Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

De consequenties van suggestieve journalistiek

  •  
05-10-2012
  •  
leestijd 7 minuten
  •  
130 keer bekeken
  •  
BNNVARA fallback image
Het begrip 'waarheid' krijgt door deze manier van 'nieuws'-verspreiding een andere betekenis. Namelijk die van de meest gereblogde
Onderstaand artikel publiceerde ik een aantal maanden geleden in de Britse krant The Guardian. In dit artikel beschrijf ik de rol van online (social) media op de verspreiding van verhalen, maar belangrijker, hoe verhalen een eigen leven gaan leiden die vaak ver af staan van de waarheid.
Ik haal dit artikel nog eens aan naar aanleiding van de doelbewuste manipulatie door Charlotte van Genderen van het Algemeen Dagblad, in een verhaal waarin zij afgelopen dinsdagochtend suggereerde dat de Dierenbescherming woedend is over een kunstwerk van mij, waarin ik levende slakken heb beplakt met kralen.
Echter, de Dierenbescherming was op dat moment (nog) helemaal niet woedend over mijn werk. Sterker nog, noch Charlotte van Genderen, noch de Dierenbescherming hadden mij gesproken over de installatie in kwestie en ook hadden zij het werk niet gezien.
Daarnaast heeft Charlotte van Genderen informatie die zij van bioloog Edi Gittenberger had gekregen, namelijk dat de slakken geen last hebben van de kralen, doelbewust achter gehouden, om de suggestie van dierenmishandeling te kunnen wekken en de kans op een rel te vergroten.
Zelf verklaarde Charlotte van Genderen een dag voor publicatie aan  een medewerker van het museum waar het werk te zien is “Ja, als ik TINKEBELL. op de uitnodiging zie staan, dan voel ik al aan mijn water dat er een rel komt. Nou, dan kan ik net zo goed opschrijven dat er al een rel ís.”
In het artikel hieronder kunt u lezen wat de consequenties van dergelijke journalistiek van niet-professionele journalisten in het verleden zijn geweest.
In het geval van de publicatie van professioneel journalist Charlotte van Genderen in het Algemeen Dagblad hebben we het over een landelijke krant die bewust suggestieve artikelen publiceert.
Binnen een paar uur na publicatie in het Algemeen Dagblad was het door Charlotte van Genderen geschreven artikel al verspreid over diverse nieuwssites in Nederland en België. Nog voor de middag was het artikel ook vertaald naar het Engels. Het leeft nu een vrij leven over het internationale internet.
Toen ik in 2004 mijn zieke kat de nek omdraaide en een tas van haar maakte (My dearest cat Pinkeltje 2004) om een discussie op gang te brengen over onze hypocrisie waarmee wij dieren enerzijds als familielid en tegelijkertijd als gebruiksvoorwerp kunnen behandelen, had ik eerlijk gezegd nog geen idee wat ik mijzelf op de hals haalde. Kinderen weten vaak niet meer waar hun stukje vlees vandaan komt en producten van leer doen zelden nog aan een koe denken. We leven in een uitbestedings cultuur waarin de herkomst van ons voedsel zelden zichtbaar is en wij onze zieke huisdieren overdragen aan een expert om een dodelijke injectie toe te dienen. Op het platteland waar men nog wel eens zelf naar ‘oplossingen’ wil zoeken lacht men daar om: Wist u bijvoorbeeld dat er onenigheid bestaat over de zogenaamde ‘pijnloosheid’ van een professionele euthanasie uitvoering door de dierenarts?
Ik plaatste een handleiding online waarin ik stap voor stap beschreef hoe het beste je eigen huisdier te doden, te prepareren en er een tas van te maken. Daarnaast gaf ik in Amsterdam (NL), Essen (DE) en L.A.(USA) presentaties waarin ik deze handelingen beschreef.
