken zoals Silwan, de plannen onder rechts-radicale Israëli’s om de religieuze status quo te doorbreken bij de Al-Aqsa moskee.
Mensen denken hier echter dat er een economische reden is. Israëlische winkeliers in Jeruzalem oefenen druk uit op het leger om West Bankers toe te laten. De malls verkopen dan meer. Er werd de afgelopen tijd al misschien schade geleden omdat na de aanval op Gaza her en der op de West Bank er een boycot van Israëlische producten was ingezet.
Laten we aannemen dat de vergunning van drie maanden voor de christenen stand houdt. Moet je daarmee blij zijn? Mary, mijn Palestijns-christelijke echtgenote, is bepaald niet blij dat je een vergunning nodig hebt om je eigen land (Jeruzalem) te bezoeken of om als christen wel door de poorten te mogen en als moslim niet.
De hamvraag: Zijn de Muur en alles wat daarmee samenhangt in het Israëlische geval duurzaam?
Maarten van Rossem, uitgenodigd bij Pauw, had denk ik gelijk met te zeggen dat wie een Muur om zich heen bouwt aan de verliezende kant van de geschiedenis staat.