In een land van taaljongleurs komt de homoseksueel er bekaaid af
Toen we in onze Franse uithoek kwamen wonen, dik tien jaar terug, was mijn lief volgens haar verblijfsvergunning een ‘concubine’. Het was de officiële aanduiding voor de ongehuwd samenwonende vrouw. Ook voor mij was dat even slikken: wat hoorde bij ingebonden vrouwen-voetjes uit het oude China, lag plotseling elke avond in mijn bed. Bovendien werd mij toegestaan tien jaar in het land te verblijven, mijn concubine slechts vijf jaar. Niet eerder was ze zo gediscrimineerd.
Hollande heeft gelijkheid hoog in het vaandel. Vanaf 2013 mogen Franse homoseksuelen trouwen èn adopteren. Het is snel gegaan in het land van de meest wonderlijke omgang met homoseksualiteit die ik meemaakte.
Een wandeling door Moskou.
Ik ben met Igor, een Russische vriend waarmee ik al behoorlijk vertrouwd ben geraakt. We praten over zijn familie, zijn oude vrienden en zijn oude leven, een paar duizend kilometer naar het oosten. We komen bij een park.
“Dit is Gorkipark,” zegt hij.
Ik vermoed dat Igor homo is, maar zoiets vraag je niet aan een Rus. Homoseksualiteit is in dit land taboe en bovendien een gevaarlijke sport. Dus ik vraag: “Is dit een park waar homo’s elkaar ontmoeten?” Misschien wil Igor zijn ei wel kwijt. “Er zijn geen homo’s in Rusland,” antwoordt hij alsof het een wetenswaardigheid is. “Ach nee?” zeg ik. “Nee hoor, ik heb nog nooit een homo gezien.”
De muur was een paar jaar eerder gevallen, maar het leek even alsof hij er weer stond. Hoe kon de slimme Igor zeggen wat het communisme had gepredikt? Pas 15 jaar later kwam hij uit de kast en ik was heel blij voor hem.
Het is wonderlijk, dat geloof in kletskoek, maar ik begrijp dat het brein ons helpt bij onze zelfbescherming.
Een bruiloft in Engeland. Een Utrechtse vriendin trouwt een Londenaar. Binnen een kwartier hebben we een berenleuk èn vrij persoonlijk gesprek met een ons onbekende Engelse jongeman. Margot vermoedt kennelijk dat hij van mannen houdt. Want op een goed moment vraagt ze, lekker direct : “By the way: are you homosexual?” Een kortstondig moment van English Embaressement. Gelukkig waait het snel over, de knul lacht en antwoordt: “Yes, I’m gay. But it’s just… it’s just that nobody has ever asked me that question!” Hij is een goede vriend van onze vriendin, dus wat later vragen we haar: “Heb je er echt nooit over gesproken met hem?”
“Nee, daar praat je niet over hier.” “De anderen evenmin? Lilly, de roddeltante? De openhartige Maggy, die getuige is? Niemand?” “Waarschijnlijk niet, het is te intiem.” “Te intiem? Erover praten met goede vrienden is te intiem… ?” “Ja, het is gek misschien, maar zo gaat dat in good old England.”
Het is wonderlijk, dat doodzwijgen, maar ik begrijp de struisvogel wanneer een cultuur zoveel schaamte kent.
De familie van de oude Hermine in ons dorp. Bloemetjesjurk, bloedworst en drie generaties onder één dak. Haar jongste kleinzoon zou best eens homoseksueel kunnen zijn.
“Hij houdt van koken,” zegt Hermine en ze is apentrots. Mathieu is 15 jaar. “De servetten kan hij in allerlei figuren vouwen en hij wil dat er kaarsen op tafel staan.” Ze lacht erbij, het is me er één, die Mathieu. Tot ruim een jaar geleden droeg Mathieu de jurken van zijn zus, in huis, gewoon voor de lol.
“Hij verkleedt zich graag,” zegt Hermine en roert in haar koperen ketel.
Er zijn meer aanwijzingen dat Mathieu van jongens zal houden, maar zo ziet Hermine dat niet. Hoe kan dat nou? Is ze niet wijzer geworden van het schandaal van haar kapper?
Haar kapper met gezin waren dikke vrienden met de drie generaties onder dat ene dak. De kinderen speelden met elkaar, de gezinnetjes trokken samen op vakantie. En Pierre de kapper knipte de hele familie. Niet voor geld, maar gewoon, als vriendendienst. Hermine gaf de kapper dan, als bedankje, wat van haar eenden-pâté en zo nu en dan een goddelijke worst. Soms had ik best kapper willen zijn. Op een dag ging Pierre er vandoor met een leuke vent. “Goh zeg, wie had dat verwacht?” zei Hermine.
Ik vond juist dat kapper Pierre zijn leven behoorlijk lang had volgehouden. Hij had dezelfde vrouwelijke kant als haar kleinzoon Mathieu. Aan de schoonzoon van Hermine vroeg ik later tussen neus en lippen door: “nooit een vermoeden gehad?” “Nee hoor,” was het antwoord en het klonk als “hoezo dan?”
Het is wonderlijk, de afwezigheid van de homoseksuele mens in de Zuid-Franse gedachten en begrijpen doe ik het niet.
In Rusland zouden twee broers als homo’s kunnen worden nagewezen. Hier is het andersom. Zoals bij het Engelse mannenstel dat één watermolen stroomopwaarts woont.
“Dat zijn toch broers?” zegt Hermine. Zonder insinuaties of dubbele bodems, zonder grappen waarmee men naar de waarheid speurt. Homoseksualiteit valt buiten het denkraam. Tussen alle, soms grove seksuele scheldwoorden, is er slechts één courante voor de homoseksuele man en die is nog incorrect ook: pédé. Voor de vrouw is er ‘gouine’. In een land van taaljongleurs komt de homoseksueel er bekaaid af. Is dat een teken van gelijkheid? Of juist van verloochening? Wie het weet mag het zeggen.
Natuurlijk is Hermine niet heilig. “Knipt Pierre jullie haren nog?” vraag ik na een tijdje als ik haar in haar moestuin zie. Twee kindertjes met een homo-vader, een verlaten vrouw, om veel minder heb ik de mensen elkaar zien laten vallen.
“Ja hoor,” zegt Hermine, “Pierre knipt ons nog.” Dat doet me goed. “Maar,” zegt Hermine, “sinds hij samenwoont met die man geef ik Pierre geen vleeswaren meer. Ik betaal hem als hij ons knipt.”
Ze is niet boos, het is gewoon een mededeling. Ze zegt: “Ik heb geen zin dat die vriend van hem ook van mijn worsten eet.”
Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?
Meld je hieronder aan voor de nieuwsbrief van de Joop redactie die binnenkort van start gaat. Wekelijks ontvang je de beste artikelen, opinies en aanraders in je inbox.