Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Allemaal hoeren

  •  
09-11-2022
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
3134 keer bekeken
  •  
bruinekroeg

En wie kwam daar binnen met zijn lul in een kruiwagen?

‘Ha, die Henk!’ riepen de jongens aan de bar.

‘Hee, jongens,’ groette Henk terug en gooide zijn autosleutels op de bar naast het glas bier dat Roos al voor hem had klaargezet.

‘We hoorden je al van drie straten ver aankomen,’ zei Harko.

‘Geluidje, hè?’ glunderde Henk en ging op zijn kruk zitten. ‘Geluid van geld.’

De jongens konden het alleen maar beamen.

‘Wat verbruikt-ie nou?’ vroeg Ton.

‘Weet ik veel.’ Henk bracht het bier naar zijn mond. Er bleef wat schuim aan zijn snor hangen. ‘Naar de kapper geweest?’

Roos draaide zich lachend om aan de espressomachine. ‘Vind je het mooi?’

‘Je ziet er gelijk tien jaar jonger uit.’

‘Nou, dank je wel, zeg.’ Ze liep met een dienblad vol bestellingen naar buiten. Het terras was drukbezet op deze frisse maar zonnige herfstdag. Sommige gasten zaten onder dekentjes die het café ter beschikking stelde. Pas bij thuiskomst zouden ze merken dat ze onder de vlooien zaten.

‘Wat ben je toch charmant,’ zei Harko.

‘Hoezo?’ vroeg Henk en veegde zijn mond met de rug van zijn hand af.

‘Dat zeg je toch niet tegen een vrouw!’

‘Wat zeg je niet?’

‘Dat ze er jonger uitziet.’

‘Waarom niet?’

‘Je praat niet over de leeftijd van een vrouw.’

Henk spreidde zijn armen in onschuld. ‘Ik maakte juist een compliment!’

‘Dat had je ook kunnen doen zonder het over haar leeftijd te hebben. Vrouwen zijn daar heel gevoelig op.’

‘Nou, sorry, hoor hee. Hoe oud is ze eigenlijk? Vijftig?’

‘Zesenveertig,’ zei Harko.

‘Nou, ik dacht zevenenveertig,’ zei Ton.

‘Kan ook.’

‘Oud, dus,’ concludeerde Henk.

‘Daarom had je dat ook niet moeten zeggen.’

‘Wat had ik dan moeten zeggen?’

‘Nou, je had bijvoorbeeld kunnen zeggen…’ –Harko dacht even na– ‘je ziet er… je ziet er kek uit.’

‘Kek?’

‘Ja. Vlot.’

‘Vlot… Nou, dan zal ik dat straks tegen haar zeggen.’

‘Dat zou ik maar doen.’

Roos kwam weer binnen met een dienblad vol lege glazen. ‘Godverdomme!’ zei ze.

‘Wat is er, mop?’ vroeg Harko.

‘Weet je nog die Engelsen van daarnet? Nou, die zijn weggelopen.’ Roos kwakte het dienblad kletterend op de bar. ‘Zeker zeventig euro hebben ze opgezopen! Kan ik uit m’n eigen zak gaan betalen. Godverdomme, ik sta er ook helemaal alleen voor!’ Ze zette haar handen in haar zij en keek naar de omgevallen glazen op het dienblad. Haar ogen leken zich te gaan vullen met tranen.

‘Jij gaat helemaal niks betalen,’ zei Henk op kalmerende toon.

‘Ik moet wel. Emile wil dat ik het verschil bijpas.’

‘Emile is een gierige lul,’ zei Henk. ‘Maar ik...’ –hij stak een hand in zijn leren jas en haalde een obese portefeuille tevoorschijn–­ ‘…ik niet.’

‘Nee, Henk, dat hoeft niet,’ zei Roos afwerend. ‘Echt niet.’

‘Niet lullen! Hoeveel moet je hebben?’

Zuchtend keek Roos op het scherm van de kassa. ‘Het is nog erger. Zevenentachtig euro. En vijfenzeventig cent.’

Henk pelde twee biljetten van een dikke stapel vijftigjes. ‘En hou de rest maar.’

Roos legde ze in de la van de kassa en stak het wisselgeld in een zijzak van haar jeans. ‘Dank je wel, Henk. Tof van je.’

‘En nou ik toch bezig ben,’ zei deze, ‘geef die sloebers maar een rondje van me. En vergeet jezelf niet.’

Dat lieten de jongens aan de bar zich geen tweede keer zeggen; de bestellingen vlogen Roos om de oren. Zelf nam ze een tripel. Henk goot zijn verse bier in één keer achterover en liet er een langgerekte boer op volgen.

‘O ja, wat ik nog wou zeggen,’ begon hij, een wijsvinger opstekend, ‘je ziet er kek uit met je nieuwe kapsel.’

‘Ja?’ vroeg Roos, ietwat onzeker.

‘Ja, reuze vlot.’

‘O.’ Roos leek al niet meer te geloven dat het een compliment was.

‘Ja,’ zei Henk, ‘je zou echt niet zeggen dat je al zevenenveertig bent.’

Roos keek hem een ogenblik als bevroren aan. ‘Ik ga even roken,’ zei ze, pakte een pakje Marlboro en een aansteker uit de drankkast achter de bar en liep naar buiten.

‘Tsjonge jonge…’ zei Harko hoofdschuddend.

‘Wat nou!’ zei Henk. ‘Als je in een café werkt moet je tegen een geintje kunnen.’ En tegen Ton: ‘Ja, toch?’

Ton keek over het gebergte van zijn buik naar de punten van zijn schoenen.

‘Jezus, wat een gezeik, zeg!’ zei Henk met een wegwerpend gebaar. ‘Straks geef ik haar gewoon een dikke fooi en dan zijn we weer oké.’

‘Dus zo los jij dat op, hè?’ zei Harko. ‘Door er wat geld tegenaan te gooien.’

‘Tuurlijk. Vrouwen hebben niet voor niets een gleuf. Daar moet geld in. Het zijn allemaal hoeren.’

‘Onze Roos is geen hoer!’

‘O nee? Moet je opletten.’ Henk draaide zich om op zijn kruk en riep: ‘OMZET!’

Na een paar dramatische seconden verscheen Roos in de deuropening en ging weer achter de bar staan.

‘Schat, geef die paupers nog een rondje van me en neem er zelf ook een.’

Roos schonk de bestellingen in en nam zelf een witte wijn. Er werd in stilte gedronken.

‘Zo,’ zei Henk, na zijn glas geleegd te hebben, ‘dat was weer ontzettend gezellig. Maar aan alle verwennerij komt een eind. Hoeveel mag ik voor jullie betalen?’

Roos drukte een paar keer op het scherm van de kassa. ‘Honderdzevenendertig vijftien.’

Henk trok zijn portefeuille en legde drie vijftigjes op de bar. ‘De rest is voor de weduwen en wezen. Maar je mag het ook zelf houden.’

‘Dank je wel, Henk,’ zei Roos.

Henk stond op van zijn kruk en liep naar de deur. ‘Tot de volgende keer, armoedzaaiers!’ Er werd niet teruggegroet.

‘Wat een lul,’ kreunde Harko en nam een slok van zijn bier.

‘Maar we hebben wel twee keer gratis gedronken,’ zei Ton.

‘En honderd euro verdiend,’ voegde Roos eraan toe. Ze haalde twee vijftigjes uit de kassa en stak ze in haar jeans. De jongens aan de bar keken haar niet-begrijpend aan.

‘Er waren helemaal geen Engelsen!’

In de verte hoorden ze Henks bolide brullend wegscheuren.

Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.