Balkenende: 'Ik heb wel meer te doen dan AOW-debat'

“Ik heb wel meer te doen.” Met deze woorden reageerde premier Balkenende ongemeen fel op de kritiek van de oppositie over zijn wegblijven bij het AOW-debat. Balkenende sprak zich zojuist uit, in het wekelijkse Gesprek met de Minister-president in EénVandaag.

Door redactie Joop

Balkenende toonde in het tv-interview weinig begrip voor de kritiek van het parlement. “Het verbaast me. Het kabinet heeft veel meer belangrijke besluiten.” Over de kritiek dat hij laf zou zijn, zegt de premier: “Waanzin om dat zo te zeggen. Er worden met het grootste gemak heel grote woorden gebruikt. Ik heb dit onderwerp al meermalen met de Kamer besproken. Onder het plan staan de handtekeningen van Donner en Klijnsma.” Volgens de premier dragen zij de verantwoording voor het AOW-plan en is het logisch dat zij het verdedigen.

Op de vraag of hij te vaak naar de Kamer wordt geroepen, antwoordt Balkenende dat bevestigend.

Ik wil niet drie, vier, vijf keer hetzelfde te vertellen. Sommige bewindslieden moeten soms wel 26 uur per week in het parlement zijn. Dan heb je bijna geen tijd meer om zaken voor te bereiden.”

Over zijn uitspraken over het grimmige klimaat in politiek zegt Balkenende: “Ik heb iets gezegd over het debat, maar ook over het maatschappelijk klimaat. Mensen worden weggezet, dat bevalt me niet.” Hij bedoelt overigens niet dat hij zich niet thuis zou voelen in het parlement. “Daar hoor je te zijn als er belangrijke zaken besproken moeten worden.”

Over het slepende gerucht dat hij naar Brussel gaat, zegt Balkenende nog steeds dat hij geen kandidaat is en ook niet gevraagd voor de functie. Over de Poolse EU-ambassadeur die onthulde dat er wel degelijk voor Balkenende wordt gelobbyd, meldt de premier: “Er is geen sprake van een lobby. Wat ik niet begrijp: er zijn natuurlijk wel tal van contacten over het Europese overleg, maar er is geen lobby.”

ANP vult aan: Balkenende vindt dat de premier en de vice-premier niet te snel erbij gehaald moeten worden. Hij heeft de indruk dat dit aan het toenemen is. Als het niet lukt met een gewoon Kamerdebat, wordt het volgens hem al snel een spoeddebat. Daarvoor zijn dertig Kamerleden nodig, terwijl voor een gewoon debat een Kamermeerderheid (ten minste 76 zetels) vereist is. Volgens de premier is ‘een goede balans’ nodig tussen debatten en andere werkzaamheden van bewindspersonen om ervoor te zorgen dat ze hun functie kunnen uitoefenen. “Je kunt niet alleen minister zijn door een overmaat aan debatten.”