Grote verontwaardiging vanuit de online wereld volgde. In vele talen publiceerden blogs en activistenwebsites over de gruweldaad die ik had begaan: Het zelf doden van mijn zieke kat.
Dat ik daar vervolgens een tas van had gemaakt toonde des te meer mijn respectloosheid jegens het dierenrijk. Kettingmails rouleerden: ‘Een ziek wijf heeft haar kat vermoord als kunst en die kut moet dood. Ga niet op haar website kijken want daar verdient ze alleen maar geld mee.’ (?)
De eerste paar dagen dat het verhaal online ging had ik meer dan 40.000 unieke bezoekers op mijn website en mijn mailbox stroomde vol met doodsverwensingen en erger.
Bizar vond ik, en ik besloot direct een archief aan te leggen en hier ‘iets mee te doen’.
In 4 jaar tijd ontving ik zo’n 100.000 reacties. Deels in mijn mailbox, maar een groot deel via de website Orkut waar ik ooit een profiel had aangemaakt: (Orkut is een socialmedia-site van Google, vergelijkbaar met Facebook, dat erg populair was in Brazilië.)
Een aantal zaken vielen mij op: – Er bestond weinig inhoudelijke variatie in de haatmails die ik ontving. – Regelmatig was uit de e-mail te lezen wat de meest recent geziene (horror)film was van de schrijver: Scenario’s uit deze films werden beschreven in de verwensingen. De haatmails werden meestal vol drift en in een opwelling geschreven gezien de hoeveelheid typfouten en het overmatig gebruik van hoofdletters. Je zag de schrijvers bij wijze van spreken rammend op hun toetsenbord. – Afzenders kwamen uit alle lagen van de bevolking. Dit viel in eerste instantie op doordat veel mensen onderaan hun e-mail automatisch een functiebeschrijving met een link naar de persoonlijke website of die van het bedrijf waar ze voor werken plaatsen. Uiteraard wekte dit mijn nieuwsgierigheid waardoor ik zo nu en dan wat afzenders Googelde.
Wat bleek? Mensen schreven mij juist dát waarin ze zelf faalden: Hele dikke vrouwen actief op dieet fora vervloekten mijn afschuwelijke uiterlijk.
Amateurkunstenaars betoogden mijn mislukte kunstenaarschap en dierenactivisten vervloekten mijn werk omdat ik juist dierenmishandeling zou aanmoedigen.
Ik besloot dat het een boek moest worden.
De meeste haatmail kwam voort uit de combinatie van een misplaatst gevoel van anonimiteit en het idee dat alles wat digitaal is ‘niet echt’ is. Met andere woorden: Ik had de indruk dat mensen die mij schreven hoe ze mij graag open scheurden, verkrachtten en dood zouden laten bloeden, dit soort zaken niet snel persoonlijk tegen mij zouden zeggen.
Ik benaderde vormgever Coralie Vogelaar voor de klus. Bijna een jaar lang deed zij onderzoek naar de inhoud van mijn mailbox en zocht ze online naar de schrijvers van alle aan mij gerichtte verwensingen.
De haatmails werden gecategoriseerd op inhoud en opmaak en in totaal bleken slechts 11 varianten mogelijk. Dit werden de hoofdstukken waarin het boek werd opgedeeld. ( )
Daarnaast plaatsten we niet alleen de e-mails zelf, maar ook alle gevonden informatie uit Facebook profielen, Amazon wish lists, YouTube-accounts etc. die was gekoppeld aan het e-mail adres van de afzenders. Vaak hadden schrijvers publieke profielen op meerdere websites en leverde de combinatie van gegevens van de verschillende profielen een zeer uitgebreid beeld van de (privé-)levens van deze personen. In sommige gevallen viel via Google Maps zelfs een foto het woonhuis te achterhalen.
Schokkend was het te constateren dat de meeste doodsbedreigingen waren verzonden door hele normale mensen: Tienermeisjes, politieagenten, huismoeders, kantoormeneren. Op een enkeling na, mensen van wie je geen scheldpartij zou verwachten, laat staan een doodsbedreiging.
