“Ik eet ze alleen nog maar aan zee”, meldde Europarlementariër Esther de Lange (CDA) onlangs in de media. Ze had het over de inktvisringen die in werkelijkheid vaak varkensanussen blijken te zijn. Ze deed deze uitspraken op basis van het rapport van het Europees Parlement over voedselfraude.
Nederland stond weer eens op zijn kop. Want als een Europarlementariër zo’n uitspraak doet, dan is het de waarheid. Maar aan het verhaal bleek een luchtje te zitten. Want later moet mevrouw de Lange toegeven dat de gefrituurde varkensanus niet voorkomt in het onderzoek, maar wél op een lijst van producten die in de gaten moeten worden gehouden. Een nieuw ‘broodje aap’ is geboren!
Het begrip ‘Broodjeaapverhaal’ heeft in Nederland zijn intrede gedaan na het uitbrengen van een boekje van schrijfster Ethel Portnoy. Hierin beschrijft zij verhalen, waarvan men nooit heeft kunnen achterhalen of ze waar gebeurd zijn of niet. Eén van de verhalen gaat over een bepaald restaurant, waar ze broodjes met apenvlees zouden verkopen. Sindsdien gaan er in ons land ontelbare ‘broodjeaapverhalen’ rond, vaak in stand gehouden door de maatschappij. Kenmerk is dat de verhalen vaak voorzien zijn van sensatie en een vorm van latente onzekerheid bevatten. En het is opvallend, dat veel van deze wel of niet op waarheid gebaseerde verhalen over voedsel gaan. Net zoals het vermeende inktvis- en varkensanusverhaal van mevrouw de Lange.
Dat er tegenwoordig veel wordt gerommeld met ons voedsel, is echter zeker géén ‘broodjeaapverhaal’. De laatste tijd worden we namelijk om de haverklap geconfronteerd met smakeloze en aan criminaliteit grenzende praktijken, met betrekking tot onze etenswaren. Wie zich hierin gaat verdiepen en probeert deze ‘besmette’ producten op alle mogelijke manieren te vermijden, heeft geen leven meer en moet maar zelf in zijn moestuintje genieten van een eigen gefabriceerde McWortel en Mcmaïskolf of broodje selderijkroket.
Ik ben er zelf namelijk inmiddels achter, dat ik zo ongeveer een half paard moet hebben weggegeten, ten tijde van mijn culinaire Ikea-bezoekjes, waar de gehaktballetjes altijd op het menu stonden. Daarnaast heb ik inmiddels al heel wat kilo’s aan separatorvlees door mijn lijf laten lopen, terwijl ik genoot van een frikandelletje speciaal en hamburger. Ben ik een halve Pinokkio geworden, doordat ik een liefhebber ben van producten waar klaarblijkelijk houtpulp aan wordt toegevoegd, als vervanging van de duurdere olie of bloem (denk aan bijvoorbeeld kaas, dressings en muffins). Verloopt mijn leven tot op heden ‘gesmeerd’ omdat er aan veel voedingsmiddelen aardolie is toegevoegd (vijf gram kan dodelijk zijn!). En heb ik in mijn eentje met succes kunnen afkicken van de, blijkbaar verslavingsgevoelige, Oreo-koekjes… Het inktvisring- en varkensanusverhaal kan er dan ook nog wel bij. ‘Broodjeaapverhaal’ of niet.
Ik heb me allang neergelegd bij het feit dat we ons leven niet moeten laten leiden door alle paniek in de voedselwarenindustrie. We kunnen er zelf toch zo weinig aan doen. Bedrogen word je overal. Niet alleen met voedsel. En dood gaan we toch allemaal een keer. Ook niet alleen maar dóór voedsel. Wat ik iedereen dan ook wil meegeven is, geniet van je ‘broodjeaapverhaal’. Want voor je het weet, blijkt er niets van waar te zijn!