Waarom ik boos en heel verdrietig ben over het beeld dat geschetst wordt van adoptie
Zondag zond Brandpunt een reportage uit over het adopteren van kinderen uit het buitenland. En vooral wat er allemaal mis mee is. Renzo Veenstra werd er boos en verdrietig van. In deze open brief aan programmamaker Aart Zeeman legt hij uit waarom.
Beste Aart Zeeman,
Ik heb zondagavond je reportage over adoptie gezien in Brandpunt. Wat goed dat je je steeds kritisch blijft opstellen. Maar mag ik zeggen dat je mij vanavond met deze reportage (als adoptievader én journalist) boos en heel verdrietig hebt gemaakt?
Natuurlijk, je reportage van een paar jaar geleden over het Ethiopische meisje dat onder valse voorwendselen werd geadopteerd, was baanbrekend en moest gezien worden.
En je kritiek op het RTL-programma ‘Met Open Armen’ deel ik; volledig zelfs. Zulke programma’s horen niet thuis op tv. Ik erger me er mateloos aan, dat doe je simpelweg niet.
Maar om nu een reportage uit te zenden waarin je eigenlijk stelt dat élke adoptie fout is, dat nagenoeg elke adoptie de geur van kinderhandel met zich meebrengt, vind ik heel erg kwalijk. En het klopt ook niet.
Ja, ik ben bevooroordeeld. Want: ik ben een adoptievader. Wij hebben er drie rondlopen in ons huis. Ter geruststelling: de oudste komt gewoon uit Nederland hoor, daar is niet mee gesjoemeld.
Wat me steekt is dat je, als betrokken journalist, misschien iets teveel meegaat in de mening van mensen die jouw boodschap onderstrepen, dat adopties vaak fout lopen en veelal georganiseerd worden door mensenhandelaren. Ben jij, net als wij toen we onze jongens ophaalden, in de kindertehuizen geweest? Wij wel. Wij zagen daar overvolle slaapzalen, met te weinig bedden. Wij zagen een tekort aan eten, en veel kinderen die leden aan HIV of een andere aandoening waardoor ze niet gewenst waren. Wij zagen geen handelshuizen waar kinderen koopwaar waren. Nee, wij zagen kindertehuizen die smeekten om adoptieouders. Mensen die de kracht hadden om dit soort beschadigde, zieke, of verwaarloosde kinderen een nieuw tehuis te geven. Adoptieouders die weten dat een adoptie een heel ingewikkeld, gevoelig en moeilijk proces is, waarvan je maar moet hopen dat al je goede bedoelingen en liefde als ouders, uiteindelijk beloond worden.
Aart, geloof me: wat wilden die kindertehuizen graag dat deze kinderen in eigen land konden opgroeien, waar jij zo over opgeeft in de Brandpunt-reportage. Als er dan een keer een kindje in eigen land werd geadopteerd, ging de vlag uit en werd er feest gevierd. Maar in het land waar wij onze twee broertjes mochten ophalen, gebeurt dat niet. Daar zijn de kinderen afval. Het uitschot van de samenleving. Daar stonden geen kinderhandelaren aan de poort, om nieuwe “handelswaar voor adoptieouders te brengen”. Nee, daar kwamen medewerkers huilend binnen, nadat ze weer een baby in een vuilniszak langs de kant van de weg hadden gevonden. Of een kindje dat volledig misvormd was, door mishandeling. Tehuizen waar mensen keihard werken om 200 monden te voeden van kinderen die met geen mogelijkheid in aanmerking komen voor adoptie. Omdat ze ziek zijn, mismaakt, of omdat de belabberde wetten in het land voorkomen dat deze kinderen geadopteerd mogen worden.
Beste Aart: in de kern van de zaak bedoel je het vast goed. Ook ik vind dat adoptie niet zou moeten bestaan. Ook ik vind dat kinderen in hun eigen land recht hebben op eten, liefde en geluk. Ook ik word geraakt door de tranen van onze jongste, als hij terugdenkt aan zijn overleden vader en moeder. En ik heb zelf tranen als ik me bedenk dat niemand hem en zijn broer wilde hebben, niemand zich over hen wilde ontfermen. En mijn hart stopt met kloppen als ik denk aan hun zus van 12 die als weesje daar nog steeds op straat rondzwerft.
Er zijn nu eenmaal kinderen Aart, waar ik graag voor zou willen zorgen. Kinderen die echt geen enkele kans hebben op een toekomst. Denk daar ook eens aan Aart, voordat je weer een reportage maakt over adoptie, met spannende muziekjes onder insinuerende voice-overteksten.