'De enige taal die jihadi verstaan is geweld'

Een vertegenwoordiger van de ambassade heeft vrijdag – tijdens een hoorzitting in de Tweede Kamer – namens het kabinet van Mali gepleit voor Nederlandse steun aan de VN-missie in zijn land. Het kabinet is voornemens om 400 militairen te sturen, maar de Kamer moet het plan nog goedkeuren.

Mamounou Toure van de ambassade in Brussel had een duidelijke boodschap voor de Tweede Kamer: 

Het kabinet van Mali wil dat u militairen stuurt.”

Nederlandse deelname zou volgens Toure nodig zijn om te helpen stabiliteit te brengen, jihadisten te verslaan en militairen te trainen. Jihadisten bezetten vorig jaar met steun van de Toeareg het noorden, maar werden begin dit jaar door Franse militairen teruggedrongen. 

Volgens Toure is het vredesproces met de Toearegs ‘essentieel’, maar is de enige taal die jihadisten verstaan die van geweld. De Malinees vermoedt dat het wel 5 tot 6 jaar kan duren voordat het leger in zijn thuisland voldoende is getraind is om zelfstandig de bevolking te kunnen beschermen. Nederlandse militairen gaan volgens de huidige plannen voornamelijk naar Noord-Mali om informatie te verzamelen en analyseren.

Rob de Wijk van The Hague Centre for Strategic Studies, noemt de missie ‘doenbaar’, maar ‘niet zonder risico’. Hij is bang dat jihadistische groepen in de regio, die de missie als doelwit zien, niet in een keer zijn uit te schakelen. Ook al slagen de VN-militairen erin om hen een slag toe te brengen, dan zullen zij zich razendsnel hergroeperen en opnieuw een bedreiging vormen.

Peter Knoope van het International Centre for Counter-Terrorism, zegt dat de spanning tussen noord en zuid is ‘ingebakken in de historie’ en derhalve moeilijk op te lossen. Autonomie voor het noorden zou een mogelijke oplossing bieden.

Marco Lankhorst van The Hague Institute of Global Justice spreekt van een grote weerstand tegen de komst van zuidelijke militairen. Hij hoort dagelijks berichten over geweld, misdaad en terrorisme in het noorden.

cc-foto: Bundeswehr Fotos