Ahmet Akgündüz kwam spreken voor de onderzoekscommissie die samengesteld is naar aanleiding van de mislukte staatsgreep op 15 juli. En zijn woorden wekten woede.
De rector van de islamitische universiteit in Rotterdam, Ahmet Akgündüz, is berucht in Nederland, vanwege zijn discriminerende uitspraken ten aanzien van groepen in de samenleving die in Turkije stuk voor stuk gediscrimineerd worden.
Vorige week las ik dat Ahmet Akgündüz zou spreken voor de onderzoekscommissie die samengesteld is naar aanleiding van de mislukte staatsgreep op 15 juli. Eerst dacht ik dat het een andere Ahmet Akgündüz was, maar hij bleek het echt te zijn.
Over wat voor specifieke kennis Akgündüz beschikt dat hij is uitgenodigd door de commissie is me een raadsel, maar dinsdag voerde hij het woord en dat werd een rel.
Akgündüz begon zijn rede met de stelling dat de couppoging begon met het protest tegen de afbraak van Istanbuls Gezipark drie jaar geleden. Kwam niet helemaal onverwacht. Medestanders van de AKP, de partij van Erdogan, waar Akgündüz er zeker een van is, interpreteren het vreedzaam begonnen protest tegen de sloop van het laatste stukje groen in het centrum van Istanbul nu eenmaal als een poging tot staatsgreep.
Met dat laatste is echter lang niet iedereen het eens. Sezgin Tanrikulu, die voor de Republikeinse Volkspartij (CHP) in het Turkse parlement zit, sprong direct op de kast. Hij onderbrak de rector uit Rotterdam en er ontstond een ruzie. Commissievoorzitter Resat Petek zag dat even aan, maar greep vervolgens in. ‘Je moet je plaats kennen’, beet hij Tanrikulu toe, die vervolgens uit protest de zaal verliet.
Andere parlementariërs van de CHP stapten eveneens op en Mithat Sancar, een volksvertegenwoordiger van de pro-Koerdische Democratische Volkspartij (HDP) besloot hetzelfde te doen.
Tanrikulu verklaarde later dat ‘we het niet toe konden staan dat een krankzinnige dergelijke taal uit slaat.’
Of hij nu in Nederland is, of in Turkije, Ahmet Akgündüz zorgt overal voor verontwaardiging.