Na verbouwing van de verzorgingsstaat is wat ervan overblijft houdbaar voor alle generaties
Het Centraal Planbureau (CPB) concludeert in een nieuwe studie dat het kabinet goed werk verricht met het terugdringen van het begrotingstekort. De crisismaatregelen hebben op de lange termijn volgens het CPB een glorieus effect: de verzorgingsstaat is volgens het CPB na de verbouwing houdbaar voor alle generaties. Althans, wat ervan overblijft.
Vier jaar geleden schetste het CPB nog een doemscenario: bij ongewijzigd beleid zou de overheid jaarlijks 29 miljard euro extra uitgeven door de vergrijzing. Door een aantal ingrepen van het huidige en het vorige kabinet zal dit niet het geval zijn. Zo is de pensioenleeftijd verhoogd en wordt de ouderenzorg overgeheveld van rijk naar gemeente. “De begrotingstijdbommen AOW en ouderenzorg zijn effectief gedemonteerd”, schrijft de Volkskrant.
Doordat de pensioenleeftijd niet alleen stapsgewijs naar 67 jaar wordt verhoogd, maar deze ook nog eens wordt gekoppeld aan de levensverwachting, meent het CPB dat de verzorgingsstaat in de toekomst voor alle generaties gegarandeerd zal zijn. De vuistregel is nu dat iedere Nederlander gemiddeld iets meer dan 18 jaar AOW krijgt. Voor degenen die in 2060 worden geboren geldt een levensverwachting van 88 jaar. De pensioenleeftijd zal dan ook op 71,5 jaar liggen.