Er is ook een andere vergelijking mogelijk. Die tussen onverdoofd ritueel slachten en verdoofd industrieel slachten
De discussie over het verbod op onverdoofd ritueel slachten bereikt geleidelijk aan zijn hoogtepunt. Rabbijnen worden ingevlogen om te roepen hoe erg een verbod is, wetenschappers buitelen over elkaar heen om te zeggen hoe erg onverdoofd slachten is en de godwins en drogredenen vliegen ons om de oren. En ondertussen lijken we een zwart-wit antwoord te moeten geven op de vraag: voor of tegen. Dierenwelzijn of godsdienstvrijheid.
Ik ben erg ongelukkig met dat tegenover elkaar stellen van dierenwelzijn en godsdienstvrijheid. Bij beide kampen worden bovendien nogal wat onzuivere argumenten gebruikt.
Godsdienstvrijheid?
Zo is het ontegenzeglijk waar dat een verbod op onverdoofd ritueel slachten een stevige inbreuk is op de godsdienstvrijheid van een bepaalde groep burgers. Zowel uit hun eigen woorden als uit jurisprudentie blijkt dat we onverdoofd ritueel slachten moeten zien als deel van de kern van hun religieuze levenspraktijk. Dat hoeven we als buitenstaanders niet te begrijpen, laat staan positief te waarderen. Het belang van godsdienstvrijheid is nu juist dat we accepteren dat anderen anders zijn en doen wat wij nooit zouden willen.
En toch is een beroep op godsdienstvrijheid niet voldoende. De wet zelf stelt daar ook grenzen aan, met name op het punt van de openbare orde en veiligheid en op het punt van volksgezondheid en welzijn. Als een groep zou zeggen dat vrouwenbesnijdenis essentieel is voor hun religie, dan is dat geen reden om dat toe te staan. Als een groep van mening is dat alle homo’s moeten worden gestenigd, dan bieden we geen jeu de boules-baan aan om die godsdienstvrijheid uit te leven. Of in een realistischer voorbeeld: als een evangelische predikant oproept in de christelijke opvoeding het kind ook te slaan, dan sturen we daar de inspectie op af. En als een christelijke partij vrouwen achterstelt, dan kan de rechter daar wat van vinden. Want godsdienstvrijheid heeft niet het laatste woord.
Op zichzelf is het ook niet bezwaarlijk om nieuwere inzichten op het punt van mensenrechten en bijvoorbeeld ook dierenwelzijn te laten doorwerken in de modernisering van religie. Ik hoop oprecht dat men ook in orthodox-Joodse en Islamitische kringen gevoelig is voor de kritiek van buiten en op zoek gaat naar moderne en betere vormen. Religies zijn als het goed is geen starre systemen, maar levende tradities die meebewegen met de wereld waarin ze zich bevinden. En eerlijk gezegd zou ik dan hopen dat juist orthodoxe godsdienstige stromingen het dierenwelzijn ter harte gaat; ja, dat ze het welzijn van dieren belangrijker vinden dan hun eigen ritueel.
Dierenwelzijn?
Maar is daarmee alles gezegd? Zeker niet, want de vraag is vervolgens of het dierenwelzijn hier zozeer in het geding is dat er maatregelen moeten volgen. En eerlijk gezegd, ben ik daar ook niet echt overtuigd. Het hangt er maar net vanaf wat je waarmee vergelijkt. Nu ben ik geen deskundige, maar als ik de informatie die langskomt op me laat inwerken, dan lijkt mij de conclusie dat onverdoofd ritueel slachten inderdaad meer leed toebrengt dan verdoofd ritueel slachten. En omdat ik voor optimaal dierenwelzijn ben, ben ik tegen onverdoofd slachten.
Alleen: er is ook een andere vergelijking mogelijk. Die tussen onverdoofd ritueel slachten en verdoofd industrieel slachten. En daarmee tussen de individuele slacht in een rituele setting en de hele keten van intensieve veehouderij, megastallen, dieronvriendelijk veetransport, massale stressvolle slacht. Dat in die keten verdoving verplicht is, is winst voor het dierenwelzijn, maar ook maar een druppel op de gloeiende plaat van onze omgang met ‘productiedieren’. En het is de vraag of het verdoofd slachten in een industriële keten de norm moet zijn voor de individuele rituele slacht.
Opgedrongen keus
Alles afwegend ben ik tegen onverdoofd ritueel slachten. Maar ik krijg nu een zwart-wit keus opgedrongen dat ik dan dus voor een verbod moet zijn. Daar zitten nog wel wat stappen tussen. Eerlijk gezegd heeft dit verbod voor mij niet zoveel prioriteit. GroenLinks en de Partij voor de Dieren zijn consistent in hun optreden dat ze alle dierenleed willen bestrijden. Maar waar zijn de andere partijen als het gaat om megastallen en andere misstanden in de dierenindustrie? Wat mij betreft, verbieden we eerst daar alles wat dieren onnodig leed toebrengt. En dan kunnen we ook in alle redelijkheid eisen dat orthodoxe gelovigen hun rituele slachtdieren verdoven.
Niet alles wat onwenselijk is, moet onmiddellijk verboden worden. Het moet ook effectief en proportioneel zijn. Wat mij betreft, zetten we in op dierenwelzijn. Dat betekent ook het debat aangaan met orthodoxe groepen die willen vasthouden aan onverdoofd slachten. Wat kan daar verbeterd worden? Wat zijn de creatieve oplossingen om dierenwelzijn te verbeteren en tegelijk te blijven voldoen aan hun interpretatie van de religieuze traditie? Op termijn kan dat ook tot afschaffing van onverdoofd slachten leiden. Maar op dit moment zijn er ook qua dierenwelzijn grotere problemen op te lossen.
Godsdienstvrijheid betekent dus niet dat we alles maar accepteren. En dierenwelzijn betekent niet dat elk probleem even snel moet worden opgelost. Ik ben tegen onverdoofd ritueel slachten, maar dat wil nog niet zeggen dat ik nu voor een verbod ben.