Het is maar te hopen dat er geen sprake is van een hetze tegen de allochtonen en moslims
Het boerkaverbod is één van de onderwerpen, waarover de gemoederen hoog kunnen oplopen. Sommige politici bedienden zich in debatten al te graag van one-liners, populisme, sentimenten en van schijnoplossingen. Op deze manier willen zij de feiten en argumenten ontwijken en makkelijk schoren. Maar wij kunnen het niveau van de discussie over het boerkaverbod hoger tillen dan die gemakzuchtige politici met hun scoringsdrang door feiten en argumenten te benoemen en zo met elkaar een serieuze discussie te voeren. Ik nodig u als lezer graag daartoe uit.
Waar hebben we het over? Uit verschillende onderzoeken blijkt dat er in heel Nederland zo’n 150 moslima’s zijn die een boerka dragen. Dit aantal is, afgezet tegen ruim 16 miljoen inwoners in Nederland, buitengewoon klein. Jaren geleden woonde ik in Apeldoorn en daar zag ik iemand met een boerka. Het was meer dan tien jaar geleden. Toen ik haar de eerste keer zag, voelde het een beetje onwennig. Maar later kwam ik haar vaker tegen op straat en in de supermarkt. De buurt kende haar en zij begroette mensen beleefd.
Als westerse samenleving zijn wij in Nederland er trots op dat we vrij zijn. Als we kritiek hebben op andere landen, dan is het vaak omdat de autoriteiten in die landen de vrijheid van burgers willen inperken. Wij willen in Nederland kunnen gaan en staan waar we willen. We willen niet dat de overheid zich bemoeit met onze vrijheid. Er zijn groepen mensen in Nederland, die vanwege hun geloofsovertuiging, weigeren hun kinderen in te enten tegen kinderziektes. Zij weigeren ook bloedtransfusie; zelfs tijdens de bevalling. Hun keuze tot weigering kan hele ernstige gevolgen hebben voor henzelf en voor hun kinderen. Desondanks grijpt de overheid niet in en laat hen vrij in hun keuze.
Gelijke monniken gelijke kappen Eén van de principes in onze westerse samenleving is dat we de mensen niet verschillend behandelen vanwege hun geloof of afkomst of om welke reden dan ook. Vrijheden gelden dus voor iedereen. Zolang iemand andere mensen geen kwaad doet en geen problemen veroorzaakt, is er geen reden om de vrijheid van die persoon in te perken. Daarbij komt nog dat burgers zich in Nederland kunnen beroepen op hun grondrechten, zoals vrijheid van godsdienst, om zo bescherming te krijgen tegen de bemoeienis van de overheid. Ook hier geldt dat iedereen in Nederland zich kan beroepen op de grondrechten; zij die weigeren hun kinderen in te enten en zij die een boerka willen dragen.
Het is overigens opvallend dat in anderhalf jaar tijd door dit minderheidskabinet, met de partij van Geert Wilders als gedoogpartner, zoveel maatregelen genomen zijn, die de allochtonen en moslims treffen. Het heeft er in ieder de schijn van dat dit gedoogkabinet groepen mensen in onze samenleving verschillend behandelt vanwege hun geloof en afkomst. Het boerkaverbod past in dat rijtje. Deze mensen mogen zich van het kabinet niet beroepen op hun geloofsovertuiging. Let wel het gaat om een buitengewoon kleine groep mensen die geen problemen veroorzaken. Het is maar te hopen dat er geen sprake is van een hetze tegen de allochtonen en moslims. De wensenlijst van de Partij voor de Vrijheid bevat namelijk veel meer verboden.
Veiligheid versus symboolwetgeving Eén van de gebruikte argumenten voor het boerkaverbod is het vergoten van de veiligheid in de samenleving. Er is echter nooit aangetoond dat moslima’s in Nederland die een boerka dragen een gevaar vormen voor onze veiligheid. Mensen die criminele handelingen willen plegen, kunnen kledingstukken dragen, waardoor het onzichtbaar wordt wat zij aan illegale voorwerpen bij zich dragen. Dat heeft echter niets te maken met het dragen van een boerka door zo’n 150 moslima’s. Het gaat erom dat we de criminelen aanpakken met hun foute plannen, want dat vergroot de veiligheid.
Verder zegt het kabinet dat men met het boerkaverbod wil opkomen voor de positie van moslimvrouwen. Geen onaardig plan. Het is echter niet uitgesloten dat er vrouwen zijn die het dragen van een boerka uit vrije wil doen. En als het gaat om vrouwen die een boerka moeten dragen van hun man, dan ligt het voor de hand om die man te bestraffen en dus niet aan die vrouw een boete op te leggen van 380 euro. Zij is al slachtoffer van haar dominante echtgenoot. Het kabinet had er ook voor kunnen kiezen om te bepalen dat moslima’s met een boerka bepaalde functies niet mogen uitoefenen of bepaalde ruimtes niet mogen betreden. Maar het kabinet kiest voor de meest vergaande maatregel; het boerkaverbod.
Ambtenaren op het ministerie, Raad van State, leden van de Tweede Kamer en de Eerste Kamer plus hun ondersteuning, politieagenten en andere partijen gaan veel tijd, energie en geld investeren om een wet te maken en te handhaven die geldt voor zo’n 150 dames die vrijwel onzichtbaar zijn in de Nederlandse straten.
Dames en heren van het kabinet, u verdient weliswaar ruim anderhalf ton per jaar, maar Nederland verkeert nog steeds in een economische crisis. First things first!