Coalitiepartijen houden debat af over schandvlek in de ouderenzorg

De ouderenzorg blinkt niet uit als sector qua loon en arbeidsomstandigheden van aldaar werkzame medewerkers. Dat is al jaren bekend. Van alle sectoren in de zorg is de ouderenzorg één van de financieel minst bedeelde onderdelen voor wat betreft betaling en overige arbeidsvoorwaarden van het zorgpersoneel. Zestig procent van de werknemers in de ouderenzorg is verzorgende of helpende. Deze groep haalt de patiënten dagelijks uit bed, wassen ze en kleden ze aan en geven ze te eten. Daarnaast hebben ze andere taken zoals bijvoorbeeld het geven van de medicijnen die zijn voorgeschreven.

Voornoemde groep medewerkers houdt ondanks voornoemde zeer slechte arbeidsomstandigheden de ouderenzorg draaiende. Uit liefde voor hun vak en passie voor de zorg. Alleen met liefde en passie als belangrijkste drijfveren kun je niet je rekeningen betalen en zonder financiële zorgen leven. En dat laatste hebben ze in groten getale. Twintig procent van de medewerkers in de ouderenzorg heeft inmiddels loonbeslag gekregen. Omdat ze de maandelijkse financiële eindjes gewoon niet meer aan elkaar kunnen knopen. Dat zijn ruim honderdduizend medewerkers.

Een schandvlek waarover in de Tweede Kamer door de oppositiepartijen een debat met de regering werd gevraagd. Om als Tweede Kamer hierover nog met het kabinet, voordat nieuwe besluiten worden genomen over de komende begroting door Rutte IV, van gedachten te kunnen wisselen.

Nog steeds regeert het machtsmisbruik van de huidige coalitiepartijen door botweg dit redelijke verzoek van alle oppositiepartijen direct af te wijzen. Een wijze van handelen waardoor in een recente verkiezingspeiling zowel de BBB als ook Groep Omtzigt zo hoog zouden scoren bij de eerstvolgende Tweede Kamerverkiezingen.

De Nederlandse kiezer heeft van dit formele machtsmisbruik van een inmiddels ernstig gedecimeerde coalitie meer dan genoeg. Voor voornoemd misbruik is geen draagvlak meer bij een meerderheid van de kiezers. De ouderzorg staat inmiddels letterlijk in de brand door meer dan overbelaste medewerkers, waarvan een groot deel ernstige financiële zorgen heeft maar die zich toch dagelijks het schompes werken voor onze meest kwetsbare groep ouderen die niet meer voor zichzelf kunnen zorgen.

Er komt een dag, dat zelfs met liefde en passie voor je werk, je als medewerker het gewoon niet meer kunt volhouden. De hoop op een menswaardige laatste levensfase lijkt voor steeds meer hulpbehoevende ouderen heel ver weg te liggen. Het begint er steeds meer op te lijken dat Rutte IV bewust aanstuurt om de ouderenzorg het kind van de rekening te maken. De groep ouderen voegt immers economisch niets meer toe en kost de samenleving alleen maar geld. 

Het wachten is op de val van dit kabinet om ruimte te maken voor bewindspersonen die wel in de gaten hebben hoe belangrijk het is om zorg te dragen voor een fatsoenlijke betaling van medewerkers in de ouderenzorg welke in lijn is met het extreem zware werk dat ze verrichten.