Extremisten willen terug in de tijd reizen naar de 'gouden periode', die nooit bestaan heeft
Ahmed Assid is een vooraanstaand Marokkaans intellectueel en activist die opkomt voor mensenrechten en de positie van Berbers. Vrijdag sprak hij in het Rotterdamse debatcentrum Arminius op een door de vereniging Symphony georganiseerde avond over ‘het ware gezicht van de islam’. Hieronder een vertaalde en licht bewerkte versie van zijn lezing.
Islam en geweld zijn twee zaken die op internationaal niveau steeds meer aandacht krijgen. Verwacht wordt dat het verschijnsel van extremistisch geweld zal toenemen. Dat heeft in het algemeen te maken met de situatie van moslims in de wereld en die is het gevolg van een opeenstapeling van gebeurtenissen, waarvan de kenmerken stapsgewijs naar boven kwamen in de loop van de twintigste eeuw, nadat moslimlanden onafhankelijk werden. Tijdens deze periode kenden moslimlanden pogingen tot modernisering. De meeste van die pogingen hebben gefaald. Het falen vond in het bijzonder plaats in de moslimlanden waar de Arabische cultuur de overheersende cultuur is. De Aziatische, niet-Arabische, landen kenden een relatieve ontwikkeling in vergelijking met wat de Arabische Wereld wordt genoemd.
Het is duidelijk dat de verspreiding van geweld uit naam van de islam te maken heeft met het falen van de modernisering van binnenuit. Kijk naar de achterstand die moslimvolkeren nog steeds kennen, de toenemende roep van het Salafisme om terug te keren naar de zuivere islam. Terwijl de uitdaging van de moslimlanden die het koloniale juk van zich af hadden geschud juist was om mee te gaan in de vaart der volkeren. Verlichte moslimdenkers stelden zich destijds de vraag: waarom zijn moslims achter gebleven, terwijl anderen vooruit zijn gegaan? Tijdens de zoektocht naar het antwoord op deze belangrijke vraag maakte het Westen grote stappen voorwaarts door middel van wetenschap, technologie, het respecteren van vrijheden, sociale gelijkheid, waardigheid, rechtvaardigheid en burgerschap.
Kolonialisme De belangrijkste hindernis op weg naar ontwikkeling van de Arabische landen was de onderdrukking door Westerse koloniale machten. Die leidde ertoe dat moslims zich gingen verzetten tegen de Westerse waarden. Voor hen zijn die waarden verbonden aan bezetting, verovering, koloniale onderdrukking en uitbuiting van Derde Wereld-landen door het kapitalisme. Die afkeer heeft ertoe geleid dat moslims begonnen te denken over een terugkeer naar hun godsdienstige en historische bijzonderheden, die zouden moeten leiden tot een ware renaissance, los van het kolonialisme. Zij verwezen naar de Middeleeuwen toen de Islamitische beschaving een relatieve bloei kende. Dit verlangen naar, en verheerlijken van, het roemrijke verleden had echter tot gevolg dat zij bijna letterlijk in het verleden bleven hangen. Zij neigden naar een salafistische, radicale ideologie. Het Westen is niet in staat geweest invloed uit te oefenen om die gedachtengang te keren of te verleggen.
Er zijn nieuwe factoren, samen met andere oude factoren die te maken hebben met het politieke landschap van de Kalifaat-staat door de eeuwen heen als ook met de islamitische cultuur en bewustwording, die tot het islamitische extremisme hebben geleid dat we nu ‘terrorisme’ noemen. Deze factoren zijn: het ontstaan van de Moslimbroederschap in Egypte in 1928 en de ontdekking van olie op het Arabisch schiereiland (met name in Saoedi-Arabië waar twee eeuwen geleden het Wahabisme voet aan de grond kreeg). Voeg daarbij dat Het Westen de verspreiding van het Salafisme tijdens de Koude Oorlog actief heeft gesteund. Een andere factor is het ontstaan van Israël en de onvoorwaardelijke steun die dat land van met name van de Verenigde Staten krijgt. De belangen van de VS in het Midden Oosten hebben geleid tot de invasies in Irak en Afghanistan, die op hun beurt weer drijfveren zijn voor meer extremisme en terrorisme uit naam van de islam.
De opkomst van de Moslimbroeders heeft een einde gemaakt aan een intellectuele beweging gericht op een verlichte islam. Die beweging streefde naar onderscheid tussen aan de ene kant religieuze beginselen die beschouwd kunnen worden als principes voor alle mensen en aan de andere kant de tradities, gewoontes en onwetendheid die zich door de eeuwen heen hebben opgestapeld. De verlichte geesten streefden tevens naar het vinden van alternatieve oplossingen door het herwaarderen van het islamitische erfgoed op basis van de behoeften van moderne islamitische samenlevingen.
