
In de Europese politiek voltrekt zich een verschuiving die nauwelijks nog te ontkennen is: het politieke discours schuift naar rechts, soms bijna ongemerkt. Uitspraken die twee decennia geleden als radicaal of ronduit extreem werden bestempeld, klinken vandaag in talkshows alsof ze onderdeel zijn van een normaal beleidsdebat. Partijen die ooit het politieke midden vormden, laten zich meeslepen door deze trend, vaak uit electorale angst of strategische berekening.
Wat in deze beweging vaak over het hoofd wordt gezien, is een bijzondere groep mensen: de leden binnen deze partijen die weigeren mee te kantelen. Niet omdat zij naïef zijn, niet omdat zij blind zijn voor electorale realiteit, maar omdat zij geloven in een idee van politiek dat niet verhandelbaar is. Zij zijn de interne dissidenten — niet degene die vertrekken, maar degene die blijven. In een tijd waarin weggaan soms wordt gezien als een daad van principiële helderheid, kiezen zij voor het moeilijkste pad: de confrontatie van binnenuit.
De onderschatte moed van blijven
Vertrekken uit een partij levert een scherp signaal op. Het is zichtbaar, eenduidig en vaak zelfs bewonderd. Blijven is iets anders. Blijven is kiezen voor ongemak, voor eindeloze commissievergaderingen waarin je “weer die kritische vraag stelt”. Blijven is het risico lopen te worden weggezet als ouderwets, naïef of “niet realistisch genoeg”.
Toch is blijven juist de diepere vorm van politieke moed. Het vergt standvastigheid om je te verzetten tegen de richting waarin je eigen partij beweegt, vooral wanneer die richting lijkt te worden gelegitimeerd door peilingen of door de roep van “de gewone man”. Wie blijft, doet dat vaak vanuit een overtuiging die niet draait om de peilingen van volgende maand, maar om het fundament waarop een partij ooit gebouwd is.
Deze vorm van moed is geen heroïsche daad die door camera’s wordt vastgelegd. Het is de stille, taaie vasthoudendheid van mensen die zeggen: “Ik geloof dat deze partij meer is dan haar huidige koers.” En dat is precies waar de waarde zit.
Normaliserend extremisme vraagt om interne tegenkrachten
De verschuiving naar rechts — en vooral de normalisatie van uitsluitende of polariserende retoriek — wordt vaak beschreven als een maatschappelijk of mediaproces. Maar minstens zo belangrijk is wat er binnen partijen zelf gebeurt.
Wanneer partijen mee gaan in deze verschuiving, verliezen zij niet alleen hun historische koers, maar vaak ook hun interne pluriformiteit. De druk om electoraal relevant te blijven maakt afwijkende stemmen intern minder welkom. Het geluid dat ooit de kern vormde van het partijprogramma, wordt dan gezien als remmend, onhandig of zelfs schadelijk voor de campagne.
Juist in dat klimaat zijn interne dissidenten onmisbaar. Zij fungeren als een democratische rem — niet van buitenaf, maar op het moment waarop de interne koers wordt uitgezet. Door simpele, maar fundamentele vragen te blijven stellen, houden zij het debat open in een tijd waarin conformeren gemakkelijker is dan denken.
Hun aanwezigheid zorgt ervoor dat partijen niet volledig worden overgenomen door de logica van polarisatie. Ze herinneren hun collega’s eraan dat politiek ook een morele onderneming is, niet alleen een electorale.
Een partij is meer dan haar huidige leiders
Waar het in feite om gaat, is een elementaire vraag: Wat is een politieke partij eigenlijk waard als zij zichzelf niet trouw blijft?
Een partij is geen optelsom van actuele standpunten en slogans. Ze is een traditie, een geschiedenis, een verzameling waarden die generaties overstijgt. En ondanks alle veranderingen in de samenleving, hebben mensen behoefte aan politieke organisaties die iets durven vasthouden. Niet starheid, maar continuïteit. Niet nostalgie, maar normatieve ruggengraat.
De leden die blijven staan, ook als de partij schuift, vervullen precies die rol. Ze zijn het institutionele geheugen: dragers van verhalen, principes en richtlijnen die niet zomaar weggevaagd mogen worden door peilingen of politieke opwinding.
Hun bijdrage kan langzaam, soms frustrerend langzaam zijn. Maar democratische processen zijn nu eenmaal niet gebouwd op snelheid; ze zijn gebouwd op tegenmacht, debat en nadenken. Precies dát brengen deze leden in.
Democratie rust op de mensen die niet loslaten
Het is gemakkelijk om in tijden van polarisatie te denken dat alleen de schreeuwers of de afsplitsers betekenisvol zijn. Maar de stabiliteit van de democratie rust minstens zo zwaar op de mensen die blijven waar het schuurt. De mensen die binnen hun partij blijven herhalen dat er grenzen zijn aan retoriek, dat politieke macht ook verantwoordelijkheid is, en dat koersverandering geen excuus mag zijn om je eigen fundament te verloochenen.
Zij verdienen een plaats in ons publieke gesprek. Niet als helden, maar als stille bewakers van politieke integriteit. Want zonder hen worden partijen slechts schepen zonder anker, meegevoerd door de sterkste stroming van het moment.
En wie blijft, terwijl alles beweegt, toont misschien wel de grootste politieke moed van allemaal
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.