De Nederlandse boeren zorgen voor de meeste stikstofneerslag in natuurgebieden. Dat erkent nu ook het Mesdagfonds, dat de RIVM-cijfers over de stikstofuitstoot eerder nog betwistte. Volgens de vorige maand gepresenteerde berekeningen van het fonds dat de belangen van de boeren behartigt, zou de landbouw ‘slechts’ verantwoordelijk zijn voor een kwart van de stikstofdepositie. In werkelijkheid is meer dan 40 procent in natuurgebieden afkomstig van de boeren.
De desinformatiecampagne van de boerenlobby gaat ondertussen onverminderd door. Zo twitterde Aalt Dijkhuizen, voorzitter van het Landbouwcollectief, enkele dagen geleden nog een bericht over de verbeterde luchtkwaliteit als gevolg van de coronamaatregelen. “Dit terwijl de voedselketen op volle toeren draait. Is landbouw dan toch niet de grote boosdoener?”, schreef hij.
Voor het gemak ‘vergat’ Dijkhuizen even dat het in de berichtgeving over de schonere lucht ging over de afname van de stikstofdioxide-uitstoot. Stikstofdioxide (NO2) is hoofdzakelijk afkomstig van auto’s, energiecentrales en fabrieken. De agrarische sector is verantwoordelijk voor een andere vorm van stikstofuitstoot: ammoniak, oftewel NH3.
De ammoniak die neerslaat in Nederlandse natuurgebieden, heeft er de afgelopen decennia toe geleid dat de biodiversiteit enorm achteruitgegaan is. De verzuring als gevolg van de ammoniakuitstoot zorgt er onder meer voor dat vogels niet meer genoeg kalk kunnen vinden. Daardoor zijn de schalen van hun eieren vaak te dun, en breken veel kuikens hun pootjes nog voor ze het nest uit kunnen.