Dit weekend zal Lodewijk Asscher voor het eerst het PvdA-congres toespreken als kersverse lijsttrekker van de partij. In een interview met Trouw kijkt Asscher vast vooruit, naar het congres én naar de komende jaren. Volgens Asscher staat onder meer door politici als Geert Wilders de rechtsstaat op het spel.
‘We staan aan het begin van vier jaar Trump. In Nederland is de PVV de grootste in de peilingen. Ik ben hoopvol over wat Nederland aankan. Maar ik ben niet naïef. Alles wat hier is opgebouwd aan sociale voorzieningen, aan vrijheden, de vanzelfsprekendheid van de rechtsstaat, van een functionerende democratie, dat is aan de ene kant heel sterk, maar aan de andere kant is het volstrekt niet vanzelfsprekend. In zijn aard is het fragiel. Het vergt verdediging, strijdlust, keuzes, opoffering. We hoeven dit niet te laten gebeuren.’
Volgens Asscher is het van het grootste belang dat mensen in elk geval naar de stembus gaan in maart. Ook moeten mensen volgens hem goed nadenken over wat de waarden zijn die bij de komende verkiezingen op het spel staan. Want, zo zegt Asscher, ‘de vrijheid in dit land komt aan iedere Nederlander toe’:
‘Bij de PVV zijn alleen mensen die het met hen eens zijn Nederlanders. Zij zeggen: wie het met ons eens is beschouwen wij als goede journalisten, wie het met ons eens is beschouwen wij als goede rechters, als goede parlementariërs, wie het met ons eens is beschouwen we als goede vaderlanders. Dat is een totale ontkenning van de waarde van Nederland, van ons DNA.’
Die houding van de PVV, maar ook van de partijen die in het populistische kielzog volgen, leveren volgens Asscher een gevaar op voor de rechtsstaat. Hij vergelijkt het gooien van vuurwerk naar agenten met de manier waarop Wilders zijn ideologische tegenstanders voortdurend aanvalt:
‘Op het moment dat je de rechters aanvalt, zoals Geert Wilders doet, doe je precies hetzelfde. Dat is het gooien van een vuurwerkbom naar mensen die, onafhankelijk, de vrijheid voor iedereen beschermen. Op het moment dat je de vrije pers aanvalt, omdat die kritisch is, dan val je de vrijheid aan. Op het moment dat je het parlement aanvalt, of zegt ‘als ik mijn zin niet krijg komt er een revolte’, dan gooi je een vuurwerkbom naar wat de parlementaire democratie inhoudt.’
Om dat tegen te gaan moeten de kiezers in actie komen en niet passief achterover blijven leunen en wachten tot het weer overwaait:
‘Op het moment dat je zegt: ik vind mensen met een andere achtergrond en een ander geloof om die reden verdacht en ik vind dat boeken verboden moeten worden, dan steek je eigenlijk de Grondwet in de fik. Nederland is sterk genoeg om daar weerwoord aan te bieden. Maar niet als we onze schouders daarover ophalen.’
Asscher waakt er wel voor PVV-stemmers te diskwalificeren. De zorgen die zij hebben, komen volgens Asscher namelijk wel ergens vandaan: ‘Zij trekken aan de noodrem, en dat heeft deels te maken met het onrecht dat ze ervaren in hun dagelijks leven.’
Die ontevreden stemmer die nu achter Geert Wilders aanloopt, die zou wat Asscher betreft de PvdA moeten omarmen. Asscher benadrukt daarbij de participatieverklaring die hij als minister van Sociale Zaken instelde:
‘Toen vonden mensen dat belachelijk. Nu zie je hoe belangrijk het is dat je aan mensen die vanuit een heel andere cultuur hier komen expliciet maakt wat de waarden zijn in dit land: gelijkheid van man en vrouw, homo en hetero, vrijheid van meningsuiting, vrije democratie. Ik wil ook streng zijn tegen mensen die die waarden bedreigen, zoals criminele asielzoekers in Ter Apel en Weert die misbruik maken van ons asielsysteem en de lokale bevolking sarren en intimideren.’
De lijsttrekker van de PvdA valt momenteel niet te benijden. De partij staat er dramatisch slecht voor in de peilingen. Dat heeft Asscher er niet van weerhouden toch de strijd om het lijsttrekkerschap aan te gaan, een strijd die hij uiteindelijk won van Diederik Samsom. Een strijd die volgens Asscher voortkomt uit zijn opvoeding:
‘Ik had een zonnige jeugd, maar ook wel met een schaduw die te maken heeft met het verleden, met de pijn en de trauma’s uit de oorlog. Daarom voel ik de morele plicht om niet aan de zijlijn te staan en voor anderen op te komen.’
Asscher houdt vrijwel alle opties open als het gaat om samenwerking met andere partijen na de verkiezingen. Zo zou hij een nieuw pact met de VVD niet uit de weg gaan, alleen al omdat dat volgens de zetelverhoudingen niet logisch zou zijn. Wel merkt Asscher daarbij op dat het geen voor de hand liggende keuze is. Wat dat betreft zou het volgens Asscher logischer zijn om toenadering te zoeken tot de SP, D66 en GroenLinks. Eigenlijk is er maar één partij waar Asscher op voorhand niets mee te maken wil hebben:
‘Ik sluit de PVV uit. Zonder trucjes, zonder bezweringsformule.’