De 13e februari in Dresden is een dag die veel rechtsextremistische groepen gebruiken om zich te profileren
Een mensenketen voor vrede is onderdeel van de officiële herdenking van het bombardement op Dresden 1945. Deze keten begint op maandag 13 februari op de Neumarkt. Op die plek staan, pal tegenover de Frauenkirche , drie buswrakken in verticale positie. De stevig verankerde voertuigen vormen het kunstwerk ‘Monument’ van de Duits-Syrische kunstenaar Manaf Halbouni. Afgelopen dinsdag onthulden de dominee van de Frauenkirche, de burgemeester van Dresden en de kunstenaar zelf het artistieke gedenkteken. Die plechtigheid ging gepaard met felle protesten vanuit o.a. de Pegida-beweging. Hoe is de sfeer in de Saksische hoofdstad? Ik nam een kijkje.
Protest De rust op de Neumarkt in Dresden is twee dagen na de presentatie van het opvallende monument vredig en lijkt in de verste verten niet op de toestand van twee dagen daarvoor. Burgemeester Dirk Hilbert en dominee Sebastian Feydt van de Frauenkirche kwamen op die dag niet aan het woord, omdat demonstranten leuzen als “donder op” en “schande” scandeerden. Een dag eerder, tijdens de wekelijke maandagdemonstratie van de Duitse protestbeweging Pegida, riep hun leider Siegfried Däbritz zijn aanhangers op zich tegen het kunstwerk te weren. De uitgereikte pamfletten met de tekst “Weer jullie tegen deze provocatie” lieten aan duidelijkheid niets te wensen over. Na 3 april zullen de bussen weer uit het stadsbeeld verdwijnen.
Provocatie De kunstenaar is duidelijk. Zijn werk moet herinneren aan oorlog en verdrijving en dient ertoe de vrede te propageren. “Het moet eraan herinneren hoe goed wij het hier hebben en hoe hard we gestreden hebben de steden weer op te bouwen”, zegt hij in een interview. Bovendien wil hij dat er door het ‘Monument’ een discussie op gang komt. “
"Verbitterd klinkt ze niet, eerder teleurgesteld"
“Het is een provocatie”, zegt een passant tegen mij. Ze komt uit Dresden. Ik schat haar rond de 65. Ze spreekt rustig en neemt net als ik wat foto’s. “Rare manier om een bus te parkeren”, grap ik. “Het is een kunstwerk”, zegt ze hoofdschuddend. We raken in gesprek. Ik luister, zij vertelt over haar moeder die de luchtaanvallen op Dresden heeft meegemaakt. Ze vertelt over de klokken. Twee schooljongens klommen destijds, in 1945, op de Kreuzkirche en luidden de klokken voordat de stad onder vuur werd genomen en 25.000 mensen stierven. Sinds die dag luiden op 13 februari om 21:45 uur alle klokken van Dresden. “Herdenken doe je van binnen”, vertelt deze mevrouw me. “En natuurlijk is het geen toeval dat die bussen hier ook op 13 februari nog staan. De kunstenaar komt uit Syrië en de bussen hebben te maken met Aleppo. U weet toch ook hoe gevoelig dat hier ligt.” Verbitterd klinkt ze niet, eerder teleurgesteld.
Kunstenaar In 2015 stonden in Aleppo drie uitgebrande bussen verticaal opgesteld om burgers tegen sluipschutters te beschermen. Een foto hiervan verscheen in de internationale media. Dat beeld was de inspiratiebron voor Halbouni, de zoon van een Duitse moeder en Syrische vader. Hij werd in 1984 in Damascus geboren en studeerde aan de kunstacademie in de Syrische hoofdstad. Zijn studie rondde hij in Dresden af. Het is niet de eerste keer dat Halbouni Dresden opluistert met een kunstwerk in de openbare ruimte. In 2015 stond op de Theaterplatz een Mercedes met op het dak typisch Duitse devotionele voorwerpen zoals een krat bier, een fiets en tuinkabouters. Passanten konden zich laten fotograferen met een bordje “Sachse auf der Flucht” (Inwoner van Saksen op de vlucht) in de hand. Hoewel weinig mensen hiervan gebruik maakten volgde wel een invitatie uit Londen en belandde het project in Venetië bij de Biennale.
Zijn huidige “Monument” kwam onlangs negatief in het nieuws, omdat op de bussen van de originele foto uit Aleppo een vlag van de in Duitsland verboden terreurorganisatie Islamistische Staat (IS) wapperde. Halbouni zei dat hij dit niet wist. Op de foto die hij in The Guardian had gezien was de bovenkant afgesneden. “Maar het interesseert me ook niet, omdat die bussen werden neergezet om de civiele bevolking te beschermen, zodat het alledaagse leven weer enigszins op gang komt. Mijn werk richt zich niet op een of andere partij die daar vecht. Er zijn zoveel partijen in verstrikt. Wat belangrijker is, is het leven. En daarom gaat het in dit werk en niet om de strijdende partijen”, aldus de kunstenaar.
