Rijke Grieken gaan door met luxe leventje, hun geld veilig weggestopt in het buitenland. Over de crisis houden ze zich stil
Het land is al drie jaar ondergedompeld in een diepe financiële crisis, maar aan de Griekse rijken zul je het niet merken. Nog altijd meren ze in hun luxe jachten aan in exclusieve havens, strijken ze neer op privéstranden en in de duurste restaurants waar ze zich tegoed doen aan de kostbaarste lekkernijen. De crisis? Die is voor paupers. Drie dagen voor de parlementsverkiezingen schetst de Britse krant The Guardian het beeld van een Griekenland dat diep verdeeld is langs lijnen van welvaart en welzijn.
The Guardian maakte een reportage vanuit een baai aan de Argo-Saronische Golf. Er wordt niet gesproken over de pijn van de crisis, de sores van Athene lijken mijlen ver weg.
De rijken zitten op terrassen aan dure cocktails te lurken, terwijl het personeel de dekken van hun jachten schoonveegt. De meeste geven ruiterlijk toe dat de crisis hen niet raakt. Hun geld pompen ze in luxe resorts en producten, waar het ook alleen hun eigen klasse ten goede komt. Een schrale tegenstelling met de rijke Grieken van weleer, zoals de grote reders Onassis en Niarchos die bekend staan als filantropen, stelt the Guardian. Beiden hebben een groot deel van hun rijkdom nagelaten aan stichtingen die welzijnswerk doen en armoede bestrijden.
Rijk Griekenland laat zich niet horen deze crisis. Vooral de Griekse reders, die ruim geprofiteerd hebben van belastingvoordelen en zeker vijftien procent van de handel op zee in handen hebben, houden zich stil. Hun vermogen bewaren ze veilig in het buitenland.
Gewone Grieken zakken intussen weg in armoede doordat hun salarissen en pensioenen drastisch gekort zijn en zij met steeds meer en steeds hogere belastingen worden geconfronteerd.