Minister richt zich op etnische en religieuze groepen bij wie homoseksualiteit gevoelig ligt
Minister Bussemaker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap gaat 160 voorlichters inzetten om homoseksualiteit bespreekbaar en geaccepteerd te krijgen binnen etnische en religieuze groepen.
Bussemaker laat zich leiden door een vorig jaar gepresenteerd onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), waarin naar voren kwam dat rooms-katholieke en niet-gelovige jongeren positiever zijn gaan staan tegenover homoseksualiteit dan hun oudere geloofsgenoten. Bij protestanten en andere gereformeerden is mogelijk het tegenovergestelde aan de hand.
De voorlichters gaan zich richten op twaalf groepen, waaronder Turken, Marokkanen, Koerden, Somaliërs, Afghanen, Hindoestanen, Roma, orthodoxe Joden en traditioneel christelijken.
Vorig jaar bleek uit het rapport dat behalve onder christenen, ook onder moslims homoseksualiteit gevoelig ligt.
Een kwart van de islamitische Nederlanders zegt geen probleem te hebben met het homohuwelijk waar dit bij orthodox-protestanten op 44% ligt. En een kwart van de moslims heeft geen moeite met het homohuwelijk. Een ruime meerderheid van de rooms-katholieken en niet-gelovige Nederlanders heeft naar eigen zeggen geen moeite met homoseksualiteit (95%).
ChristenUnie-Kamerlid Joël Voordewind vindt het plan ‘flauwekul’.
Natuurlijk moet er over dit onderwerp gesproken worden, maar gemeenschappen en scholen gaan zelf over de manier waarop dat gebeurt. De scheiding van kerk en staat moet worden gerespecteerd.