Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Autobibliomaan

  •  
25-01-2024
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
808 keer bekeken
  •  
ANP-365926310

Het schrijven van een biografie moet een bezoeking zijn.

“Nooit een eitje teveel”, wijze woorden van Italiaanse Keuken-meester Pellegrino Artusi in zijn standaardwerk ‘La scienza in cucina e l’arte di mangiar bene’. Ik hang daar ook graag het bordje “Nooit een boekje te veel” bij, en een heel specifiek leesgenot verschaft de categorie bio- en het liefst auto-biografie.         

Er is sprake van een levensbeschrijving van een, al dan niet in leven zijnd, écht mens en dan ook nog eens een mens die je om de éen of andere manier interesseert of waardeert (Wat dat betreft beschouw ik Artusi’s ‘kookboek’ ook als gastronomische biografie. Zijn boek laat man, recepten, en levenswijze ineen vloeien zodat zijn autobio in elke pagina zit verweven).                                  

Het schrijven van een biografie moet een bezoeking zijn. Rangschikken, interviewen, feiten verifiëren. Wat laat je weg/wat houd je vast? Een goede biograaf geeft daarop in zijn werk het onthullende antwoord.                         

Van biograaf Jaap Cohen weet ik dat hij meer dan zes jaar bezig was aan zijn biografie over Theo van Gogh. Wat bezielt iemand om zich zes jaar van zijn eigen leven te verdiepen in dat van een ander? Bart Chabot om- en beschreef in meerdere delen zijn jarenlange omgang met Herman Brood en de zijnen.  Kunnen we hier misschien spreken van een Ego-biografie?

Slechte biografieën zijn buitengewoon saai om de simpele reden dat ‘het object’ niet wilde meewerken en soms zelfs zijn omgeving inspeciëerde vooral niet met de ongewenste biograaf mee te werken. ‘Unauthorised’ is dan de marketingkreet die eerder bij elkaar verzonnen rotzooi dan wel saai leesvoer garandeert. Ook mensen die zich bedienen van een ghostwriter leveren meestal niet de meest afgewogen biografiën. Men vertelt het wenselijke, de interessante lagen van vallen en opstaan worden angstvallig oppervlakkig of helemaal niet gedeeld.

Bardot, Deneuve, Fonda is zo’n ‘autobio’. Je zou maar met alle drie het bed gedeeld hebben. Womanizer Roger Vadim beleefde dit ‘genoegen’ en de verwachtingen waren uiteraard hooggespannen toen hij over al zijn veroveringen een boekje open deed. Niet erg ‘gentleman-like’ natuurlijk maar  wel juicy… hoopt de argeloze lezer. ‘Openhartige memoires’ gilt de omslag. Ammehoela, wat trivia, het obligate foto-katern en de mazzel.                     

Toen Deneuve (Ja, ook ik ben fan van de Franse IJskoningin) dan ook zélf haar memoires te boek stelde in ‘A L’Ombre de Moi-Même’ trapte ik er toch weer in. Een aardig dagboek maar niet dat inkijkje in de wereld van onze helden en heldinnen waarvoor je zo’n verhandeling leest. Als men zijn privé-leven in het verborgene wil houden, waarom dan zo’n halfslachtig boekwerkje op de markt pletteren?

Meest interessant zijn de échte autobiografieën. Bij zo’n onderneming loert uiteraard het levensgrote gevaar om de hoek te vervallen in namennoemerij en andere borstklopperij, maar soms pakt het uitstekend uit.                           

Zoals bij een man als Mel Brooks. De regisseur/comedian schrijft al zijn leven lang en schreef een boeiend boek dat helemaal recht doet aan het begrip ‘autobiografie’. Briljante taalgrap als titel ‘All about me!’ wordt nog eens onderstreept door een voorwoord van de auteur die ons oproept al zijn onthullingen vooral met de hele wereld te delen. “..shout it from the rooftops! (Because i think i’m gonna need a couple of million confidants to make any money on this book.). Een totaal ander, uniek kopje thee is de meest uitgesproken autobio die ik ooit las en wel die van de ‘beruchte’ acteur Klaus Kinski. Kinski veegt een boek lang de vloer aan met de hele wereld, scheld en tiert en laat weinig aan de verbeelding over als hij zijn woeste seks-memoires met ons deelt. Met wie, hoe vaak en wanneer (soms zelfs waarom...), het boek is er mee doorspekt. Openhartigheid krijgt een nieuwe rauwe dimensie, en hoe!

Zeer lijvige boeken over grote oorlogsmisdadigers als Rauter, Eichmann en de Nederlandse superschoft Antonius van der Waals laten zich honderden pagina’s lang lastig lezen. Niet alleen het feit dat de periode van de Tweede Wereldoorlog uitsluitend is gedrenkt in narigheid maar vooral ook de vele namen en jaartallen maken deze werken tot een stroperig lettermoeras. Mateloos fascinerend maar taaier dan taai en het laat zich raden dat de bronverwijzing in dit soort biografieën vaak een boekwerk op zich is.

Bijzondere ‘bio’ om te lezen waren de confessies van Vasili Mitrokhin. De ex-KGB-functionaris liep over naar het westen en liep vervolgens ‘leeg’ tegen een professor moderne geschiedenis van Cambridge.                       Beschrijving van ’s mans leven en acties laat zich lezen als een avonturenroman maar is toch serieus genoeg om te classificeren als biografie. Het encyclopedische karakter van dit soort biografieën (feiten, jaartallen, namen) maakt wel dat je dergelijke biografieën noodgedwongen in stukje en beetjes savoureert. Veel gebiografeerden vallen helaas genadeloos van hun sokkel omdat ze net zulke mensen als u en ik blijken te zijn maar gelukkig is dat niet altijd zo.                              

Vandaag las ik ‘So Farewell Then’ uit, en dat viel niet tegen. De biografie van de onnavolgbaar briljante comedian Peter Cook die blijkt dan gelukkig écht weer de ‘Mindless, stupid, f*ckin’, c*nt’ te zijn zoals maatje Dudley Moore hem liefdevol betitelde. How very interesting!

Meer over:

opinie, literatuur
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.