De dekkingsgraad van het ABP is door de bodem gezakt
• 16-10-2014
• leestijd 3 minuten
Wat nu als geld met geld verdienen zou worden afgeschaft? Dan behoudt geld zijn waarde, dalen de prijzen en kunnen we met het bestaande geld meer doen
Mevrouw Jose Meijer, vice voorzitter van het ABP verklaarde in het NOS journaal dat het beleggingsresultaat in het lopende jaar uitstekend is voor wat betreft de beleggingen in aandelen en dat het resultaat op obligaties (vooral staatsleningen) is gezakt door de lage rente. Als gevolg van dit laatste zou de dekkingsgraad zijn gezakt beneden het minimaal toegestane niveau.
Hoe is het mogelijk dat de vice voorzitter van het grootste pensioenfonds de kijker met zo’n kromme boodschap denkt te kunnen afschepen. De werkelijkheid is dat het ABP meer heeft verdiend aan de beleggingen in drie kwartalen van 2014 dan in het hele jaar 2013. De winst op de beleggingen was 34 miljard euro in drie kwartalen en dat is meer dan 11 procent van het voor de pensioengerechtigden beschikbare vermogen van 334 miljard euro.
Hoe kan het dan dat de dekkingsgraad desondanks beneden de norm is gezakt? Verdwijnt er geld in bepaalde zakken? Nee, dat niet, nog niet… Wat is er dan wel aan de hand? Het ABP maakt ieder kwartaal een rekensom van de hoeveelheid ‘geld’ die het beschikbaar moet hebben om aan alle toekomstige verplichtingen te voldoen. Om die rekensom te maken hanteert het ABP, evenals de andere pensioenfondsen een zogenoemde rekenrente. Die rekenrente is niet wat het ABP in werkelijkheid presteert, want de werkelijke prestatie is een winstgevendheid in het lopende jaar over drie kwartalen van 11,4 procent. De rekenrente is echter nog slechts 2,1 procent. Waarom zo laag? Omdat die rekenrente ontleend is aan de rente op de staatsleningen van een aantal landen, vooral die van landen waar momenteel zowat niets meer op staatsleningen valt te verdienen. Maar het ABP belegt nog slechts een klein gedeelte van de beschikbare reserves in staatsleningen… De redenering klopt dus gewoon niet, of is op zijn minst puur theoretisch.
Het ABP schrijft in het kwartaalbericht over het derde kwartaal 2014: ‘De waarde van de verplichtingen is in het derde kwartaal gestegen met 19 miljard euro tot 324 miljard. De stijging is met name veroorzaakt door de daling van de rekenrente met 0,3% punt van 2,4% naar 2,1%.”
Een klein voorbeeld om deze mumbo jumbo taal te kunnen begrijpen: Je hebt over 30 jaar 50 euro nodig en zet nu 20 euro op een spaarrekening. Als die 20 euro elk jaar zou groeien met 2,1% samengestelde rente (=rente over rente) dan heb je over 30 jaar slechts 37 euro en kom je dus tekort. De dekkingsgraad is dan dik beneden de 100%… Als die 20 euro elk jaar vermeerdert met 6,2%, wat de gemiddelde werkelijke winstgevendheid van het ABP over tientallen jaren is, dan heb je over 30 jaar 121 euro beschikbaar, dus 2,4 x meer dan je nodig hebt…
Begrijp je nu hoe we worden belazerd? De werkelijkheid is dat er meer dan genoeg is om aan alle verplichtingen in de komende 30 jaar te voldoen zolang het gemiddelde rendement van 6% wordt gehandhaafd en de theorie is dat er een tekort is. En op die theorie wordt het beleid gebouwd van de pensioenfondsen. Je vraagt je af wat de achtergrondreden is om deze politiek te voeren, want als de verplichtingen steeds meer worden verlaagd door de bevriezing van de pensioenen, dan valt er vroeg of laat een enorm bedrag vrij omdat tegenover die reserves geen verplichtingen meer staan.
Wat nu als geld met geld verdienen zou worden afgeschaft? Zijn de pensioenfondsen dan nog wel in staat om aan hun verplichtingen te voldoen? Dat is vanzelfsprekend niet het geval, want in die situatie zijn de pensioenfondsen niet meer dan de kluis waarin de pensioenpremies van de toekomstige pensioengerechtigden worden opgeborgen en waaruit de pensioenen van de huidige pensioengerechtigden worden uitbetaald. De pensioenen zouden in dat geval aanzienlijk omlaag gaan. Toch is dat geen probleem. Want als het geld met geld verdienen wordt afgeschaft verdwijnt de inflatie en behoudt het geld dus zijn waarde. Bovendien worden alle prijzen van goederen en diensten een stuk lager omdat gemiddeld in alle prijzen 45% ‘rente’ zit opgesloten. Dit is goed uitgezocht door Dr. Herbert Creutz en Prof. dr. Margrit Kennedy.
Met een veel lager pensioen kunnen we dan veel meer doen en is het niet meer nodig om weldenkende mensen steeds weer opnieuw te schofferen met prietpraat.