Schande Naast me staat een man van een jaar of 50. Hij draagt een sportief jack, heeft een zwarte muts op en ook hij fotografeert de bussen. “Het is een schande”, zegt hij. Ik denk meteen aan de foto uit de Duitse kranten waarop iemand tijdens de presentatie van het kunstwerk het bordje “Schande” omhoog houdt. De man naast mij is kwaad, ik voel zijn woede. Hij praat over Churchill en de geallieerden en geeft de Britse staatsman de schuld van de massamoord in Dresden. Ik weet dat de luchtaanvallen op Dresden omstreden zijn. Er zijn mensen die de tapijtbombardementen van de geallieerden als een oorlogsmisdaad zien. Ik weet echter ook dat dit één kant van het verhaal is. De andere kant is natuurlijk dat Duitsland een verschrikkelijke oorlog is begonnen. Daarover sprak deze man niet. Daarom had ik meer sympathie voor de mevrouw die alle slachtoffers wil herdenken en de bussen als een onnodige stoorfactor beschouwt.
Mensenketen Maandagmiddag zal in Dresden weer een kilometer lange mensenketen worden gevormd om op symbolische wijze de slachtoffers van het bombardement te herdenken. De organisatie wil hiermee ook de slachtoffers van andere oorlogen op de wereld herdenken zoals bijvoorbeeld die in Syrië. De 13e februari in Dresden is een dag die veel rechtsextremistische groepen gebruiken om zich te profileren. In 2007 namen circa 4.000 mensen deel aan een tegendemonstratie onder het motto “Geh denken” (ga denken). Twee jaar later protesteerden al meer dan 10.000 mensen tegen de opmars van de neonazi’s. In 2010 vormden zo’n 10.000 mensen voor de eerste keer een mensenketen om de binnenstad van Dresden symbolisch tegen de neonazi’s te beschermen. In dat jaar werd ook de Dresden-Preis in het leven geroepen om onder andere rechtsextremisme tegen te gaan. De mensenketen wordt ondersteund door het stadsbestuur, kerken, vakbonden, politieke partijen en tal van andere organisaties.
Polarisatie De mensenketen gaat maandagmiddag op de Neumarkt van start, vanaf de plek waar de drie bussen staan. Het is de grote vraag of het kunstwerk meer dan alleen discussies oproept. Ik heb gezien dat niet alleen neonazi’s en rechtsextremisten het kunstwerk zeer discutabel vinden. De kunstenaar zegt in een interview dat hij met zijn kunstwerk een discussie in het leven wil roepen. Maar ook dat is volgens mij één kant van het verhaal. De andere kant is dat je kunt spreken van een gebrek aan empathie.
"Door gebrek aan empathie drijf je deze mensen in de richting van Pegida"
Wie de geschiedenis van Dresden kent weet dat de herdenking op 13 februari gevoelig ligt bij een grote groep inwoners. De dame waarmee ik sprak representeert deze groep. Door gebrek aan empathie drijf je deze mensen in de richting van Pegida, omdat ze zich door het stadsbestuur in de steek gelaten voelen. Ze lopen grommend door de stad. Is het niet een taak van de stadsbestuurders ook oog te hebben voor de grommende bevolking en niet alleen voor de schreeuwende Pegida-aanhangers? De grommende bevolking distantieert zich zowel van het stadsbestuur als van Pegida en voelt zich in de kou gezet. Dat komt volgens mij doordat de polarisatie vandaag de dag hoogtij viert en je bijna gedwongen wordt een kleur te bekennen waar je je niet mee verbonden voelt.
Dresden-Preis In 2009 riep de vereniging Friends of Dresden Deutschland de Dresden-Preis in het leven. Hij wordt jaarlijks uitgereikt aan personen die bijzondere prestaties hebben geleverd tegen conflicten, geweld en escalaties. De onderscheiding is onderdeel van de door de Duits-Amerikaanse bioloog en Nobelprijswinnaar Günter Blobel opgerichte Amerikaanse vereniging Friends of Dresden, Inc. in New York. De Klaus Tschira-stichting schenkt de prijs die verbonden is met een geldbedrag van 10.000 euro.
De winnaars ontvangen een bronzen beeldje, gemaakt door Konstanze Feindt Eißner. De figuur ervan is ontstaan naar het voorbeeld van Ernst uit de fontein Mozartbrunne in het park Bürgerwiese in Dresden. De oorlogsschaden die het originele beeld heeft opgelopen zijn ook op de prijs te zien. Volgens de organisatoren is de onderscheiding eveneens bedoeld om tegen te gaan dat rechtsextremisten de herdenkingsdag in Dresden voor zich opeisen. De eerste uitreiking in 2010 werd uit veiligheidsoverwegingen op verzoek van de Saksische minister voor Binnenlandse Zaken een dag uitgesteld en vond plaats tijdens een feestelijke plechtigheid in de opera Semperoper. Destijds ging de prijs naar de voormalige president van de Sovjet Unie Michail Gorbatschow. Op dinsdag 14 februari zal in de Semperoper de Dresden-Preis 2017 worden uitgereikt aan Domenico Lucano. Hij is de burgemeester van het Italiaanse dorpje Riace. Hij ontvangt de prijs, omdat zijn dorp met 1.800 inwoners 550 vluchtelingen opnam.