Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

De 4 mei herdenking, de wreedheid van Israël en de lessen van de Holocaust

  •  
06-04-2024
  •  
leestijd 7 minuten
  •  
10794 keer bekeken
  •  
ANP-372464499

Arm 4 en 5 mei Comité, hoe moet het met het herdenken dit jaar? Hoe gaan ze ervoor zorgen dat de 4e mei, het belangrijkst morele ethische anker van ons land op onze gedeelde gevoelskalender, zijn waardigheid niet verliest? Hoe blijf je weg bij het gevaar tot partijdig bestempeld te worden, zonder van 4 mei een nietszeggend neutraal ritueel te maken? Hoe zou je, middenin een tijd van verdriet en emotionele verwondingen bij velen in Israël en van massale verwoestingen en wanhoop in Gaza, herdenken zonder dat nu te benoemen?

Er is as we speak een bloedige en beschamend bladzijde van de geschiedenis in de maak. Als ik de internationale mensenrechten ngo’s, met wiens rapporten onze diplomaten normaliter maar al te graag de schurkenstaten om de oren slaan, mag geloven, is ons land met de blindelingse militaire steun aan Israël medeverantwoordelijk voor deze bloedige bladzijde in de geschiedenis van de mensheid. Mag je hieraan voorbijgaan op de 4e mei? Mag je voorbijgaan aan massale verhongering van Palestijnse burgers, kleine kinderen incluis, als represaille voor het afschuwelijke geweld van moordcommando’s van Hamas tegen Israëlische burgers?

Aan welke kant je ook staat - als je al graag aan een bepaalde kant staat - wat dáár gaande is, is niet los te denken van wat we op de 4e mei herdenken. De ontstaansgeschiedenis van Israël en de geschiedenis van geweld die er tot de dag van vandaag mee gepaard gaat, is onmogelijk los te zien van Holocaust. Hoe voorkom je dat je geloofwaardigheid, als belangrijkst moreel instituut om eerbetoon te tonen aan slachtoffers van Holocaust, niet geruïneerd raakt?

De eigen legitimiteit ruïneren is de bestuurders van het Nationaal Holocaustmuseum in Amsterdam al bij aanvang gelukt, door de stommiteit te begaan om een draaiboek dat een jaar geleden bedacht werd gewoon door te zetten. Alsof er intussen niets relevants gebeurd zou zijn. Dat de president van Israël rustig zijn propagandapodium kon pakken. Dat we hem eigenlijk dankbaar moesten zijn, want Israël voerde oorlog om 'onze westerse waarden' te verdedigen . . .

Een ongelofelijk kortzichtige vertoning van het Nationaal Holocaustmuseum. Met een voorspelbare golf van woede van demonstrerende burgers als tegenpool. Wat verloren ging, was waar het allemaal om ging, eerbetoon aan slachtoffers van de Holocaust en stil staan bij de morele boodschap van deze historische nachtmerrie. Herdenken en gedenken, ook om ervan te leren voor vandaag en morgen. Tranen voor gevallenen, en de uitdaging aangaan om in het licht van hun leed door te denken hoe wij als mens en als samenleving dienen te handelen om het herhalen van het Kwaad te voorkomen.

Zou het Comité een zelfde tunnelvisie tonen als de bestuurders van Holocaust museum, en ook de kop in het zand steken? Of gaat het Comité op de 4e mei hetzelfde trucje uithalen als dat van ons langst zittende premier? Op de dag van de opening van het Holocaust Museum liet hij voor de tv-camera’s weten dat hij met iedereen over de Israël-Gaza oorlog in gesprek wil gaan, but not today! “ Nu even niet”, wordt dat het nieuwe motto van herdenking van Shoah-slachtoffers op 4 mei, in plaats van never again?

Ik hoop van niet. Bestuursvoorzitter van het 4 en 5 mei Comité Wim van de Donk (rector magnificus Universiteit Tilburg) is geen listige politicus, noch een wereldvreemde museumbaas. Hij is naar mijn inschatting - uit twee ontmoetingen lang geleden maak ik dat op - vooral een oprecht intellectueel, een eloquent belezen denker-bestuurder.

Ik kan me ook niet anders voorstellen dan dat hij ervan doordrongen is dat de meeste briljante naoorlogse Europese denkers die lessen hebben getrokken uit Holocaust over hoe wij dienen te handelen om herhaling van het Kwaad te voorkomen, zelf van joodse huize waren, en veelal ter nauwernood de Holocaust hadden overleefd.

Het is machtig mooi hoe groot en imposant de rij van deze Joods-Europese reuzen van intellectuelen is. Alles wijst erop dat een gedeeld vuur van pijn maar ook een van verlangen deze knappe koppen er toe heeft gedreven om dieper te denken en dóór te denken. Zij waren dermate geraakt door de Holocaust dat het hun levensproject werd om de mensheid uit te dagen de monsters die in potentie in ieder individu en in iedere samenleving huizen in de bek te kijken. De monsters van antisemitisme, nationalisme, xenofobie, racisme, totalitarisme.

De rij van deze namen is lang. Maar ik denk in het bijzonder aan de namen van vrouwen en mannen van wie heden ten dage nog uit hun boeken wordt gedoceerd aan onze universiteiten en van wie elk zichzelf serieus nemende intellectueel (en de voorzitter van het Comité is er ongetwijfeld één) hun gedachtengoed zou moeten kennen. Vrouwen en mannen als Hannah Arendt, Emmanuel Levinas, Henri Tajfel en Zygmunt Bauman.

