De islamitische revolutie en de vijanden van buitenaf
• 16-05-2013
• leestijd 3 minuten
Of Rafsanjani de verkiezingen in Iran wint is irrelevant, hij moet het volk oppeppen en klaarstomen voor 14 juni
De Iraanse presidentsverkiezingen staan voor de deur. Hashemi Rafsanjani besloot op de valreep zich in te schrijven als kandidaat. Rafsanjani wordt als een serieuze bedreiging gezien voor het kamp van Ahmadinejad. Hij was tussen 1989-1997 president van Iran, en volgde in die jaren een economisch liberale koers.
Onder zijn bewind maakte Iran na jaren weer zijn intrede tot de vrije markt. Vooral de handel met China groeide in die jaren heel snel. Veel leuzen van de islamitische revolutie raakten toen hun kleur kwijt. Kapitaal verloor haar vieze betekenis en de geldbezitters kregen hun verloren reputatie terug. Maar vooral de armere bevolkingsgroepen voelden zich in die jaren in de steek gelaten.
Na Rafsanjani won Khatami de verkiezingen van 1997. Hij bleef twee periodes van vier jaar aan. Het waren vooral culturele hervormingen die in zijn regeringsperiode plaatsvonden. In die jaren kregen vooral jongeren relatief veel vrijheden. De vrouwenkleding werd wat korter en strakker, hoofddoeken kleiner en de make up opvallender. Jongens mochten korte mouwen dragen en hun kapsels kregen steeds meer westerse tinten. Maar de economie zakte behoorlijk in, en dat veroorzaakte veel ontevredenheid onder de bevolking. Na 8 jaar Khatami stelde Rafsanjani in 2005 zich opnieuw kandidaat, maar verloor dit maal de strijd tegen Ahmadinejad, die het islamitisch conservatieve kamp vertegenwoordigde, met een links economisch plan. Het verlies van Rafsanjani was te voorzien. Ahmadinejad had de opperste leider Khamenei achter zich en een groot deel van de arme bevolking op het platteland en degenen die automatisch stemden op de apostelen van de leider. Maar na 4 jaar was een groot gedeelte van de bevolking uitgekeken op Ahmadinejad.
Tijdens de verkiezingen van 2009 en de groene beweging maakte Rafsanjani de indruk achter de hervormingsgezinde kandidaten, Mousavi en Karoubi, te staan. Maar hij maakte zijn steun niet breed kenbaar, en zeker niet nadat de beweging hardhandig neergeslagen werd en die twee kandidaten huisarrest kregen. Dat is overigens typerend voor Rafsanjani, zo handelen dat hij zijn handen altijd in onschuld kan wassen.
De vraag is nu of zijn kandidaatstelling door de strenge keuring van ‘De raad van de hoeders van de islamitische revolutie’ komt. Naar mijn inzicht wel. Rafsanjani kennend zou hij zich niet ingeschreven hebben als hij niet verzekerd geweest was van een goedkeuring. Dat hij beweert zijn reputatie op het spel gezet te hebben door zich kandidaat te stellen, hoort bij het spel.
De Iraanse bevolking is het politieke spel van de afgelopen vier jaar beu en verkeert als gevolg van het onderdrukken van de groene beweging van 2009 in een vorm van apathie en verslagenheid. De economische sancties hebben dat gevoel versterkt. Honderden gearresteerden van de groene beweging zitten nog in de gevangenissen. De arrestaties en martelingen van andersdenkenden is aan de orde van de dag in Iran. Gevangenissen zitten vol met schrijvers, kunstenaars, advocaten etc. Mensen zijn erg cynisch geworden. Ze houden zich nauwelijks bezig met de presidentsverkiezingen. Gebeten word je toch, is de heersende gedachte op dit moment.
Deze houding ontgaat de islamitische leiders niet. De autoriteiten mogen elkaar de hersenen inslaan, maar de islamitische revolutie mag tegen geen prijs daar de dupe van worden. De bevolking heeft een oppepbeurt nodig. Noch de kandidaten die de steun van de opperste leider genieten (Adel en Jalili), noch degene die de volledige steun van Ahmadinejad heeft (Mashaie), is in staat het volk massaal naar de stembussen te krijgen. De Iraanse autoriteiten zeggen al 33 jaar tegen de wereld dat hun systeem de massale steun van het volk heeft. De deelname van de bevolking aan de verkiezingen is vaak hun maatstaf. Deze bewering zal dan moeilijk te verkopen zijn als weinig mensen bij de komende verkiezingen gaan stemmen.
Rafsanjani is de man die het volk op moet peppen en klaar moet maken voor 14 juni. De wereld kijkt toe. Niemand mag weten dat de Iraanse bevolking geen vertrouwen meer heeft in een islamitische regering. Niemand mag erachter komen dat het volk in een permanent rouwgevoel leeft. De islamitische revolutie moet beschermd worden tegen de vijanden van buitenaf. En Rafsanjani betreedt, als beschermengel, het veld. Zal hij de verkiezingen winnen, mocht hij zich op het laatste moment niet terugtrekken in iemands voordeel? Dat is irrelevant, gebeten word je toch.