Na ieder ‘’incident’ met dieren in de veehouderij zijn veel van de reacties van activisten en dierenhouders hetzelfde. De morele kritiek op het houden, transporteren en doden van dieren aan de ene kant en aan de andere het bagatelliseren, verontschuldigen en instellen van interne onderzoeken. De dieren hebben weinig aan de publieke korte storm wanneer er geen werkelijke veranderingen plaatsvinden die haalbaar en uitvoerbaar zijn. Daarom wil ik een pleidooi maken voor kritisch, idealistisch realisme bij innovatie in de veehouderij en bij de vleesconsumptie.
Met e en woordspelletje – met weliswaar echte emoties – daar schieten 500 miljoen dieren weinig tot niets mee op. Voor- en tegenstanders van dierengebruik, wijzen steeds naar de consumenten en de supermarkten. De handen van onschuld worden aan de zijlijn gewassen in tal van clichés. Maar feiten en ethiek alleen veranderen het systeem niet, het zijn handvatten om verandering in gang te zetten. Anders blijft het preken voor de eigen groene kerken.
Kunnen we naar de volgende stappen? Hoe is welzijn van dieren verder te verbeteren? Hoe is consumentengedrag te veranderen en daarmee kwaliteit in houden van dieren te verbeteren?
Wie zonder emoties naar de beelden van gekwelde varkens in een slachthuis in België kon kijken kan geen goed mens zijn. Zo zou ik nog verder kunnen gaan in ethische zelfbevlekking of kastijding door te wijzen op de blinde morele vlekken van mensen of vergelijkingen trekken met periodes uit de geschiedenis. Natuurlijk weten producenten en consumenten met een redelijk verstand en enigszins gevoel dat dieren in de intensieve veehouderij lijden omdat zij het soort eigen gedrag niet kunnen uitvoeren en er sprake is van chronische stress, pijn en angst. Ja, we hebben het geweten en ja natuurlijk zijn er overeenkomsten met concentratiekampen.
Ook weten ‘’we’’ dat bij massaal houden, transporteren en doden van dieren (of andere levende wezen) er afstomping en verruwing plaatsvindt die zelfs leiden tot sadisme. Wat in België is gebeurd in slachthuizen vindt in ieder land plaats. Sterker u kunt ervan op aan dat vandaag, iedere seconde er ergens in de wereld, op vele plekken, vreselijke dingen gebeuren met dieren in slachthuizen.
Maar wat schieten de mishandelden op met al deze morele verontwaardiging en publieke oproepen aan 95 % van de Nederlanders die wel vlees eten? Wordt Heel Holland Vegan als er een leuke serie op TV komt met een bekende promotor en leuke koks? Vanzelfsprekend niet. De kunst is niet om te protesteren om je goed te voelen, maar te roepen om te helpen veranderen.
Er zijn volgende stappen nodig waar de evolutionaire dierenrechtenactivisten in het belang van het dier samen moeten werken om (ook anderen) compromissen te laten sluiten. Vanzelfsprekend zijn beelden van de gepijnigde dieren nodig, natuurlijk eveneens de afkeuringen en het ingrijpen in die specifieke situatie, maar de handelingen naar meer welzijnsverbeteringen voor het dier zijn het uiteindelijke volgende doel. Er komt geen revolutie die morgen de wereld groen maakt.
Wat te doen?
Laat de overheid nu bij de totstandkoming van het nieuwe kabinet besluiten dat er een staatssecretaris (wie weet van GroenLinks) komt van dierenwelzijn. Niet om de veehouderij af te schaffen – wees niet bang, CDA – maar wel om meer gestructureerd onderzoek te doen en met jaarlijkse goede analyses en voorstellen te komen hoe het welzijn van dieren is te verbeteren. Kabinet, kom met een meerjarenplan voor het gehouden dier dat niet weer in de la van het departement van landbouw of economische zaken verdwijnt. Welzijn van dieren is niet alleen het onderwerp van een enkele partij achter in de debat zaal.
De controles tijdens het houden, transporteren en slachten van dieren zijn in Nederland al beter dan in veel andere Europese landen maar ook hier is nog winst te behalen. Laat het onderdeel zijn van het dierenwelzijnsplan van het volgende kabinet dat D66 en GroenLinks hebben onderhandeld door wél compromissen te sluiten en bestuursverantwoordelijkheid te nemen. Kom met haalbare ambities die gedragen zijn in de samenleving en politiek haalbaar.
Het Beter Leven Keurmerk van de Dierenbescherming, met support van Wakker Dier en andere organisaties binnen en buiten het bedrijfsleven, is een groot succes aan het fundament. De stap is voor velen van gangbaar vlees naar plantaardig te groot. En kijkende naar de menstypen die er zijn, met al hun eigen keuzes, is het niet te verwachten dat er binnen deze eeuw, waarschijnlijk misschien wel nooit, iedereen op de aardbol voor het Plan V zal kiezen. Vorig jaar hadden 26 miljoen dieren een iets tot veel beter leven. Dat telt.
Samenwerkingen tussen dierenbelangenorganisaties en bedrijfsleven, al dan niet gestimuleerd door overheden, werken veel beter dan alleen maar tegen over elkaar staan en confronteren en uitschelden. Innovaties in diervriendelijker houden van dieren zijn de motor tot goede veranderingen voor het dier in de praktijk. Dieren hebben geen beginselpartijen en organisaties nodig, maar overleg, onderhandelingen en dialoog die hun lot verbeteren.
Consumenten aanzetten tot meer plantaardig eten is daarnaast een belangrijk middel om dierenleed te veranderen, maar gaat dus hand in hand met het stimuleren van innovatie in het bedrijfsleven, het veranderen van inkoopgedrag van supermarkten en de detailhandel en wet – en regelgeving op nationaal en Europees niveau plus aanpassingen binnen wereldhandel verdragen. Organisaties en het bedrijfsleven verleiden mensen te weinig om tot een meer diervriendelijk eetpatroon te komen.
Ook zijn er substantieel meer dr. Frankensteins en dr. Jekylls nodig, zo genoemd in de vrees van velen, die zich kunnen ontplooien tot grote uitvinders die de geschiedenis in zullen gaan, te vergelijken met de uitvinders van medicijnen tegen ernstige ziektes. Zie vlees eten als een verslaafde kwaal en zoek een medicijn dat werkt. Kweekvlees is geen monster dat op het bord ligt van de toekomst. Het is een van de oplossingen voor dierenleed. Structuur en smaak zijn, vroeg of laat, zo in kwaliteit beter dat de consument, die vlees wil eten, er graag het geslachte dier voor laat links liggen.
Het leven van dieren is in ons land en in alle landen op de wereld een verschrikking, dat is een feit. Maar alleen schande roepen, mensen oproepen om morgen plantaardig te eten en iedere keer met morele clichés vleeseters de oren te wassen, zal weinig dieren redden.
Ieder nieuw incident vraagt om maatregelen. Van overheden, producenten, consumenten en organisaties. Een goed plan van de overheid, ja met compromissen, meer mensen stimuleren om vaker plantaardig eten, ook meer flexitariërs die kiezen voor beter leven sterren, innovaties op het terrein van kweekvlees en natuurlijk veel meer controles op naleving van regels, ook van de nieuwe, die hopelijk komen de komende vier jaren van dit nieuwe kabinet, dat werkt beter dan alleen woede en preken.
Dierenleed stopt immers niet bij protest en applaus bij verontwaardiging. Dieren hebben recht op veranderingen die ertoe doen. Zodat incidenten werkelijk incidenten zijn en geen chronische gruwelijkheden die aan het licht komen met even wat protest.