Het tekent de PvdA dat zij op generlei wijze geïnteresseerd is om het beleid van Rutte II werkelijk kritisch te evalueren.
De moeite die de PvdA heeft om zich een links profiel aan te meten in deze campagne is fascinerend. Dit weekeinde stond een opiniestuk van Lodewijk Asscher in NRC, waar je als lezer het vreemde gevoel bij krijgt dat hij bovenal zichzelf aan het overtuigen is.
Alsof Asscher voor de spiegel staat en zichzelf moed in praat: “Maar kan de PvdA überhaupt voor verandering staan na 4 jaar regeren met de VVD? Natuurlijk kan dat!” En hij maant zichzelf vervolgens aan: “Telkens opnieuw dat Regeerakkoord blijven uitleggen, werkt niet.” Asscher wil liever het regeerakkoord verdedigen, maar dat is duidelijk niet handig als je voor verandering wilt staan.
Je ziet hem in het artikel hardop denken en toch maar tot de conclusie komen dat hij moet zeggen dat het afgelopen kabinet niet ideaal was. Ook al is Asscher duidelijk best trots op wat hij heeft bereikt. “Maar geloofwaardige verandering kan alleen door te erkennen dat sommige compromissen misschien noodzakelijk waren maar geen PvdA-beleid.” Laat die zin even tot je door dringen. Het lijkt niet zozeer gericht aan de lezer maar bovenal aan hemzelf. In andere woorden: een geloofwaardig campagnebeeld van verandering is alleen mogelijk als de PvdA afstand neemt van het kabinet. Dat valt Asscher duidelijk zwaar. Hij heeft nu eenmaal de instincten van een centristische bestuurder. Niet die van een linkse politicus.
We moeten daarbij niet vergeten dat team-Asscher bij de verdeling van de portefeuilles de harde bezuinigingen in de zorg en de pensioenen heeft uitbesteed aan Jetta Klijnsma. Waardoor zijn eigen portefeuille een nogal geflatteerd karakter gekregen heeft en Asscher een sociaaldemocratisch profiel heeft kunnen behouden. Ook hier geldt: regeren is vooruitzien.
In werkelijkheid moet je natuurlijk naar het beleid van het kabinet Rutte II in zijn geheel bezien. Economisch gezien heeft het kabinet, zoals economen als Bas Jacobs en Marieke Blom van ING stellen, de crisis eerder verdiept dan bestreden. Het tekent de PvdA dat zij op generlei wijze geïnteresseerd is om het beleid van Rutte II werkelijk kritisch te evalueren. Ook heeft de partij zichtbaar lak aan de veranderende inzichten over macro-economisch beleid, waarbij nu ook het IMF en de OECD zich keren tegen het gevoerde bezuinigingsbeleid. De boodschap is nog steeds dat het gevoerde beleid noodzakelijk was.
Opvallend, tenslotte, is de verontwaardiging over het feit dat de VVD “als een haas afstand neemt van het kabinet”. Klaarblijkelijk is de PvdA, als het spreekwoordelijke gedumpte vriendje, nog niet uitgekeken op de relatie met de VVD. Dat zegt veel over de linkse aspiraties van de partij.
Hier de betreffende passage uit zijn opiniestuk in NRC:
“Maar kan de PvdA überhaupt voor verandering staan na 4 jaar regeren met de VVD? Natuurlijk kan dat! Ik heb in mijn portefeuille de bakens ideologisch verzet: stoppen met het idealiseren van flexwerk, een harde aanpak van schijnconstructies en oneerlijke concurrentie door verkeerde Europese regels, hogere minimumjeugdlonen, schoonmakers weer in vaste dienst nemen. Ik ben ook trots dat ik – samen met de vakbeweging – de botte WW-verkorting en onverstandige versoepeling van het ontslagrecht uit het Regeerakkoord heb kunnen terugdraaien via het Sociaal Akkoord.
Telkens opnieuw dat Regeerakkoord blijven uitleggen, werkt niet. Ja, we mogen trots zijn op de stabiliteit die we brachten. Maar geloofwaardige verandering kan alleen door te erkennen dat sommige compromissen misschien noodzakelijk waren maar geen PvdA-beleid. Door te erkennen dat de versnelling van de hogere pensioenleeftijd niet onze ideale keuze was. En de snelle bezuiniging op de thuiszorg evenmin.
De VVD neemt nu als een haas afstand van het kabinet. Het VVD-program verdedigt de gevestigde belangen van grote bedrijven. Voor werknemers heeft de VVD onzekerheid in petto, voortaan sta je er alleen voor tegenover de werkgever en ontslagrecht moet worden versoepeld. Een cynisch verraad van de middengroepen.”