Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

De grootste uitdaging voor de bestuurlijke elite

  •  
09-01-2022
  •  
leestijd 6 minuten
  •  
216 keer bekeken
  •  
Formateur Mark Rutte komt aan bij Paleis Huis Ten Bosch

© Foto ANP Royal Images / Sem van der Wal

Er is een grote disbalans in het sociale landschap van de Lage Landen en ik verbaas mij erover dat onze bestuurders dat niet zien of niet in staat zijn om er iets aan te doen. Wat houdt ze tegen?
Er staan deze week een heleboel meer ministers op het bordes tijdens de presentie van het nieuwe kabinet, dan voorheen. Dat getuigt van de vele uitdagingen waar Nederland dezer dagen voor staat. Ik vraag mij oprecht af of het opvoeren van kwantiteit in het aantal ministers werkelijk tot meer kwaliteit aan beleid zal leiden.
Veel van wat er misgaat in onze samenleving is niet bepaald een “ Dutch Disease ”. Het neoliberale tijdperk loopt al een tijd overal in de wereld tegen haar grenzen op. De Staat als ondernemer veroorzaakte hier vele ongerijmdheden, schandalen en menselijke tragedies, zoals hoe het er bij de toeslagenaffaire aan toeging. Elders en nog grootschaliger heeft het wildwest-kapitalisme hele samenlevingen bijna uit elkaar doen drijven, zoals het in de klauwen van Narcos terecht gekomen Mexico. Of heeft het aangezet tot mogelijke natuurrampen, zoals door uitverkoop van de Amazone in Brazilië door Bolsonaro.
Democratie onder druk Ook democratie als staatsinrichting staat onder druk. In postideologische en wispelturige tijden van zwevende kiezers en door radicalisering van meningsvorming gebaseerd op de vluchtige sociale media, is de representatieve democratie overal in de wereld ten prooi gevallen aan het populisme. En zo zijn er meer wereldwijde onzalige trends die ook op de sociale landschappen van dit kleine land neerdalen en mede de oorzaak zijn van de huidige tijd van onbehagen.
Toch valt mij ook wel degelijk een eigenaardig gebrek op onder de huidige Hollandse bestuurlijke elite dat ons als samenleving parten speelt. Het is er een dat geheel tegen de geestgesteldheid ingaat waar Nederland wereldwijd bekend om staat.
Nederlanders – als het u nog niet wist, bij dezen dan – staan bekend om hun opportunisme. Ik lees momenteel in het Perzisch een mooie biografie over de laatste Sjah van Iran. Hij begaf zich graag onder de koningshuizen van Europa. Hij klaagde steen en been bij intimi dat de Nederlandse koninklijke familie de enige was die het aan elke dinertafel vooral over zaken wilden hebben.
Het Nederlandse landschap Wie een volk wil leren kennen moet goed naar de landschappen kijken. Het wordt toegeschreven aan Descartes, dan weer aan Voltaire, maar het is hoogstwaarschijnlijk een veel ouder gezegde in Europa: “God schiep de aarde, maar de Nederlanders schiepen Nederland”. Het Nederlandse landschap is permanent in gevaar door de dreiging van het water, en tegelijkertijd zodanig bewerkelijk dat het goed te cultiveren en te ordenen is. Een bedreigd landschap vol kansen. Dat heeft een overtuiging en mentaliteit met zich meegebracht: van de nood een deugd maken. Dat heeft Nederland zonder een al te rijke reserve aan grondstoffen, zonder al te grote industrieën of een groot leger, gemaakt tot een van de rijkste en welvarendste landen van de wereld.
Onbegrensd opportunisme in persoonlijke relaties kan geestdodend zijn en het is voor een samenleving niet per se altijd verheffend. Het kan ook leiden tot structurele misdaden zoals kolonialisme en slavernij. Het kan leiden tot stilzwijgende collaboratie met een monsterlijke bezetter en tekortschieten in het beschermen van bedreigde minderheden. Dat leert de geschiedenis ons helaas. Misschien is dat juist de reden waarom door de hele geschiedenis van Nederland ook een prominent en strenge stem van de dominee (hetzij de religieuze, het zij de seculaire representatie daarvan) doorklinkt in het Nederlandse publieke domein. Vanaf haar ontstaansgeschiedenis tot aan nu, om dit diepgewortelde opportunisme een tegenwicht te bieden. De toon van wijlen Peter R. de Vries was ongetwijfeld een iconisch idioom van de taal van de strenge (seculaire) dominee die de door opportunisme gedreven volksaard in bedwang moest houden.
Maar als ik heden ten dage naar de samenleving, dus de sociale landschappen, van Nederland kijk, moet ik tot mijn verbazing constateren dat onze bestuurlijke elite het heeft verleerd om van de nood een deugd te maken. Ik zie honderden leegstaande kantoorparken. Naar schatting wordt na corona voor duizenden werknemers thuiswerken eerder de regel dan de uitzondering. Maar in hetzelfde land is er een woningcrisis. Ik zie een hardnekkige krapte op de arbeidsmarkt. Tegelijkertijd lukt het Nederland al decennia niet om duizenden vluchtelingen die hier een nieuw begin willen maken van een baan te voorzien (zie ook mijn publicatie hierover uit 2016).