Moderniteit De Moslimbroeders forceerden een breuk met de intellectuele beweging van de verlichte islam, omdat eerstgenoemden een politieke beweging wilden creëren om de invloeden van het Westen een halt toe te roepen. De grootste slachtoffers hiervan zijn de moderniteit en de democratische waarden geweest, die werden als Westers beschouwd en geacht in strijd te zijn met de islamitische cultuur. Daarnaast was er het doel om religie en politiek in brede zin met elkaar te mengen. Die houding vormden uiteraard een hindernis voor de overgang naar democratische samenleving. In plaats van dat de Moslimbroederschap met het Westen ging concurreren op grond van zelfkritiek, en voordeel deed met Westerse waarden had men maar één slogan: ‘de islam is de oplossing’. Sterker nog, men wilde niets van het Westen weten. In dat opzicht verschillen de Moslimbroeders niet veel van het Salafisme.
De ontdekking van olie in Saoedi-Arabië en de immense rijkdom die dat met zich meebracht bood enorme financiële mogelijkheden voor het exporteren van het Wahabitische Salafisme, dat nu inmiddels ook het Westen heeft bereikt. Voeg daarbij dat het Westen heeft geholpen met de verspreiding van dit fundamentalistische gedachtengoed door de alliantie met Saoedi-Arabië, tegen de communistische opmars. Saoedi-Arabië heeft in de afgelopen dertig jaar 87 miljard dollar gespendeerd aan de verspreiding van het Wahabitische Salafisme. De groepen die deze steun genoten, hebben zich vervolgens tegen Amerika gekeerd.
Gewelddadige teksten Naast de genoemde factoren zijn er factoren die betrekking hebben op de religieuze teksten. Zoals gewelddadige teksten in de hadith en koran. Er zijn teksten die op ene of ander wijze oproepen tot geweld. Deze teksten dienen te worden geplaatst in de context van de samenlevingen van destijds, toen geweld een legitieme zaak was en diverse geschillen middels geweld werden beslecht. Fysieke straffen zoals steniging, het afhakken van lichaamsdelen waren indertijd heel gewoon. Het was een weg die diverse volkeren bewandelden totdat men licht van de huidige moderniteit heeft gezien.
Sommige moslims stellen dat deze teksten in hun context moeten worden geplaatst. Anderen interpreteren deze teksten letterlijk. De letterlijke interpretatie heeft bijgedragen aan de verspreiding van geweld. Er is een aantal landen zoals Saoedi-Arabië, Iran en Soedan waar deze teksten officieel beleid zijn en letterlijk worden uitgeoefend. Om een einde te maken aan dit geweld dient men de teksten in hun context te plaatsen en te voorkomen dat ze heden ten dage worden gebruikt en uitgeoefend.
Goed en kwaad In de koran staat: “Opdat u oproept tot het goede en het kwade bestrijdt.” Dit principe gaat uit van het feit dat de individuele gelovige niet enkel verantwoordelijk is voor zijn eigen gedrag, maar ook dat van anderen en daarmee van de hele samenleving. Het hoeft in beginsel niet tot problemen te leiden binnen groepen gelovigen, maar des te meer in democratische samenlevingen waar vrijheden en diversiteit gerespecteerd dienen te worden. Het is een van de gevaarlijkste oorzaken voor het islamitische geweld en extremisme geworden.
Het individu dient volgens deze richtlijn dat wat hij als kwaad ziet te veroordelen en te veranderen, door – desnoods fysiek – op te treden. Indien hij daartoe niet in staat is moet hij het kwade diep in zijn hart veroordelen. Het probleem zit ‘m in het begrip ‘kwaad’. Voor moslims is dit wat in de religieuze teksten als ‘slecht’ is gedefinieerd.
In de hedendaagse democratische cultuur is ‘het kwade’ een begrip dat niet algemeen toegepast kan worden. Met andere woorden: hier dient het individu, ongeacht zijn positie, de vrijheid van de ander te respecteren. Iedereen moet zich enkel aan de wet houden, die geen onderscheid maakt als het gaat om godsdienst, sekse, afkomst, enzovoorts.
In democratische samenlevingen is er voor het fysieke of verbale ingrijpen door het individu geen plaats. Er zijn echter moslims die blijven uitgaan van dit principe, zowel in moslimlanden als in het Westen. Het heeft geleid tot executies van onder andere kunstenaars, schrijvers en het opstellen van lijsten van mensen die geëxecuteerd dienen te worden. Het Wahabitisch Salafisme gaat voorbij aan de uitleg dat het fysieke optreden enkel moet worden overgelaten aan de bevoegde autoriteiten. Het Wahabitisch Salafisme is zelfs van oordeel dat het een individuele verplichting is, omdat de autoriteiten als ongelovig en onwetend worden beschouwd. Geweld wordt daarbij niet geschuwd.
