Hoogleraar Economie van Innovatie: Jongeren geven niet om status van een auto
Autodelen is sterk in opkomst. Het Kennisplatform Verkeer en Vervoer ziet een flinke stijging in het aantal deelnemers van deelauto-initiatieven en burgerinitiatieven. Het aantal deelauto’s wordt door het platform geschat op 2649, een groei van 26 procent ten opzichte van 2011.
Volgens Koen Frenken, hoogleraar Economie van Innovatie en Technologische Ontwikkeling aan de TU is het autodelen in een stroomversnelling geraakt. Hij verwacht dat de groei de komende tijd nog sneller zal toenemen, zo schrijft hij in een opinie in Trouw.
Het fenomeen van ‘toenemende meeropbrengsten’, dat we nog kennen van de fax en nu van Facebook, zorgt ervoor dat het diffusieproces van autodelen een zelfversterkend proces is. Zo zullen de kosten per rit omlaag kunnen als er meer gebruikers zijn. Ook neemt de beschikbaarheid van auto’s toe met meer gebruikers. En autodelen profiteert van mond-tot-mondreclame en de toenemende zichtbaarheid van deelauto’s op de weg. Dat alles zal de verspreiding van deelauto’s doen versnellen.”
Initiatieven als Greenwheels en KAV Connectcar hebben als voordeel dat ze bijdragen aan duurzaamheid: Door het autodelen zijn er minder parkeerplekken nodig en wordt er minder materiaal gebruikt voor de productie van auto’s en worden mensen flexibeler in hun dagelijks autogebruik. Bovendien maakt het auto’s ook betaalbaar voor mensen die een auto incidenteel gebruiken.
Vooral elektrische auto’s zijn goed geschikt voor het autodelen omdat gebruikers van leenauto’s vaak korte ritjes maken. Frenken pleit daarom voor subsidies op elektrische auto’s. Die moeten het autodelen verder gaan stimuleren.
Frenken merkt op dat jongeren zich niet meer zo sterk hechten aan eigen auto bezit. De status die daarmee verkregen wordt, doet er voor jongeren steeds minder toe. “De jongere generatie geeft meer om kleding of mobiele telefoon.”