Hilary Clinton heeft de verkiezingen namelijk gewonnen
De demonstranten die nu voor de hotels en de gebouwen van het Trump concern “Not my president” staan te schreeuwen, kunnen in Nederland op weinig sympathie rekenen. Slechte verliezers zijn het, die niet begrijpen hoe de democratie in elkaar zit. Nee dan Obama die van staatsmanschap getuigt door de president elect op alle mogelijke manieren te helpen om straks op 20 januari 2017 in een gespreid bedje te komen.
Deze kritiek hoor je vooral uit de mond van lieden die sinds woensdagochtend volhouden dat zij in tegenstelling tot de elite en de daaraan horige media altijd wel geweten hadden dat het veronachtzaamde volk Trump op het schild zou verheffen. Ja, dat is een wreed ontwaken voor links en de elite. Je kunt zien dat ze geen tegenslag kunnen verwerken. Stel je voor dat zulke lui straks leiding moeten geven aan het machtigste land ter wereld.
Allemaal tot je dienst. Helemaal juist. De demonstrerende Hillary-aanhang maakt geen prettige indruk. Maar dat is niet het hele verhaal.
Hilary Clinton heeft de verkiezingen namelijk gewonnen. Meer kiezers brachten een stem op haar uit dan op Donald Trump. Dat komt niet in de verkiezingsresultaten tot uiting omdat deze stemmers op de verkeerde plekken woonden. Amerikanen kiezen geen president maar kiesmannen die – althans zo hadden de founding fathers het bedoeld – te paard naar de hoofdstad zouden reizen om daar in gezamenlijk overleg de beste kandidaat voor het presidentschap te selecteren. Zo is dat nooit gegaan. In de praktijk zijn de kiesmannen een rekeneenheid geworden. Elke staat is op grond van zijn inwonertal een aantal kiesmannen waard.
Het zijn als het ware grote kiesdistricten. De kandidaat met de meeste stemmen krijgt alle kiesmannen in zijn of haar staat. Zo ontstaat een vertekend resultaat. Dat is ook het geval met de de verkiezingen voor het huis van afgevaardigden. Dat gaat via een districtenstelsel. Via de praktijk van het zogenaamde gerrymandering kun je de grenzen daarvan zo vaststellen dat je de aanhangers van je eigen partij zoveel mogelijk in elk district te meerderheid vormen. De grenzen van Amerikaanse kiesdistricten zijn dan ook vaak heel vreemd. In het algemeen weten de Republikeinen het best op deze manier om het verkiezingsresultaat te beïnvloeden.
Bij mijn weten roepen de “not my president’ demonstranten niet op om het Amerikaanse kiesstelsel te hervormen en over te gaan op een systeem van proportionele representatie zoals bij ons in Nederland. Dat pleit niet voor ze.
Aan de andere kant leren de gebeurtenissen aan de overkant van de Atlantische Oceaan dat ons land zich maar niet in moet laten met vormen van districtenstelsels. De nadelen zijn groter dan de voordelen. Alles bij elkaar geeft ons huidige systeem de zuiverste verkiezingsuitslag.