Totalitair Het feit dat de islam binnen deze opvattingen wordt gezien als een eensluidend, totalitair systeem maakt het voeren van een democratische dialoog onmogelijk. Het leidt enkel tot meer extremisme en geweld. Men ziet de religie als een volmaakt systeem dat oplossingen biedt voor alle problemen van mensen.
Zij menen dat een dialoog niet mogelijk is omdat zij zich op goddelijke bronnen baseren, en anderen menselijke principes hanteren. Deze misvatting heeft drie ernstige gevolgen gehad. Moslims hebben zichzelf opgesloten en dat heeft geleid tot een vernauwde blik op de wereld. Zij zijn niet in staat om te profiteren van andere beschavingen omdat ze van oordeel zijn dat de islam allesomvattend is.
De negatieve houding verklaart de universele waarden van de rechten van de mens en de positieve punten van de wereldse beschaving, als strijdig met de rechten die in de islam zijn bepaald. Deze aanhangers zijn blijkbaar niet meer in staat om te zien dat ook de islam in de voorbije eeuwen heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van die waarden.
Daarnaast is men niet in staat om de eigen achterstandspositie te erkennen. Kenmerken daarvan zijn dat men niet open staat voor anderen en de geschiedenis ontkent, evenals de dynamiek van samenlevingen en de creativiteit van het menselijk brein. Men is gekant tegen de rechten van de vrouw, gelijkheid tussen de seksen, vrijheid van geloof, vrijheid van meningsuiting, tolerantie, dialoog tussen religies, diversiteit. De afwijzing van al die rechten en posities gebeurt uit naam van de islam.
Gouden periode De godsdienstige leer wijst steeds op de eerste gouden periode van de islam. Volgens de soennitische orthodoxe stroming was dat het model van de ware godsdienst en een tijd van ideaal handelen door moslims op alle vlakken. Het doen en laten van de profeet en zijn veroveringstochten waren onderdeel van deze periode. Het gevaar van deze leer schuilt in drie zaken: A. Het feit dat deze periode geen gouden periode was. Het is was een periode gekenmerkt door tegenstrijdigheden en een geweldige strijd om de macht.
B. Het feit dat men religie als legitiem middel gebruikte om politieke geschillen uit te vechten. De machthebbers gebruikten religieuze teksten om hun legitimiteit te versterken en om de loyaliteit van mensen te garanderen. Tegenstanders gebruiken dezelfde teksten om de legitimiteit van de machthebber te betwisten. C. Het feit dat diverse waarden die in beeld kwamen door het doen en laten van de profeet beschouwd worden als ideale en universele waarden, die geschikt zijn voor alle tijden.
Het idee van de gouden periode heeft ertoe geleid dat het bewuste tijdperk ook vandaag de dag als ideaal wordt gezien. Het gevolg is dat extremisten en radicalen koste wat kost terug wil keren naar deze fictieve gouden periode.
Communicatie Godsdienstig extremisme is ook het resultaat van politieke regimes die ontstaan zijn na de koloniale periode en die niet in staat waren om een fundament te leggen voor democratie en ontwikkeling van het land. Deze regimes streefden naar versterking van het autoritarisme en maakten daartoe veelvuldig gebruik van godsdienst in het politieke leven, om zo mensen te drogeren en keuzes te rechtvaardigen.
In de jaren zestig en zeventig moedigden deze regimes het religieus extremisme aan, om ook op die manier de strijd aan te binden tegen progressieve linkse krachten die destijds opriepen tot verandering. Deze regimes waren strategische bondgenoten van de Verenigde Staten en werden aangemoedigd religie te gebruiken tegen het communisme. De ontwikkeling van communicatiemiddelen, met name satellietzenders en internet, hebben ook bijgedragen aan de verspreiding van het religieus extremisme. De nieuwe communicatiemiddelen hebben het mogelijk gemaakt dat extreme ideeën overal aan de man worden gebracht.
Deskundigen op het terrein van religieus extremisme zijn van oordeel dat democratie en ontwikkeling, in met name de landen van het Midden-Oosten, de middelen zijn om de vernietigende gevolgen van dit verschijnsel tegen te gaan. Ook zal de oplossing van de Palestijnse kwestie bijdragen aan het verminderen van de spanningen. Maar daarnaast is het van belang dat het onderwijs wordt hervormd. Onderwijs moet zich aanpassen aan de democratische beginselen. Godsdienstonderwijs moet worden veranderd in geschiedenis van de godsdiensten, om leerlingen zo de zaken in hun historische context te laten zien.