Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Avondklok blijkt onzinklok, is straks het mondkapje aan de beurt?

  •  
29-04-2021
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
166 keer bekeken
  •  
51127124646_0de8cfa859_k

© cc-foto: GVB

Als je ergens staat, moet het mondkapje op want anders ben je een gevaar voor de ander maar als je gaat zitten dan ben je dat niet langer
Honderd nachten lang hebben ordebewakers enorme inspanningen geleverd om de avondklok te handhaven. De invoering ging gepaard met zware rellen. Het einde werd gevierd met vuurwerk. Meteen bleek dat alles voor niets was geweest. Ernst Kuipers heeft geen enkel effect gemerkt op de ziekenhuisopnames.
Dat was voorspeld. Er is al maanden ’s avonds buiten niets te doen. Daar komt vooralsnog geen verandering in. Je kon en kunt na tienen hoogstens de hond uitlaten, wat trouwens nooit verboden werd. Ook vanavond zal het weer doodstil zijn op straat. De avondklok gold voor uren dat de mensen zich op grote afstand van elkaar voortbewogen. Je kon van het begin af aan al op de vingers natellen: dit is flauwekul. Uiteindelijk zal het voornaamste resultaat zijn nog meer verlies aan geloofwaardigheid voor het kabinet en andere autoriteiten.
Blijft het hierbij? Een volgende kandidaat voor een dergelijke ontmaskering kan zijn de verplichting op allerlei plekken een niet-medisch mondkapje te dragen. Een half jaar lang hebben Jaap van Dissel en het RIVM staande gehouden dat dit schijnveiligheid bood. Geen wonder: de virusdeeltjes zijn zo miniem dat die gemakkelijk door het weefsel heen komen. Aan het begin van de vorige zomer sloeg de stemming echter om. Met die niet-medische mondkapjes beschermde je niet jezelf maar een ander. Blijkbaar had Covid19 gevoel voor eenrichtingsverkeer: je kon met mondkapje op het virus niet uit maar wel in ademen.
Eerst werd het verplicht gesteld in het openbaar vervoer “waar je niet altijd een afstand van anderhalve meter kon handhaven” en later ook op de meeste overdekte plekken die geen woning waren, zoals winkels en wachtkamers. Als klap op de verboden vuurpijl stelde het ijverige openbaar vervoer het dragen óók verplicht op haltes en perrons onder Gods blauwe hemel.
Vrijwel iedereen gehoorzaamde braaf want het klinkt logisch dat je ziektekiemen tegenhoudt door een lapje voor je mond te hangen. Net zoals het logisch klinkt dat een bal van een kilo sneller naar beneden valt als een bal van een ons. Na de ommezwaai van het RIVM werd het publiek keer op keer verzekerd dat er zoveel wetenschappelijk bewijs lag voor de effectiviteit van het niet-medische mondkapje. Wie dat eens nakeek, ontdekte veelal ‘zou eventueel kunnen’-verhalen.
Aan de mondbedekkingen werden nauwelijks eisen gesteld. Je mocht geen bandana om mond en neusgaten knopen en een tot mondkapje geknipte sok was (waarom?) eveneens verboden. Voor het overige kon iedereen zijn gang gaan. Er verschenen wel tips over hoe je die mondkapjes moest behandelen: niet het textiel met de vingers aanraken, anders kon je ze eigenlijk meteen wel wegdoen, heel vaak goed wassen, et cetera. Het is moeilijk vast te stellen of de dragers zich massaal aan deze voorschriften houden. Gok: voor geen meter. Nog zo iets: als je ergens staat, moet het mondkapje op want anders ben je een gevaar voor de ander maar als je gaat zitten dan ben je dat niet langer.
Het dragen van mondkapjes krijgt daardoor iets van een bezweringsritueel. Je toont er mee dat je beseft in een crisis te leven, dat je een nette burger bent die zich aan de voorschriften houdt, dat je je best doet. Je stelt er anderen mee gerust. Of ze helpen tegen de verspreiding van corona, is een heel andere vraag. Misschien komt het antwoord wel in een talkshow op de avond nadat de mondkapjesplicht is ingetrokken.
Voor het overige ben ik van mening dat de toeslagenaffaire niet uit de publieke aandacht mag verdwijnen en de kwestie rond het Groninger aardgas evenmin.
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.