Hoe ChristenUnie betekenis van Israëlisch verbodsbord verandert in het tegenovergestelde
ChristenUnie-Kamerlid Joël Voordewind bezocht tijdens het herfstreces Israël. Volgens eigen zeggen was hij daar vooral om projecten te bezoeken die gericht zijn op verzoening tussen Israëliërs en Palestijnen.
Voordewind maakt er geen geheim van dat zijn hart meer ligt bij Israël dan bij Palestina. Dat is natuurlijk zijn goed recht maar zijn bekeringsdrift gaat wel erg ver. Poserend bij een bord, dat op zijn website gedeeltelijk buiten beeld valt, is te lezen is dat de weg leidt naar Palestijns gebied en verboden is voor Israëliërs. Levensgevaarlijk staat er nog bij.
Voordewind vat het bord aldus samen: “A-gebieden zijn volledig onder Palestijnse controle. Voor Joden verboden toegang. ” Dat laatste is een zogeheten Godwin, een niet ter zake doende referentie aan de Tweede Wereldoorlog, want er staat duidelijk niet joden maar Israëliërs. Er zijn immers ook Arabische Israëliërs, net zoals er Palestijnse christenen zijn.
Maar wat staat er eigenlijk op het hele bord? Voordewind heeft zich precies voor het zinnetje geposteerd dat het verhaal 180 graden draait. De toegang tot het gebied is verboden door de Israëlische wetgever, de Palestijnen hebben er niets mee van doen.
Het verbod werd in 2002 ingesteld, wie het overtreedt krijgt een boete. Sinds 2007 wordt het Arabische Israëliërs toegestaan de gebieden te bezoeken maar het verbod blijft van kracht. Ook het bezoek van bijvoorbeeld Amerikaanse burgers met een Arabische achtergrond aan het Palestijnse gebied wordt door Israël gehinderd, zo leert informatie van de Amerikaanse ambassade. De Palestijnen zeggen geen moeite te hebben met bezoeken van Israëliërs, als ze willen komen protesteren tegen de bezetting zijn ze van harte welkom.
Het is mooi dat Voordewind verzoening zegt na te streven. Maar dat begint meestal met het beëindigen van verwijten die niet kloppen.
Kamerlid Voordewind was niet voor commentaar bereikbaar.