Ik zie een pijlsnelle intergenerationele mobiliteit onder de tweede en derde generatie Nederlanders met een gastarbeidersachtergrond die het maar niet over hun lippen kunnen krijgen om zich Nederlander te noemen. Een gedreven ambitieus corps dat zich niet erkend voelt door onze media, hun culturele canon niet eens gezien laat staan gevierd binnen kunst en cultuur, en hun verhalen niet genoemd laat staan geïntegreerd in het discours van de zittende politiek.
Ik zie een structurele overbezetting van schoolbanken en al sinds mijn oudste naar school kon 16 jaar geleden, maak ik in het geval van alle drie de kinderen, overspannen onderwijzers mee en de degradatie van het beroep. Jaar in jaar uit. Terwijl geen enkele andere investering in een land zo duidelijk belonend is dan die in het onderwijs voor een kenniseconomie. En de enige garantie voor het voortbestaan van een democratie is ongetwijfeld een aandachtige pedagogische vorming.
Ik zag de burn-out-pandemie voor corona en ik voorspel dat er ook een zal zijn na de coronacrisis, terwijl we rijker dan ooit zijn en alle middelen hebben om naast materiële welvaart meer te investeren en ruimte te maken voor persoonlijke ontwikkeling, het vergroten van zelfkennis en voor het belonen van onderlinge compassie en het cultiveren van de zielswelvaart van de samenleving.
Er is een grote disbalans in het sociale landschap van de Lage Landen en ik verbaas mij erover dat onze bestuurders dat niet zien of niet in staat zijn om er iets aan te doen. Wat houdt ze tegen? Het is me nog een raadsel.
Bestuurders naar buiten! Maar ik heb zo het vermoeden dat een aantal elementaire karaktertrekken van een meritocratie zoals de onze, voorkomen dat gezond Hollandse opportunisme haar werk doet en van de nood een deugd kan maken. Misschien leunen onze bestuurders te veel op hun verdiensten als whizzkids en zijn te vastgeplakt aan hun tekentafels.
Om te beginnen moeten onze bestuurders wellicht de nieuwe sociale landschappen van Nederland gaan verkennen en hun tekentafelschetsen van dit land grondig aanpassen. Nederland is in vele opzichten radicaal veranderd ten opzichte van zijn vormingsjaren.
Bestuurders naar buiten! zou mijn motto voor het nieuwe kabinet zijn. Maar dit is ook meteen de grootste uitdaging voor een diplomademocratie: de bestuurders af te leren dat je door het lezen van adviezen en rapporten voldoende gevoel voor de nieuwe sociale landschappen en inlevingsvermogen met de nieuwe uitdagingen van jouw burgers kunt ontwikkelen.
Nederland is toe aan een herordening van haar sociale landschappen om tot een nieuw evenwicht te komen. Daar past vooral oprechte nieuwsgierigheid bij de huidige bestuurders en ook een zekere mate van nederigheid, ondanks behaalde persoonlijke resultaten en eigen verdiensten. Dat je niet de maat der dingen bent, noch jouw referentiekader de enige echte is.
Op mijn specialisatiegebied diversiteit en inclusie kom ik regelmatig bestuurders tegen die onlangs goodwill niet van hun tekentafelmentaliteit weg te slepen zijn. Vaak hoor ik ze steen en been klagen dat het ondanks hun inzet niet lukt om kandidaten met een niet-westerse achtergrond, vooral met een gastarbeidersgeschiedenis, voor hun publieke zaak – een of andere overheidsorganisatie – te winnen. Ik vraag vaak en bewust naar hun eigen familieachtergrond en waar hun wieg heeft gestaan. Dan kijken ze mij verbaasd aan en met tegenzin vertellen ze dat (negen van de tien keer) hun ouders uit de middenklasse afkomstig zijn. Ik vraag me dan hardop af of zij genoeg weten van en zich kunnen inleven in kinderen van gastarbeiders met een heel andere referentiekader over de Staat en werken voor de overheid dan die van een middenklasse Hollandse familie zoals de hunne. Ik stel soms voor om eens in gesprek te gaan met een succesvolle werkgever met een gastarbeidersachtergrond en waarom hen wel makkelijk lukt om kandidaten uit de beoogde doelgroep als werknemer binnen te halen. Zo zou de bestuurder meer inlevingsvermogen kunnen ontwikkelen.
Die aanbod wordt in de regel afgewezen, maar een leestip, liever geen boek maar een rapport, is meer dan welkom. Zie hier in een notendop wat het grootste geïnternaliseerde obstakel is voor onze huidige topbestuurders om werkelijk het verschil te kunnen maken.
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.