Politicus sprak in het verleden op bijeenkomst oud-nazi's
De kersverse Belgische vicepremier Jan Jambon van de Vlaams-nationalistische partij N-VA ligt onder vuur vanwege banden met collaborateurs en oud-SS’ers en het vergoelijken van samenwerking met de Duitse bezetter in de Tweede Wereldoorlog.
Jambon werd door twee Franstalige kranten aan de tand gevoeld over zijn aanwezigheid in het verleden op een bijeenkomst van oud-Oostfrontstrijders, oftewel Vlamingen die als vrijwilliger in dienst traden bij de SS en in Oost-Europa het slagveld betraden, zij aan zij met de nazi’s. Hij veroordeelt die collaboratie weliswaar maar voegt er vervolgens een soort excuus aan toe: “De mensen die met de Duitsers collaboreerden, hadden hun redenen. Ik leefde niet in die periode.”
Bij Franstaligen valt die opmerking totaal verkeerd. De leider van de Waalse christendemocratische CDH stelt tegenover De Standaard : “Ik vraag dat de premier deze uitspraken veroordeelt. Er bestaan geen goede redenen om tijdens de oorlog met de Duitsers te collaboreren. Ik plaats de eerste minister voor zijn verantwoordelijkheid. Men kan niet aanvaarden dat een minister, en zeker een vicepremier, dergelijke verklaringen aflegt.”
De bijeenkomst van het Sint Maartenfonds waar Jambon sprak vond plaats in 2001. Saillant detail is dat een eveneens Vlaams-nationalistische minister die destijds ook aanwezig was indertijd direct tot aftreden werd gedwongen toen dat onthuld werd. Jambon zegt dat er nu geen probleem is omdat hij immers nog geen minister was ten tijde van zijn speech.
De populaire NV-A heeft zich officieel altijd gedistantieerd van extreem-rechts. De rol van Jambon werd in 2013 onthuld door Vlaamse rechtsextremisten die zich beledigd voelen door de distantiëring en de ‘hypocrisie’ van de politicus, destijds fractivoorzitter van de N-VA, aan de kaak wilden stellen. Het programmaboekje laat weinig twijfel bestaan over het nazi-vriendelijke karakter van de bijeenkomst.