Juneteenth , oftewel 19 juni, de dag waarop in de Verenigde Staten formeel de slavernij werd afgeschaft, wordt een nationale feestdag in de VS. Nadat eerder de Senaat al unaniem een wetsvoorstel daartoe had aangenomen, stemde donderdagavond ook het Huis van Afgvaardigden met grote meerderheid voor.
De naam van de dag is een samentrekking van June en nineteenth. Op die dag in 1865 werden in het Texaanse Galveston de ketenen van de laatste tot slaafgemaakten verbroken. Al lange tijd klonk de roep van deze dag een nationale feestdag te maken. De wereldwijde Black Lives Matter-protesten van afgelopen jaar, tegen een achtergrond van duidelijk zichtbaar politiegeweld en racisme, hebben het proces versneld. In sommige staten werd Juneteenth al gevierd als feestdag, maar dat het nu een nationale dag is betekent dat het officieel een vrije dag wordt.
Hoewel in de Senaat niemand nog bezwaar had tegen de nieuwe nationale feestdag, waren er in het Huis van Afgevaardigden toch nog 14 van de 435 die tegen stemden , allen Republikeinen. Nog eens 6 Republikeinen onthielden zich van stemming. De motivatie om tegen te stemmen was veelal een ratjetoe van drogredenen. Zo vond Thomas Massie uit Kentucky het maar verwarrend dat er nu nóg een Bevrijdingsdag bijkomt, naast de nationale Onafhankelijkheidsdag op 4 juli. Volgens hem creëert dat slechts verwarring over wie welke bevrijding moet vieren.
In Nederland wordt ook al lange tijd gepleit voor een nationale feestdag op 1 juli. Dan wordt Keti Koti gevierd, de dag waarop in 1863 formeel een einde werd gemaakt aan slavernij in Suriname en de Nederlandse Antillen (in werkelijkheid waren de nieuw-vrijgemaakten nog tien jaar lang verplicht door te werken om de plantagehouders schadeloos te stellen). Vorig jaar nog diende toenmalig PvdA-leider Lodewijk Asscher een motie in om van Keti Koti een nationale feestdag te maken. Die werd verworpen door VVD, CDA, PVV, FvD, Wybren Haga en de SGP.