De Israël-supporters kunnen dit misbruiken om andere legitieme argumenten te verbieden
CIDI en het Centraal Joods Overleg slepen Thierry Baudet voor de rechter omdat hij het coronabeleid met de Jodenvervolging vergelijkt. Bijvoorbeeld: ‘De ongevaccineerden zijn de nieuwe Joden, de wegkijkende uitsluiters zijn de nieuwe nazi’s en NSB-ers’. Baudet ‘bagatelliseert de Holocaust,’ aldus CIDI. Laten we vergeten dat CIDI een denkfout maakt, want als iemand van een mug een olifant maakt, wil niet zeggen dat hij de olifant futiliseert. Deze rechtszaak is kansloos, maar kan een gevaarlijk precedent scheppen: de Israël-supporters kunnen dit misbruiken om andere legitieme argumenten te verbieden. Hieronder drie voorbeelden.
Professor Cees Flinterman is een vooraanstaande jurist. Hij was onder andere: professor in Maastricht en Utrecht; directeur van The Netherlands Institute of Human Rights; directeur van The Netherlands School of Human Rights Research; lid van het VN-mensenrechtencomité. De respectabele juridische uitgeverij Intersentia publiceerde een boek in zijn eer.
Pensioenfonds PFZW stopte in 2014 de investeringen in vijf Israëlische banken. Enkele Joodse instellingen beschuldigden Flinterman – die ethisch adviseur van PFZW was – van ‘banalisering van de Sjoa’ voor zijn uitspraak: ‘Veronderstel dat het beëindigen van de Duitse bezetting meer dan 46 jaar zou hebben geduurd.’
Flinterman’s argument is een perfecte argumentatiestap, hij vraagt zijn publiek zich in de schoenen van de Palestijnen te plaatsen: wat zouden zij vinden als ze een halve eeuw onder bezetting zouden leven en buitenlandse bedrijven de bezetting zouden financieren? Verkleint hij de Holocaust? Welnee. Hij zou alle andere bezettingen als voorbeeld kunnen nemen: zoals de Duitse bezetting van België tijdens WWI of de Indonesische bezetting van Oost-Timor. Voor de bevolking onder de bezetting is het altijd erg. Flinterman sprak voor een Nederlands publiek en men kan zich veel beter inbeelden hoe het zou zijn om nu 54 jaar onder Duitse bezetting te leven dan onder een Indonesische. Immers het onderwijs en de literatuur beschrijven uitgebreid het Nederlands leed onder bezetting. Iedereen weet van zijn opa hoe het voelt wanneer soldaten zijn fiets in beslag nemen, hem bij checkpoints vernederen, zijn deur intrappen en het hele huis overhoop gooien op zoek naar wapens, verzetsstrijders of Joden. Ook voor de Palestijnen is het moeilijk ondanks het feit dat daar geen Holocaust plaatsvindt. Het is een legitiem retorisch instrument om het publiek voorbeelden te geven die men makkelijk kan visualiseren, dus Flinterman’s analogie was geen banalisering van de Sjoa.
Journalist Bart Schut van het Nieuw Israëlitisch Weekblad noemde Dries van Agt een antisemiet omdat Van Agt in een interview zei: ‘De bezetting van Nederland duurde vijf jaar. De Palestijnen liggen al acht keer vijf jaar onder bezetting.’
De Canadese Michael Lynk kandideerde zich als VN-rapporteur. CIDI schreeuwde meteen: ‘Anti-Israëlische partijdigheid’ en VVD stelde Kamervragen. Wat waren zijn zonden? Lynk schreef, onder andere, een artikel over de adviesopinie van het Internationaal Gerechtshof. Hij concludeerde, zoals het Hof, dat de Israëlische nederzettingen illegaal zijn. Zoals alle juridische argumenten, gaf Lynk voorbeelden van precedenten: de Britse nederzettingen in Schotland en Ierland, de Franse in Algerije, de Nederlandse en Britse in Zuid-Afrika, de Sovjet ‘infusie’ van Russen in de Baltische landen, de Marokkaanse kolonisten in de Westelijke Sahara en de Duitse transfer van Duitsers in de bezette gebieden. Op basis van dit laatste voorbeeld noemde men Lynk antisemiet, met Kamervragen in verschillende landen. Zelfs de Canadese minister van Buitenlandse Zaken sprak zich tegen zijn benoeming uit.
Lynk’s opinie komt overeen met de standaard opinie van de meest vooraanstaande rechtsgeleerden (ook Israëlische), dat de nederzettingen illegaal zijn. Zijn uitspraak was een neutrale wetenschappelijke uitspraak en toch noemden de Israël-supporters hem Holocaust-revisionist.
Daarom is deze rechtszaak gevaarlijk. De Israël-supporters veranderen wat men in het publieke democratische debat mag zeggen in het nadeel van de Palestijnen. Uiteindelijk mag men alleen zeggen dat het juridische argument van de Israëlische regering het juiste is, dat er geen bezetting is, dat de nederzettingen legaal zijn en dat Israël het recht op de bezette gebieden heeft. Zodanig verbiedt men de standaard kennis in volkenrecht door het als antisemitisch te beschouwen.