ZEMBLA: 'Brussel; een dag als geen ander'
• 29-03-2017
• leestijd 2 minuten
Een jaar geleden, 22 maart 2016, ontaardt een gewone, doordeweekse dag in Brussel in een chaos. Vier terroristen van IS richten een bloedbad aan. Op het vliegveld en in de Brusselse metro vallen in totaal 32 dodelijke slachtoffers en 340 gewonden. Ook drie Nederlanders komen hierbij om.
In
ZEMBLA INTERNATIONAAL reconstrueren Belgische journalisten van de VRT de gitzwarte dag in Brussel met unieke beelden en persoonlijke getuigenissen. Een verhaal over wanhoop en de veerkracht van solidariteit.
Nick: “Het toont de slechtste kant van de wereld, maar ook de mooiste: ”Volhouden, mijnheer”, “Denk niet aan die lafaards”, “We gaan voor u zorgen.” Er is zoveel tegen me gezegd. Kleine woorden, maar ze gaven me echt kracht.”
’s-Ochtends om 2 minuten voor 8 gaat in de vertrekhal van vliegveld Zaventem de eerste bom af.
Paul: “Het kwam niet meteen in mij op om zo snel mogelijk naar buiten te rennen. Sommigen probeerden dat te doen, en misschien liepen zij daardoor recht op de tweede bom af.”
De zelfgemaakte bommen zijn door de Belgische daders gevuld met glas en spijkers, om zoveel mogelijk slachtoffers ernstig te kunnen verwonden.
Prof. Dr. Jan Vranckx, plastisch chirurg UZ Leuven: “Toen we begonnen met opereren aan het bebloede driejarige kindje, moesten we werkelijk met drie chirurgen overal stukjes uitvissen, die 3, 4 centimeter in het lichaam ingeboord waren. Dan weet je ook dat je dat er nooit helemaal uit gaat krijgen, en naderhand kan leiden tot kleine abcesjes en ontstekingen, die zich maanden, jaren na datum nog laten gevoelen.”
Terwijl de hulpdiensten en omstaanders zich ontfermen over meer dan honderd slachtoffers op het vliegveld, blijkt het gevaar nog niet geweken. Nog geen uur later stapt de 4e terrorist de Brusselse metro in. Met een oorverdovende knal blaast ook hij zichzelf op.
Julien, politie Brussel: “Ik ging de trap af, en zag de achterkant van de metro. Mensen waren in shock. Gewond. Dood.”
Charlotte: “De geur van staal, van rubber maar ook gewoon… Ik denk dat ik nu weet hoe de dood ruikt.”