© cc-foto: European Parliament https://flic.kr/p/beSd2x
Orbán incasseert het Europese geld en doet verder wat hij wil.
Je zou verwachten dat de Russische inval in Oekraïne slecht nieuws betekent voor Poetin-vriendje Viktor Orbán in Hongarije. Of dat zo is zullen we vanavond weten, al vrees ik eerlijk gezegd het ergste. De Hongaarse oppositie mag dan eendrachtig samenwerken, tegen regeringspartij Fidesz moet ze het bij de parlementsverkiezingen van vandaag vermoedelijk toch afleggen. Hoe is dat mogelijk?
Om te beginnen controleert Orbán natuurlijk het overgrote deel van de media. Van eerlijke verkiezingen, in de zin dat oppositiepartijen een evenredig deel krijgen van de publiciteit, is in Hongarije geen sprake. Fidesz heeft daarnaast voordeel van de ingewikkelde Hongaarse kieswet en lijkt te profiteren van frauduleuze praktijken, zoals het verdonkeremanen van onwelgevallige stemmen.
Bovendien weet Orbán heel handig zijn neutrale positie te bewaren in de oorlog tussen Rusland en Oekraïne. Hij bemoeit zich er zo weinig mogelijk mee en schippert soepel tussen het Westen en Vladimir Poetin. Die houding valt kennelijk goed bij een niet onbelangrijk deel van zijn achterban. Natuurlijk niet bij iedereen. Er zijn ook kiezers die er sinds de Russische inval in buurland Oekraïne helemáál van overtuigd zijn dat Orbán weg moet. Maar de meesten van hen waren toch al geen Fidesz-stemmers. Onder degenen die de afgelopen jaren wel voor zijn partij kozen, blijft een verrassend groot deel Orbáns partij trouw. Dat wil zeggen: volgens de peilingen. We mogen ernstig hopen dat die er deze keer ook flink naast zitten, net als bij Brexit of de verkiezingswinst van Donald Trump in 2016. Maar laten we ons niet rijk rekenen.
Stel nu – helemaal niet onrealistisch dus – dat Fidesz toch weer wint en Orbán verder kan regeren. Wat zou het antwoord van de EU moeten zijn?
Mij lijkt dat lieverkoekjes dan niet meer op het menu kunnen staan. Hongarije duidelijk maken dat het niet alleen voor het financiële gewin lid is van de unie, maar ook de normen en waarden daarvan dient te onderschrijven, heeft tot dusver weinig effect gehad. Orbán incasseert het Europese geld en doet verder wat hij wil. Hij gaat stug door met het indammen van de democratie in zijn land en lanceert initiatieven als de beruchte anti-homowet. Premier Mark Rutte mag die wel ‘verschrikkelijk’ en ‘onacceptabel’ hebben genoemd, hij doet verder niets. De Europese Commissie ook niet echt.
Ja, ze heeft Hongarije en het geestverwante Polen al diverse malen op de vingers getikt omdat ze zich niet houden aan de Europese regels, maar die twee landen liggen daar bepaald niet wakker van. Wel waarschijnlijk van een belangrijke zaak die ze eerder dit jaar verloren bij het EU-hof van Justitie in Luxemburg. Dat stemt ermee in dat lidstaten die zich schuldig maken aan het uithollen van de rechtstaat gekort mogen worden op Europese subsidies. Die uitspraak raakt Boedapest en Warschau op een gevoelige plek: de portemonnee.
De Hongaarse minister van Justitie Judit Varga sprak in een reactie van ‘machtsmisbruik’ door de EU’ en een ‘politiek besluit’. Ik sluit niet uit dat heel wat Fidesz-stemmers daar net zo over denken. Als de Europese Commissie de kortingen daadwerkelijk gaat toepassen zou Hongarije wel eens heel snel zijn belangstelling voor het EU-lidmaatschap kunnen verliezen. Of dat ook voor Polen geldt weet ik niet. Dat land stelt zich tot dusver veel meer anti-Poetin op dan Hongarije. Kennelijk begint de conservatieve regering in Warschau zich een beetje achter de oren de krabben. Wellicht dat die houding nog verandert als er cruciale verkiezingen komen, maar die vinden in Polen pas volgend najaar plaats.
Mocht Fidesz in Hongarije opnieuw winnen, dan rest er hoe dan ook voor Brussel weinig anders dan de geldstroom naar dat land aanzienlijk te beperken. Voor de uiterste consequentie moet het dan niet bang zijn. Desnoods maar verder met 26 lidstaten.