Vrijzinnigheid en liberalisme passen weliswaar bij GroenLinks, maar niet
als de diepste motor. Het is de onderliggende manier van denken en doen
– radicaal gericht op een betere wereld – die naar mijn gevoel de
identiteit van GroenLinks bepaalt
Kort voordat ze zich terugtrok als partijleider van GroenLinks, deed Femke Halsema een oproep aan de PvdA om te kiezen tussen enerzijds de ‘conservatieve’ SP en anderzijds GroenLinks en D66 als meer hervormings gezinde partijen. Terwijl de PvdA wel oppast om hierin een keuze te maken, suggereerde Halsema vooral dat haar eigen partij aanleunt tegen D66. Achteraf bezien vind ik dit een nogal merkwaardige zwanenzang.
GroenLinks moet juist uitgaan van de eigen kracht, visie en geschiedenis. Laat vervolgens aan de kiezers over hoe zij de partij waarderen. Voor mijzelf staat GroenLinks ergens tussen SP en D66 in – net zoals de PvdA trouwens. Maar wie zo redeneert – op een platte politieke as van A naar B – vergeet dat er meerdere dimensies zijn. Daarmee wordt GroenLinks tekort gedaan omdat deze partij naar mijn idee juist iets uitstraalt van grote dromen en diepere dimensies.
Van oudsher kenmerkt GroenLinks zich door een positief idealisme met een veelkleurig corps van leden en politici. Uitgesproken persoonlijkheden, vaak vrouwen en migranten, zetten de toon in een ruimtescheppende atmosfeer. Radicaliteit van denken gaat gepaard met vrijzinnigheid die deze radicaliteit relativeert en concreet maakt.
Terwijl er altijd mensen binnen de partij zijn die zich bijvoorbeeld afzetten tegen de kerk en religieus paternalisme, zijn er ook altijd religieus, kerkelijk of spiritueel betrokken mensen actief binnen GroenLinks. Veelkleurigheid dus. En daardoor onderling ook veel ontspanning en relativeringsvermogen. Maar er wordt vooral praktisch en ondogmatisch gebouwd aan een betere wereld. Zoals oud PPR-kopstuk en GroenLinks-senator Bas de Gaay Fortman in tijdschrift De Linker Wang stelde: “Het ging ons om een open en ontspannen samenleving”.
Misschien schuilt daarin ook wel de paradox. Vrijzinnigheid en liberalisme passen weliswaar bij GroenLinks, maar niet als de diepste motor. Het is de onderliggende manier van denken en doen – radicaal gericht op een betere wereld – die naar mijn gevoel de identiteit van GroenLinks bepaalt. ‘Out of the box’ en vooral gepassioneerd durven dromen en denken, los van bepaalde groepsbelangen en machtsoverwegingen, om vervolgens op een open en ontspannen wijze invloed uit te kunnen oefenen.
Deelname aan een kabinet? Ik vind dat wenselijk en zeker niet onmogelijk. GroenLinks zou Nederland opener, eerlijker en meer ontspannen kunnen maken. Maar probeer dat niet te doen vanuit een fixatie die er op gericht is door andere partijen geaccepteerd en serieus genomen te worden. Wat meer zelfvertrouwen kan geen kwaad.
Als GroenLinkser hoop ik dat in lastige discussies over de mogelijke steun van GroenLinks aan de militaire missie in Afghanistan en over de sociaal-economische koers van de partij, de partijleden zich niet gek laten maken door lonkende macht of juist door (vermeend?) tanende principes, maar dat zij vooral trouw blijven aan hun eigen inspiratie en idealen.
Dat vraagt om een evenwicht tussen radicaliteit en vrijzinnigheid en om een evenwicht tussen idealisme en pragmatisme. Balanceren dus en ook de meerdere dimensies van de werkelijkheid voor ogen blijven houden. Dat zijn eigenschappen waar niet alleen GroenLinks wel bij vaart, maar uiteindelijk ons land en onze planeet. Kortom: de macht moet GroenLinks niet veranderen, maar GroenLinks de macht.