Het CDA moet niet gaan regeren. De Tweede-Kamerfractie moet op basis van het deze week gepubliceerde rapport over de partijkoers het beleid gaan toetsen van een minderheidskabinet van VVD en D66. Dat zegt CDA-ideoloog Richard van Zwol in de podcast Betrouwbare Bronnen.
“Je moet gewoon een rechttoe-rechtaan minderheidskabinet hebben van VVD en D66”, zegt Van Zwol. “Het CDA moet ook niet gaan gedogen, want dan zit je er toch een beetje half-half in. Wat je moet doen is zeggen: we aanvaarden een minderheidskabinet in die zin dat we het niet meteen bij de regeringsverklaring wegsturen. En daarna beoordelen we elk onderwerp op eigen merites.”
Het CDA kwam verzwakt uit de verkiezingen van 17 maart en is op zoek naar zichzelf. Richard van Zwol schreef op verzoek van de partij een koersrapport. Volgens hem zijn de verschillen met links en met de liberalen zeer groot. “Vanuit het christendemocratisch denken zijn wij sceptisch over het denken aan de linkerkant. Dat is heel institutioneel en gericht op de overheid. En GroenLinks zit qua houding meer aan de individualistische kant van het politieke spectrum dan aan de gemeenschapskant. Je vraagt je als CDA af: ga ik nu regeren met een individualistische VVD, een individualistisch en elitair D66, een individualistisch en ook wel een beetje elitair GroenLinks en een PvdA die ik niet helemaal goed kan duiden? Wat hebben we dan inhoudelijk bij elkaar te zoeken?”
Het rapport-Van Zwol over de partijkoers staat vandaag en morgen centraal op een ingelast CDA-congres, waar ook de nieuwe partijleider Wopke Hoekstra zal spreken. Volgens Van Zwol is het CDA ‘de band met de volle breedte van Nederland kwijtgeraakt’. “Het CDA focust te veel op de regio. Er is een romantisch beeld dat Nederland bestaat uit steden en platteland en dat is niet waar. Nederland is urbaan en sub-urbaan. En heel divers.” Hij vindt dat de partij zich op dat moderne Nederland moet gaan richten.
Pieter Jan Dijkman, directeur van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA, zegt in Betrouwbare Bronnen dat het CDA de afgelopen tijd ‘verlamd’ was. “Mensen vroegen zich af: waar staat het CDA voor en waar strijdt het CDA voor? Politiek is in hoge mate iets van trefwoordjes geworden. ‘Nu doorpakken!’. Maar in vredesnaam: waarom, wat wil je? Ik herkende mij niet in de CDA-campagne en dat gold voor veel CDA’ers.”
Volgens Dijkman heeft het CDA soms de neiging te zwichten voor ‘de populistische verleiding’. “Bijvoorbeeld toen wij in onze politiek de zogeheten ‘boze burger’ centraal wilden stellen. Het CDA wilde onder Sybrand Buma de vertolker van die boosheid zijn. Dat snap ik nog steeds niet. Ik denk dat mensen behoefte hebben aan richting gevende, hoopvolle perspectieven. Wij richten ons niet alleen op Henk en Ingrid, maar ook op Mohamed en Anne-Fleur.” Hij verzucht: “De gemiddelde CDA-kiezer blijkt 65-plus, blank, man en woont in Tubbergen. Als je als partij je alleen maar daarop richt, dan wordt het dus een sterfhuisconstructie.”