De 'goede weg' volgens Rutte
• 22-09-2013
• leestijd 3 minuten
Het woord 'participatiesamenleving' en de make-up van minister Hennis
Alexandra Smith schrijft momenteel in honderd dagen het boek ‘100 dagen dankbaarheid. Dagboek van een zzp’er in crisistijd’. Dit artikel is daar een fragment uit.
Zoals gebruikelijk is na Prinsjesdag,
spreekt premier Rutte ons toe. Met “feiten en cijfers”. Verveeld kijk ik ernaar vanaf mijn computer. Het tv-deel van mijn interactieve abonnement heb ik eruit gegooid om kosten te besparen. Met diepe rimpels op zijn voorhoofd zegt Rutte tegen de kijker: “We hebben de goede weg te pakken.”
Mijn linkerwenkbrauw trekt omhoog. Waaruit blijkt precies dat we de goede weg te pakken hebben? Dat kan hij toch nog niet weten? Het kwartje van vroeger valt als de taalkundige in mij oreert dat Rutte waarschijnlijk positieve woorden nodig had om balans te creëren in een anders wat eenzijdige, negatieve boodschap. Namelijk dat het geld en de koek meer dan op is en dat we voorlopig nergens geld voor hebben maar het vooral wel moeten uitgeven. En daar is moed en optimisme voor nodig. Want stel je voor dat wij burgers ook nog emotioneel in de crisis zouden raken. Dan zijn we helemaal ver van huis.
Van de autocue leest Rutte op doortastende toon verder: “We hebben te maken met de harde realiteit van de crisis. Mensen worden werkloos, opdrachten voor bedrijven lopen terug, zzp’ers hebben het moeilijk en mensen maken zich zorgen.” Het lachje dat hem altijd sierde – maar onlangs veel kritiek kreeg – ontbreekt. Het zou ook nú niet gepast zijn. Als burgers geld moeten inleveren, willen ze geen beeld van een lachende premier. “Snelle oplossingen zijn er niet” , verzekert Rutte ons. Is dit zijn manier om subtiel duidelijk te maken dat deze crisis nog lang niet op zijn retour is? “Nederland is aan het veranderen. Wat we zelf kunnen organiseren, moeten we ook zo veel mogelijk zelf regelen.” Ah, ik snap het. De verzorgingsstaatmentaliteit gaat door de plee. Rutte sluit helemaal aan bij de nieuwe politieke trend. De ‘participatiesamenleving’, een woord dat menig politicus in de mond neemt, ademt een kraakheldere boodschap uit: de overheid trekt zich terug en wij moeten het lekker zelf uitzoeken.
Wij zzp’ers wisten dat al lang. Dat we dingen zelf moeten regelen is voor ons niet nieuw, daar hebben we voor gekozen. En we weten allang dat de overheid ons niet zo’n interessante groep vindt. Nu zal de rest van Nederland ook ondervinden hoe dat voelt. En via een andere VVD’er, Hennis, zullen militairen dat ook gaan voelen. Dit is mijn conclusie als mij door
Debatrix gevraagd wordt vanuit
Fabel te reageren op de
videospeech van Hennis. Ik zeg meteen dat het belachelijk is dat ze in een stoeipakje en tig lagen make-up militairen probeert te overtuigen van de noodzaak om hun collega’s te ontslaan. Dat ze dat in een taal doet die afstand schept en het inlevingsvermogen toont van een kind van twee. In iets genuanceerdere vorm lees ik dit later terug in een
stuk dat massaal door militairen doorgetweet wordt. Hennis reageert in een tweet dat ze het een “prima leermoment” vindt.
Nederland is aan het bezuinigen. En het kabinet doet mee, in de hoop dat het iets uit zal maken. Of het werkt, weten ze niet. Intussen mogen wij het zelf gaan uitzoeken.
Alexandra Smith is schrijf- presentatiecoach bij
Fabel en debuteerde eind 2011 met de roman
Schemervlucht