Door een compleet profiel te publiceren werd het boek niet alleen een methode om bedreigers ter verantwoording te roepen – U wenst mij dood, maar wie bent u eigenlijk?
Het stelde ook de anonimiteitsstatus waarin webgebruikers zich vaak wanen ter discussie. Hoe openbaar zijn gegevens en hoe veel kwaad kan een online dagboek, wanneer de hele wereld toegang heeft tot je priveleven? Wat mij betreft belangrijke vragen die tegenwoordig in het standaard basisschool lessenpakket behandeld zouden moeten worden. Webethics en privacyguides. En een beetje goed fatsoen misschien.
In de jaren dat ik gewend raakte aan scheldpartijen en bedreigingen aan mij gericht, mocht ik als front line toeschouwer getuige zijn van een ontwikkelingsproces waarin diversen aan nieuwe woede-uitings-mogelijkheden het online web betraden.
Waar voorheen nog door een vertaalmachine gehaalde standaard brieven per e-mail in de vriendenkring werden verspreid met als doel deze en masse te copy-pasten richting mijn mailbox, worden nu anti-TINKEBELL.-Facebook pagina’s, online petities en amateuristisch geschreven ‘nieuws’-blogs de wereld ingestuurd.
Het grootste verschil: De bedreiging zit niet meer in mijn privé mailbox. De bedreiging is een publiek gegeven. Het gevolg: ‘concurrentie’. Wie is de meest woedende schrijver? Wie weet de meeste boze mensen te activeren?
Alles is geoorloofd.
Online petities worden vaker ondertekend wanneer het verhaal achter die petitie wordt aangedikt en net iets afschuwelijker wordt beschreven. Een weblog verdient haar bestaansrecht bij de gratie van de verdiende ‘likes’ op Facebook en de reblogs op tumblr of beter- de ‘echte’ nieuwssites. Die laatsten profiteren gretig want wanneer genoeg online materiaal als bron te quoten is, is het niet meer de waarheid, maar het meest vertelde verhaal dat als ‘waarheidsgetrouw nieuws’ gepubliceerd mag worden. En laat dit nu net vaak een compilatie van de meest vergezochte suggesties zijn die ook de meeste lezers, adverteerders en nogmaals – reblogs opleveren om als zichzelf mutilerend verhaal in steeds meer talen het web over te reizen.
En zo krijg ik tegenwoordig nog zelden een bedreiging binnen omdat ik mijn zieke kat de nek om heb gedraaid. Nee, veel erger zijn die ‘honderden huisdieren die bij mij thuis rondlopen waarvan ik er elke dag een paar martel, -voor de lol welteverstaan’. ‘Levende kuikens hang ik aan haken tot ze doodbloeden en ooit haalde ik bij honderd hamsters de ogen uit  om ze vervolgens weken in ballen te laten rondtollen tot ze een hongerdood stierven.’
Laatst plaatste ik voor het eerst zelf een reactie onder een dergelijk verhaal, om zowel schrijver als lezers duidelijk te maken dat de waarheid ergens anders lag. Een van de reacties die ik kreeg was dat de Google-resultaten toch duidelijk aangaven dat ik wel degelijk plezier haalde uit mijn dagelijkse dierenmartelpraktijken.
Met andere woorden: Het begrip ‘waarheid’ krijgt door deze manier van ‘nieuws’-verspreiding een andere betekenis. Namelijk die van de meest gereblogde.
TV Rijnmond steelt kunstwerk Tinkebell Tinkebell: Hoe een rel wordt bedacht een gemaakt Jolanda Bouman (curator Villa Zebra) over werkwijze RTV Rijnmond: Kwestie van vertrouwen

Meer over:

opinie, media
Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.
BNNVARA LogoWij zijn voor