Richard Bruhn, de held van Audi-voorloper Auto Union, blijkt nauwe banden te hebben onderhouden met nazi-top
Het Duitse automerk Audi heeft geschokt gereageerd op de uitkomst van een studie naar de geschiedenis van het bedrijf. Het rapport ‘Wartime Economy and Labour Deployment by Auto Union AG Chemnitz during World War II’ dat in opdracht van Audi werd opgesteld meldt dat Auto Union – de voorloper van Audi – tijdens de Tweede Wereldoorlog veelvuldig gebruik heeft gemaakt van dwangarbeid. Richard Bruhn, die het bedrijvengezelschap transformeerde tot het Audi van nu, zou bovendien nauwe banden hebben onderhouden met de nazi-top.
Audi zegt niet geweten te hebben van de nazi-banden van Bruhn, die persoonlijk verantwoordelijk wordt gehouden voor de massale uitbreiding van de productiecapaciteit na 1942, waarbij 3.700 dwangarbeiders uit concentratiekampen onder mensonterende omstandigheden werden ingezet. Auto Union maakte in totaal gebruik van zeven door SSérs bewaakte werkkampen. De studie zou aantonen dat het Auto Union-management de ‘morele verantwoordelijkheid’ draagt voor 4.500 dwangarbeiders uit concentratiekamp Flossenbürg die zijn omgekomen tijdens werkzaamheden in een Auto Union-werkkamp te Leitmeritz. Hun lichamen werden opgestapeld en verbrand.
Audi is een van de laatste Duitse autofabrikanten die een onderzoek liet doen naar het eigen oorlogsverleden. Volkswagen, Daimler en BMW deden dat al eerder.