Natuurrampen treffen steeds vaker bewoonbare gebieden ... Sinds 2009 wonen wereldwijd meer mensen in steden dan op het platteland
Rampen treffen in toenemende mate bewoonbare gebieden omdat de verstedelijking oprukt. In combinatie met de opwarming van de aarde en klimaatveranderingen vergroot dat het risico op rampen voor stadsbewoners. Vooral voor arme miljoenensteden dreigt het natuurgeweld, meent Cees Breederveld, directeur van het Nederlandse Rode Kruis. Aan de rand van de steden wonen miljoenen mensen in sloppenwijken die als eerste de klos zijn omdat ze slecht bestand zijn tegen overstromingen en aardbevingen.
Voor het eerst in de geschiedenis van de mensheid wonen er meer mensen in steden dan op het platteland, maar de wereld heeft zich niet aan deze verandering aangepast. Daarom worden meer mensen het slachtoffer van stedelijke rampen, zoals de vreselijke aardbeving die Haïti trof eerder dit jaar”, aldus Breederveld.
Het Rode Kruis publiceerde afgelopen week Wereld Rampenrapport , een jaarlijkse uitgave van het Internationale Rode Kruis. Daarin staat dat 2009 een ‘relatief mild’ rampenjaar was, maar dat de hulporganisaties en overheden zich sterk moeten aanpassen aan de veranderende omstandigheden. Door verstedelijking en extreme weertypes als gevolg van de klimaatveranderingen dreigen meer slachtoffers te gaan vallen. Breederveld noemt De Haïtiaanse hoofdstad Port au Prince als voorbeeld. De stad was berekend op 250.000 inwoners, maar telde op het moment van de aardbeving in januari, 2 miljoen inwoners. “Van wie 90 procent in de sloppenwijken woont. Deze inwoners zijn veel kwetsbaarder voor rampen, door de slechte infrastructuur, gebrek aan sanitair, goed drinkwater en door hun onzekere status als sloppenwijkbewoner”, vertelt de Breederveld in De Pers. In 2009 telde het Rode Kruis 3,5 miljard stedelingen tegenover 3,4 miljard plattelanders. Het grootste gedeelte, 2,6 miljard van de stedelingen woont in arme landen en één miljard woont in illegale sloppenwijken.
Klimaatverandering speelt volgens Breederveld een steeds grotere rol bij rampen. “Het aantal catastrofes als gevolg van natuurlijke oorzaken (aardbevingen, stormen en vulkaanuitbarstingen) of als gevolg van epidemieën blijft volgens hem nagenoeg constant, maar het aantal als gevolg van de opwarming van de aarde steeg de afgelopen vijftien jaar met sprongen.”
Een greep uit het rapport:
In 2009 zijn ruim 142 miljoen mensen getroffen door 576 rampen waarvan 351 natuurrampen. Overstromingen zorgden wereldwijd (43 procent) voor de meeste slachtoffers. Wereldwijd veroorzaakten natuurrampen in 2009 10.551 dodelijke slachtoffers. De aardbeving op het eiland Sumatra in Indonesië in september, was de meest dodelijke natuurramp. Er vielen 1117 dodelijke slachtoffers. Dit cijfer ligt ver onder het aantal dodelijke slachtoffers van grote natuurrampen als de Tsunami in 2004 (226 duizend), cycloon Nargis in Myanmar in 2008 (138 duizend), de aardbeving in Sichuan in China in 2008 (87 duizend) en in Bam in Iran in 2003 (26 duizend).
Van de in totaal 351 natuurrampen in 2009 waren er 325 weer-gerelateerd. Er werden 150 overstromingen geteld, 85 orkanen en 22 aardbevingen. Azië werd met 39 procent van alle natuurrampen het meest getroffen. De drie natuurrampen met de meeste slachtoffers vielen allen in China en troffen ruim 10 miljoen Chinezen.