Zij benaderden de Holocaust ieder vanuit een andere denkrichting en discipline, en ze kwamen ook tot verschillende, wat mij betreft complementaire, antwoorden hoe het te bevatten en herhaling van het Kwaad te voorkomen.

Emmanuel Levinas bijvoorbeeld is in het bijzonder een scherpe denker als het gaat om schaduwzijde van de Verlichting en daarmee gepaard gaande ego-logica en de drang tot scheidslijnen tussen Ik en de Ander, Wij en Zij. Terwijl Henri Tajfel de Godfather is van wat tegenwoordig als group bias bekend staat: hoe het menselijke denken en waarneming al sinds mensenheugenis emotioneel vertekend is, bij het definiëren van onderscheid tussen onze stam en de andere stam.

De politieke filosofie van Hannah Arendt daarentegen plaats het individu binnen de dynamiek van de maatschappelijke ordening en regulering. Ze heeft een scherpe blik op de vraag hoe de mens, gevangen in een mechanisch systeemdenken, het monster van totalitarisme kon baren. En hoe daarbij onze humaniteit vermorzeld kon raken tussen de tandwielen van doorgedraaide maakbaarheid van de moderniteit. Dat de beroepsbanaliteit van brave, volgzame en dienbare ambtenaren, juist in een tijd die om moed en verzet vraagt, het ideale instrument kan zijn in het handen van het Kwaad.

Vooral bij het herlezen van Arendt moet ik deze dagen telkens denken aan onze moedige protestambtenaren die al bij de eerste Kabinetsverklaring na de bloedige slachtingen van Israëlische burgers door Hamas op de 7e oktober het aanvoelden dat we een verkeerde koers hebben gekozen. Dat een Israëlische regering die al lang had bewezen de taal van de oorlog meer lief te hebben dan de taal van de vrede, carte blanche hadden gekregen met onze 'volledige steun'.

Een half jaar later, kijkend naar hoe grenzeloos de Israëlische regering de Palestijnen in Gaza verhongert en vermoordt, rest mij niets anders dan diep te buigen voor de wijsheid van onze protestambtenaren. Ik bewonder ook hun moed, om week in week uit tijdens hun sit in ons een pijnlijk maar waarlijke spiegel te blijven voorhouden.

Al benaderden de Jood-Europese naoorlogse intellectuelen de Holocaust ieder vanuit een ander licht, ze hadden wel degelijk een grote gemene deler: de Holocaust was noch een gevolg van een Duitse ziekte, noch was het Joodse volk de enige die voortdurend het gevaar liep om gedehumaniseerd worden. Zij dachten noch racistisch over wie de daders konden zijn van het Kwaad, noch etnocentrisch over de mogelijke slachtoffers ervan. Zij hadden een universalistische inslag.

Wat ook opmerkelijk is, is dat deze denkers, op zijn zachtst gezegd, niet klakkeloos positief stonden tegenover Israël. Al waren ze bij aanvang en ontstaan van Israël veelal enthousiast, toch zagen ze gaandeweg dat de slachtoffers van gisteren bij het vormen van eigen natiestaat de tendens toonden om de daders van morgen te worden. Voor gevierde socioloog Zygmunt Bauwman bijvoorbeeld was het een doorn in het oog dat Israël van de Holocaust een particulier eigendom op morele superioriteit had gemaakt, om daarmee de eigen misdaden te legitimeren.

In essentie vertrokken deze denkers vanuit dezelfde zienswijze: de mens, ieder mens, is in staat tot kwaad. Het is een zienswijze die ons verleidt tot meer bescheidenheid in onze oordeelsvorming en die vooral uitnodigt om genuanceerder te denken en daarmee werkelijk zinnig en effectief leren te handelen tegen het Kwaad, en duurzame vrede onder de mensheid te realiseren.

Ik denk dat deze denkers, als zij nog in leven waren, zich zorgen hadden gemaakt over een nieuwe golf van antisemitisme die de afgelopen maanden is opgelaaid in Europa . En, zij zouden zich in hun graf omdraaien als zij uitingen horen van onze populistische politici die als een reactie op het nieuwe antisemitisme zogenaamd opkomen voor onze burgers met een Joodse achtergrond, maar in feite xenofobie voeden en haat zaaien.

Wat zouden zij gedacht hebben als hen te horen was gekomen dat de leider van de grootste partij in onze senaat Caroline van der Plas dehumaniserende nonsens kraait? Dat mensen met een Jemenitische, Syrische en Eritrese achtergrond 'in hun ziel' antisemitisch zouden zijn? In zulke cultuur-essentialistische/racistische uitspraken zouden deze Joods-Europese denkers de kiem van het universele monster van het Kwaad herkend hebben.  

Op de schouders van deze Joods-Europese reuzen van denkers behoort het 4 en 5 mei Comité te gaan staan. Het Comité, hun hooggeleerde voorzitter voorop, behoort waakzaamheid en moed te tonen. Kiezen voor een radicale nuance, laten zien dat wij moeten begrijpen welk menselijk en maatschappelijk tekort in onze tijd het Kwaad oproept en wat ons daartegen te doen staat. Alleen vanuit dit vertrekpunt kunnen we waarlijk beginnen aan het leveren van een bijdrage vanuit hier aan de lange mars naar vrede daar.

Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.