Overheden zien steeds minder aanleiding om zich ferm op te stellen om de mensenrechten te beschermen
Op 10 mei 1940 vielen de nazi’s Nederland binnen. Nu 72 jaar geleden. Sinds de bevrijding blijven we door de oorlogsgeneratie bewust van de verschrikkingen. Maar de oorlogsgeneratie sterft uit. Blijven we wel alert als deze generatie er niet meer is?
De wereld heeft weinig geleerd van deze periode. Of het nu de Chinese onderdrukking in Tibet is, fundamentalisten in het Midden-Oosten of de vaak hypocriete houding van westerse landen. Overal beschouwen anderen zich nog altijd superieur ten opzichte van andere groepen en vinden dit voldoende reden om de meest basale mensenrechten te schenden en over te gaan tot gewelddadige onderdrukking.
In Engeland is dit jaar de laatste overlevende van de Eerste Wereldoorlog overleden. Het aantal overlevenden van de kampen uit de Tweede Wereldoorlog neemt ook snel af. Als De Oorlog er niet meer is, dan zijn er geen mensen meer die uit eerste hand kunnen vertellen waarvoor we moeten oppassen. Die ons niet meer waarschuwen voor ontwikkelingen die tot herhaling kunnen leiden. Dan is De Oorlog niet meer dan een herinnering. Na verloop van tijd spreekt het net zo tot de verbeelding als de Tachtigjarige oorlog. Een verstofte anekdote beschreven in boeken, gedigitaliseerd of op beeld vastgelegd.
Vaak wordt gezegd dat we respect moeten hebben voor de overlevenden en de slachtoffers. Maar hoeveel respect hebben wij voor deze mensen als mensenrechten minder betekenis hebben dan economische motieven. De solidariteit, nationaal en internationaal, is elke keer het eerste slachtoffer bij economische teruggang. Nu leidt niet elke economische teruggang tot oorlog, maar de onverschilligheid neemt elke keer weer een beetje toe.
Niet alleen in het buitenland maar ook in Nederland worden regelmatig de mensenrechten geschonden. En steeds minder mensen begrijpen het belang van deze rechten, die mensen het recht geeft op een veilig, [gelijk]waardig bestaan dat vrij is van vrees. Overheden, bestuurders, zien steeds minder aanleiding om zich ferm op te stellen om de mensenrechten te beschermen, omdat haar burgers hun huidige vrijheid als vanzelfsprekend beschouwen. De Verenigde Naties zijn vaak machteloos, omdat internationale leiders mensenrechten niet centraal stellen, maar gecalculeerde, vaak economische, afwegingen maken. Misschien moeten we niet financieel-economische eisen vastleggen in onze wet, maar de verplichting naar bestuurders dat mensenrechten in elk besluit de primaire leidraad dient te zijn.